Regeling aquicultuur

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op richtlijn 91/67/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurprodukten (PbEG L 46), richtlijn 89/662/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 395/13), richtlijn 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224/29), richtlijn 90/675/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 december 1990 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor produkten uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG L 373), richtlijn 91/496/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht (Pb EG L 268/56), beschikking 92/571/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 december 1992 inzake nieuwe overgangsmaatregelen om de overgang naar de bij richtlijn 90/675/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen vastgestelde regeling inzake veterinaire controles te vergemakkelijken (PbEG L 367), op artikel 2b van de Visserijwet 1963 (Stb. 312)1Laatstelijk gewijzigd bij Wet van 25 oktober 1989, Stb. 490. en artikel 3 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977 (Stb. 666)2Laatstelijk gewijzigd bij besluit van 15 mei 1991, Stb. 343.;
Gehoord het Produktschap voor Vis en Visprodukten;

Besluit:

Hoofdstuk

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

Hoofdstuk

2

Algemene bepalingen inzake het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurprodukten

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Hoofdstuk

3

Erkende gebieden

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

De minister heft de schorsing van de erkenning van een erkend gebied dan wel van een deel van een gebied op, indien:

  • een erkend laboratorium aanwezigheid van ziekteverwekkers als bedoeld in bijlage A, kolom 1, lijst II, uit het gebied dan wel gedeelte daarvan niet heeft kunnen vaststellen;

  • de besmettingshaard overeenkomstig het bepaalde in bijlage B, onder I.D., II.D. of III.D. van richtlijn 91/67/EEG is uitgeroeid en het gebied dan wel gedeelte daarvan weer voldoet aan de vereisten, bedoeld in bijlage B, onder I.B., II.B. of III.B. van richtlijn 91/67/EEG.

Hoofdstuk

4

Erkende bedrijven

Artikel

10

Artikel

11

De minister brengt een bedrijf bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen in aanmerking voor erkenning door die Commissie als is voldaan aan de vereisten, bedoeld in bijlage C, onder I.A., II.A of III.A, van richtlijn 91/67/EEG.

Artikel

12

Het bepaalde in de artikelen 6 tot en met 9 is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van erkende bedrijven.

Hoofdstuk

5

Verdere bepalingen inzake het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurprodukten

Artikel

13

Het is verboden levende vis, met uitzondering van weekdieren, van voor ziekte vatbare soorten vermeld in bijlage A, kolom 2, lijst II, van richtlijn 91/67/EEG, als ook eieren of gameten daarvan, in de handel te brengen, zonder dat de betreffende zending van deze dieren vergezeld gaat van een vervoerdocument, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van richtlijn 91/67/EEG, voor zover de betreffende vis, eieren of gameten bestemd zijn om te worden binnengebracht in een erkend gebied of bij een erkend bedrijf dat voldoet aan de voorwaarden van bijlage C, punt I, van die richtlijn, ten einde daar te worden uitgezet.

Artikel

14

Het is verboden levende weekdieren, bedoeld in bijlage A, kolom 2, lijst II, van richtlijn 91/67/EEG, in de handel te brengen in strijd met het bepaalde in artikel 8, eerste lid, van richtlijn 91/67/EEG.

Artikel

15

Artikel

16

Het is verboden levende weekdieren die vatbaar zijn voor de in bijlage A, kolom 1, lijst II, van richtlijn 91/67/EEG vermelde ziekten, voor zover zij afkomstig zijn uit een niet erkend gebied, in een erkend gebied af te leveren anders dan voor rechtstreekse menselijke consumptie of voor de conservenindustrie. Zij mogen niet opnieuw worden uitgezet, behalve in de gevallen, bedoeld in artikel 9, onderdeel 2, van richtlijn 91/67/EEG.

Artikel

17

Voor zover zij bestemd zijn om te worden binnengebracht in een erkend gebied teneinde in dat gebied te worden uitgezet of in een bedrijf dat voldoet aan de eisen van bijlage C van richtlijn 91/67/EEG, is het verboden levende gekweekte vissen, alsmede de eieren of gameten daarvan, en gekweekte weekdieren, die niet behoren tot de in bijlage A, kolom 2, lijst II, van richtlijn 91/67/EEG vermelde voor de betreffende ziekte vatbare soorten, in de handel te brengen zonder dat de betreffende zending vergezeld gaat van een document als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van richtlijn 91/67/EEG.

Artikel

18

Voor zover zij bestemd zijn om te worden binnengebracht in een erkend gebied of in een bedrijf dat voldoet aan de eisen van bijlage C van richtlijn 91/67/EEG, is het verboden in het wild levende vissen, week- of schaaldieren, als ook eieren of gameten daarvan, in de handel te brengen, in strijd met het bepaalde in artikel 14, derde lid, van richtlijn 91/67/EEG.

Artikel

18a

De artikelen 17 en 18 zijn niet van toepassing op:

  • a.

    aquicultuurdieren die voorkomen op de in artikel 14, vierde lid, van richtlijn 91/67/EEG bedoelde lijst;

  • b.

    tropische siervissen die permanent in aquaria worden gehouden.

Artikel

19

De verboden, bedoeld in de artikelen 13 tot en met 18, zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van gebieden of bedrijven waarvoor een programma als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van richtlijn 91/67/EEG, is vastgesteld.

Hoofdstuk

6

De in- en doorvoer van aquicultuurdieren

Paragraaf

1

Algemene bepalingen

Artikel

20

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder ‘handelaar’ verstaan elke natuurlijke of rechtspersoon die aquicultuurdieren met het oog op de verhandeling onder zich heeft.

Artikel

21

De in- en doorvoer van aquicultuurdieren is verboden.

Paragraaf

2

In- en doorvoer vanuit Lid-Staten

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

De vervoerder van de aquicultuurdieren moet de instructies van de ambtenaar in verband met een controle opvolgen. Desverlangd is hij verplicht de dieren ten onderzoek aan de ambtenaar aan te bieden en artikel 23, derde lid, bedoelde documenten te overleggen. Bij een zodanig onderzoek verleent hij alle medewerking en verstrekt hij alle inlichtingen die voor het onderzoek noodzakelijk worden geacht.

Artikel

26

De bij de invoer betrokken handelaar alsmede, indien de aquicultuurdieren bestemd zijn om naar een Lid-Staat te worden doorgevoerd, de bij de doorvoer betrokken handelaar, moet zijn ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 63, eerste lid, terwijl die inschrijving niet is getroffen door een beslissing als bedoeld in het derde lid van dat artikel.

Artikel

27

Artikel

28

Indien de aquicultuurdieren zijn verzonden vanuit een Lid-Staat en bestemd zijn voor een derde land:

  • a.

    blijft het vervoer van de betreffende partij, indien zij onder douanetoezicht is geplaatst, onder dat toezicht tot de plaats waar het Nederlands grondgebied wordt verlaten;

  • b.

    gaat de betreffende partij, indien het punt van uitgang is gelegen in een erkend gebied of indien de ontvanger een erkend bedrijf is, vergezeld van de onderscheiden vervoersdocumenten, bedoeld in de artikelen 13, 14, 17 of 18;

  • c.

    wordt de betreffende partij, indien de doorvoer vanuit Nederland rechtstreeks naar het derde land van bestemming plaatsvindt, doorgevoerd via het punt van uitgang dat op de in onderdeel b bedoelde documenten is vermeld;

  • d.

    geldt ter zake van de in onderdeel b bedoelde documenten tevens dat:

    • zij in ten minste één van de talen van de Lid-Staat van oorsprong zijn gesteld en in de Nederlandse taal of, indien de partij bestemd is om te worden doorgevoerd via een andere Lid-Staat, tevens in één van de talen van de Lid-Staat waar zich het punt van uitgang bevindt;

    • daarop het punt van uitgang als plaats van bestemming is vermeld;

    • daarop als ontvanger is vermeld, met naam en adres, de handelaar, bedoeld in onderdeel e, dan wel, ingeval de partij bestemd is om te worden doorgevoerd via een andere Lid-Staat, de ontvanger bij het punt van uitgang, bedoeld in artikel 4, tweede gedachtenstreepje, van beschikking 93/444/EEG;

  • e.

    gaat de partij bovendien vergezeld van veterinaire documenten of certificaten die aan de veterinaire voorschriften van het derde land van bestemming voldoen, tenzij op de documenten, bedoeld in onderdeel b, de vermelding ‘Dieren of produkten voor uitvoer naar (naam van het derde land)’ voorkomt, waarbij de naam van het derde land van bestemming als het gedeelte tussen haakjes is opgenomen;

  • f.

    zijn de artikelen 26 en 63 van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de handelaar die in Nederland bij het punt van uitgang bij de doorvoer van de partij betrokken is, en

  • g.

    vindt het vervoer van de partij, indien deze niet aan de voorschriften van richtlijn 91/67/EEG voldoet, slechts plaats indien de minister daartoe vooraf toestemming heeft verleend.

Artikel

29

Paragraaf

3

In- en doorvoer uit derde landen

Artikel

30

Artikel

31

Artikel

32

De importeur of de vervoerder van de in of door te voeren aquicultuurdieren moet de instructies van de ambtenaar, in verband met het onderzoek of een controle opvolgen. Daarbij verleent hij alle medewerking en verstrekt hij alle inlichtingen die voor het onderzoek of de controle noodzakelijk worden geacht.

Artikel

33

Indien de aquicultuurdieren blijkens het in artikel 31, vierde lid, bedoelde certificaat bestemd zijn om naar een Lid-Staat te worden doorgevoerd, moet de bij doorvoer betrokken handelaar zijn ingeschreven in het in artikel 63 bedoelde register, terwijl die inschrijving niet is getroffen door een beslissing als bedoeld in het derde lid van dat artikel.

Artikel

34

Indien de aquicultuurdieren blijkens het in artikel 31, vierde lid, bedoelde certificaat bestemd zijn voor een derde land, moet worden aangetoond dat het eerste derde land waarnaar zij worden vervoerd de verplichting op zich neemt de partij waarvan het de invoer of de doorvoer toestaat, in geen geval te weigeren of terug te zenden en, voor zover daarbij vervoer over het grondgebied van een of meer Lid-Staten zal plaatsvinden, dat door de bevoegde centrale autoriteit van die Lid-Staat of Lid-Staten toestemming voor dat vervoer is verleend.

Artikel

35

Artikel

36

Met betrekking tot de partij aquicultuurdieren moet een certificaat als bedoeld in artikel 7, eerste lid, tweede gedachtenstreepje, van richtlijn 91/496/EEG, zijn afgegeven. Indien de partij is bestemd voor een Lid-Staat wordt bovendien het in artikel 31, vierde lid, bedoelde document ingenomen en worden de documenten als bedoeld in het eerste gedachtenstreepje van artikel 7, eerste lid, van richtlijn 91/496/EEG afgegeven.

Artikel

37

Artikel

38

Hoofdstuk

7

De in- en doorvoer van aquicultuurprodukten

Paragraaf

1

Algemene bepalingen

Artikel

39

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder ‘handelaar’ verstaan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon zijnde de eerste ontvanger op Nederlands grondgebied van een partij aquicultuurprodukten.

Artikel

40

De in- en doorvoer van aquicultuurprodukten is verboden.

Paragraaf

2

De in- en doorvoer vanuit Lid-Staten

Artikel

41

Artikel

42

Artikel

43

Vervallen

Artikel

44

Paragraaf

3

De in- en doorvoer van aquicultuurprodukten afkomstig uit derde landen

Artikel

45

Artikel

46

Artikel

46a

Artikel

47

Met betrekking tot het bepaalde in artikel 46 is het gestelde in de artikelen 32 en 33 en met betrekking tot het bepaalde in artikel 46a is het gestelde in artikel 32 van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat onder ‘importeur of vervoerder’ als bedoeld in artikel 32 tevens dient te worden verstaan: belanghebbende bij de lading..

Artikel

48

Artikel

49

Artikel

50

Vervallen

Artikel

51

Vervallen

Artikel

51a

Vervallen

Artikel

51b

Vervallen

Artikel

51c

Vervallen

Artikel

51d

Vervallen

Artikel

51e

Vervallen

Artikel

51f

Vervallen

Artikel

52

Vervallen

Artikel

52a

Artikel

53

Hoofdstuk

8

De uitvoer van aquicultuurdieren en aquicultuurprodukten

Paragraaf

1

Algemene bepalingen

Artikel

54

Voor de toepassing van dit hoofdstuk is de begripsomschrijving ‘handelaar’ zoals bepaald in artikel 39, van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf

2

De uitvoer van aquicultuurdieren

Artikel

55

Het vervoeren van een in Nederland verzamelde partij aquicultuurdieren van enige plaats in Nederland naar het grondgebied van en bestemd voor een Lid-Staat is verboden.

Artikel

56

Artikel

57

Indien de aquicultuurdieren zijn bestemd om via het grondgebied van een Lid-Staat naar een derde land te worden vervoerd:

  • a.

    blijft het vervoer van de betreffende partij, indien zijn onder douanetoezicht is geplaatst, onder dat toezicht tot de plaats waar het Nederlands grondgebied wordt verlaten;

  • b.

    gaat de betreffende partij indien het punt van uitgang is gelegen in een erkend gebied of indien de ontvanger een erkend bedrijf is, vergezeld van de onderscheiden vervoersdocumenten, bedoeld in de artikelen 13, 14, 17 of 18;

  • c.

    geldt ter zake van de in onderdeel b bedoelde documenten tevens dat:

    • zij in de Nederlandse taal en in ten minste één van de talen van de Lid-Staat waar zich het punt van uitgang bevindt, zijn gesteld;

    • daarop het punt van uitgang als plaats van bestemming is vermeld;

    • daarop als ontvanger is vermeld, met naam en adres, de ontvanger bij het punt van uitgang, bedoeld in artikel 4, tweede gedachtenstreepje, van beschikking 93/444/EEG;

  • d.

    gaat de partij bovendien vergezeld van veterinaire documenten of certificaten, die aan de veterinaire voorschriften van het derde land van bestemming voldoen, tenzij de VWA niet over die voorschriften beschikt, in welk geval op de documenten, bedoeld in onderdeel b, de vermelding ‘Dieren of producten voor uitvoer naar (naam van het derde land)’ is opgenomen, waarbij de naam van het derde land van bestemming als het gedeelte tussen haakjes is ingevuld, en

  • e.

    indien de aquicultuurdieren niet voldoen aan de voorwaarden van richtlijn 91/67/EEG is het vervoer daarvan slechts toegestaan indien de minister daartoe vooraf toestemming heeft verleend.

Artikel

58

De handelaar in aquicultuurdieren, bedoeld in deze paragraaf, dient te zijn ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 63, terwijl die inschrijving niet dient te zijn getroffen door een beslissing als bedoeld in het derde lid van dat artikel.

Paragraaf

3

De uitvoer van aquicultuurprodukten

Artikel

59

Hoofdstuk

9

Administratieve bepalingen

Artikel

60

Artikel

61

Artikel

62

Ondernemers, handelaren als bedoeld in de artikelen 20, 39 en 54, degenen die aquicultuurproducten bewerken alsmede degenen die aquicultuurdieren of aquicultuurproducten vervoeren of anderszins bedrijfsmatig onder zich hebben met het oog op het in de handel brengen daarvan, zijn verplicht toe te staan dat een ambtenaar ten behoeve van de uitvoering van deze regeling, de door hem noodzakelijk geachte werkzaamheden en controles verricht.

Artikel

63

Hoofdstuk

10

Slotbepalingen

Artikel

64

Artikel

65

's-Gravenhage
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Voor deze:
De secretaris-generaal, T. H. J.Joustra