Artikel
1
1
In dit besluit en in de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
verduurzaamde vruchtenprodukten: verduurzaamde waren, als zodanig bestemd voor levering aan de eindverbruiker, bereid uit al dan niet aan een fysisch procédé onderworpen vruchten, vruchtenpulp, vruchtenpuree of vruchtesap, alsmede kastanjes, al dan niet met één of meer van de volgende ingrediënten: water, suikers, honing, zoetstoffen en andere smaakgevende ingrediënten tot een gezamenlijk gehalte van ten minste 95%;
-
b.
kastanjepasta: het mengsel van kastanjepuree met suikers;
-
c.
vruchten: fruit, waaronder begrepen:
-
1°.
schillen van fruit;
-
2°.
eetbare delen van rabarberstelen en gember; alsmede
-
3°.
voor wat betreft de in de paragrafen II.1. en II.3. bedoelde waren: tomaten, wortelen en zoete aardappelen;
-
1°.
-
d.
gember: de eetbare gemberwortels;
-
e.
vruchtenpulp: het eetbare gedeelte van fruit, al dan niet geschild of van pitten ontdaan, en al dan niet in stukken gesneden of geperst;
-
f.
vruchtenpuree: vruchtenpulp die door zeven of door een ander gelijksoortig procédé tot puree is verwerkt;
-
g.
vruchtesap: hetgeen in de Verordening PGF 1976 Vruchtesappen en bepaalde aanverwante produkten (Vb. Bo., afl. 9, d.d. 7-3-1977) wordt verstaan onder vruchtesap, geconcentreerd vruchtesap en gedehydrateerd vruchtesap;
-
h.
waterige extracten van vruchten: waterige extracten van vruchten die alle in water oplosbare bestanddelen van de gebruikte vruchten bevatten, behalve de stoffen die bij toepassing van de normale bereidingsprocédés noodzakelijkerwijs verloren gaan;
-
i.
kastanje: de vrucht van de kastanjeboom (Castanea sativa L.);
-
j.
kastanjepuree: het eetbare gedeelte van de kastanje, dat door zeven of door een ander procédé tot puree is verwerkt;
-
k.
suikers: de waren, bedoeld in de artikelen 2, eerste lid, en 2bis, eerste lid, onder b, van het Suiker- en stroopbesluit (Warenwet) 1977 (Stb. 141) alsmede, voor wat betreft de in de paragrafen II.1., II.2. en II.3. bedoelde waren, de waterige oplossing van saccharose, met de volgende kenmerken:
-
-
droge stof: ten minste 62 %;
-
-
gehalte aan invertsuiker (quotiënt fructose/dextrose: 1,0 ± 0,2): ten hoogste 3 van de droge stof;
-
-
conductometrisch bepaald asgehalte: ten hoogste 0,3 % van de droge stof;
-
-
kleuring van oplossing: ten hoogste 75 ICUMSA-eenheden;
-
-
gehalte aan residuele zwaveldioxyde: ten hoogste 15 mg/kg van de droge stof;
-
-
-
l.
suikergehalte: het met behulp van de refractometer bepaalde percentage opgeloste droge stof, uitgedrukt als saccharose;
-
m.
procent of %: massaprocent.
2
In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, worden onder verduurzaamde vruchtenprodukten niet verstaan:
-
a.
de waren, bedoeld in de "Verordening PGF 1976 Vruchtesappen en bepaalde aanverwante produkten";
-
b.
de waren, bedoeld in het Frisdranken- en siropenbesluit (Warenwet) (Stb. 1979, 100).