Besluit van 24 december 1992, tot vaststelling van het Uitvoeringsbesluit verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten

Uitvoeringsbesluit verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 10 november 1992, nr. WV 92/534, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Verbruiksbelastingen;
De Raad van State gehoord (advies van 9 december 1992, nr. W06.92.0540);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 17 december 1992, nr. WV 92/648, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Verbruiksbelastingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Afdeling

1

Inleidende bepalingen

Artikel

1

Afdeling

2

Overbrengen van alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Het brengen, bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel c, van de wet, van alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak vanuit een inrichting naar een derde land dient te kunnen worden aangetoond met een exemplaar van de op grond van de wettelijke bepalingen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet, vereiste aangifte ten uitvoer waaruit blijkt dat de daarin omschreven goederen hun bestemming hebben bereikt.

Artikel

5

Artikel

6

Voor de toepassing van artikel 4, derde lid, van de wet wordt als het op incidentele basis aanwenden van een beperkte hoeveelheid alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak aangemerkt die hoeveelheid die een bij ministeriële regeling vastgestelde hoeveelheid niet overschrijdt.

Artikel

7

De in artikel 4, eerste lid, van de wet bedoelde personen of lichamen moeten hun administratie zodanig doen zijn dat daarin op overzichtelijke wijze alle voor de heffing van alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak van belang zijnde gegevens zijn opgenomen. De administratie dient in ieder geval te bevatten de regelmatige aantekening van de vorenbedoelde goederen.

Artikel

8

Artikel

9

Het brengen, bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel a, van de wet, van alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak vanuit een derde land naar een plaats voor tijdelijke opslag, het in Nederland plaatsen onder een communautaire douaneregeling van vanuit een derde land binnengebrachte alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak, bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel b, van de wet, alsmede het onder ambtelijk toezicht vernietigen van alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak die onder een communautaire douaneregeling zijn geplaatst, bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel e, van de wet, dient te geschieden met inachtneming van de formaliteiten die op grond van de wettelijke bepalingen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet, moeten worden vervuld.

Artikel

10

Hoofdstuk

II

Inrichting

Artikel

11

Artikel

12

Hoofdstuk

III

Vrijstellingen en teruggaven

Afdeling

1

Vrijstellingen

Artikel

13

Vrijstelling van belasting ter zake van de uitslag en de invoer van vruchte- en groentesappen die kennelijk zijn bestemd om te worden gebruikt als aanvulling op kindervoeding, voor medicinale doeleinden of anders dan om te worden gedronken, wordt verleend indien die bestemming blijkt uit de kleinhandelsverpakking en de presentatie van het produkt.

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Afdeling

2

Teruggaven

Artikel

18

Voor de toepassing van de teruggaaf van belasting voor alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak in gevallen waarin deze goederen op de voet van artikel 29 van de wet zouden kunnen worden betrokken met vrijstelling, is artikel 14 van overeenkomstige toepassing met uitzondering van het bepaalde in het vierde en het vijfde lid van dat artikel.

Artikel

19

Voor de toepassing van de teruggaaf van belasting ter zake van de levering van alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak waarvoor op de voet van artikel 30 van de wet aanspraak op een vrijstelling zou bestaan, zijn de artikelen 15 en 16 van overeenkomstige toepassing.

Artikel

20

Artikel

21

Voor de toepassing van teruggaaf van belasting voor onder ambtelijk toezicht vernietigde alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak is artikel 20, eerste en tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel

22

Voor de toepassing van de teruggaaf van belasting voor alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak die zijn gebracht naar een derde land of zijn geplaatst onder een communautaire douaneregeling met als bestemming een derde land, dient bij het verzoek om teruggaaf een exemplaar van de op grond van de wettelijke bepalingen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet, vereiste aangifte ten uitvoer te worden overgelegd waaruit blijkt dat de daarin omschreven goederen hun bestemming hebben bereikt.

Artikel

23

Artikel

24

Voor de toepassing van de teruggaaf van belasting voor alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak die door een ondernemer zijn overgebracht naar een ondernemer dan wel een publiekrechtelijk lichaam, anders dan als ondernemer, in een andere lid-staat, dient belanghebbende aan de hand van boeken en bescheiden aan te tonen dat de goederen hun bestemming hebben bereikt.

Artikel

25

Bij een verzoek om teruggaaf binnen drie maanden na een tariefwijziging van de belasting wordt teruggaaf ingevolge deze afdeling bij een tariefverhoging naar het daarvóór geldende tarief en bij een tariefverlaging naar het dan geldende tarief verleend, tenzij de belanghebbende aantoont dat de belasting waarvan teruggaaf wordt gevraagd, is voldaan naar het na de tariefverhoging geldende onderscheidenlijk vóór de tariefverlaging gegolden hebbende hogere tarief.

Artikel

26

Bij een verzoek om teruggaaf van belasting dient steeds de aankoopfactuur van de desbetreffende alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak te worden overgelegd.

Hoofdstuk

IV

Bijzondere bepalingen

Afdeling

1

Controlebepalingen

Artikel

27

Afdeling

2

Overige bepalingen

Artikel

29

In een douane-entrepot of een vrij entrepot in de zin van de wettelijke bepalingen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet, mogen voorhanden zijn:

  • a.

    niet-communautaire alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak als bedoeld in artikel 4, onderdeel 8, van het Communautair douanewetboek;

  • b.

    communautaire alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak als bedoeld in artikel 4, onderdeel 7, van het Communautair douanewetboek die met toepassing van hoofdstuk 4, paragraaf 2, van het Douanebesluit worden opgeslagen.

Artikel

30

Hoofdstuk

V

Ontheffing verbodsbepalingen

Tabaksprodukten

Artikel

31

Hoofdstuk

VI

Strafbepalingen

Hoofdstuk

VII

Slotbepalingen

Artikel

33

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1993.

Artikel

34

Dit besluit kan worden aangehaald als Uitvoeringsbesluit verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Het Oude Loo
Beatrix
De Staatssecretaris van Financiën, M. J. J. van Amelsvoort
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin