Besluit van 22 december 1993, houdende nadere regels betreffende de proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedures

Besluit proceskosten bestuursrecht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 16 november 1993, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 407324/93/6, gedaan mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken;
De Raad van State gehoord (advies van 15 december 1993, nr. W03.93.0753);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 17 december 1993, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 417687/93/6, uitgebracht mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Een veroordeling in de kosten als bedoeld in artikel 8:75 onderscheidenlijk een vergoeding van de kosten als bedoeld in artikel 7:15, tweede lid, of 7:28, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan uitsluitend betrekking hebben op:

  • a.

    kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand,

  • b.

    kosten van een getuige of deskundige die door een partij of een belanghebbende is meegebracht of opgeroepen, dan wel van een deskundige die aan een partij verslag heeft uitgebracht,

  • c.

    kosten van een tolk die door een partij of een belanghebbende is meegebracht of opgeroepen,

  • d.

    reis- en verblijfkosten van een partij of een belanghebbende,

  • e.

    verletkosten van een partij of een belanghebbende,

  • f.

    kosten van uittreksels uit de openbare registers, telegrammen, internationale telexen, internationale telefaxen en internationale telefoongesprekken, en

  • g.

    kosten van het als gemachtigde optreden van een arts in zaken waarin enig wettelijk voorschrift verplicht tot tussenkomst van een gemachtigde die arts is.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1994.

Artikel

6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit proceskosten bestuursrecht.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin
De Minister van Binnenlandse Zaken, C. I. Dales
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage

bij Besluit proceskosten bestuursrecht

TARIEF als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit proceskosten bestuursrecht

Het bedrag van de kosten, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van het Besluit proceskosten bestuursrecht, wordt vastgesteld door aan de verrichte proceshandelingen punten toe te kennen overeenkomstig onderstaande lijst (A) en die punten te vermenigvuldigen met de waarde per punt (B) en met de toepasselijke wegingsfactoren (C).

A

Punten per proceshandeling

A1

procedures waarop hoofdstuk 8 Algemene wet bestuursrecht van toepassing of van overeenkomstige toepassing is

beroep en hoger beroep

1.

beroepschrift/verweerschrift (artikel 6:4; 8:42)

1

2.

schriftelijk commentaar op conclusie (8:12a, vijfde lid)

0,5

2a.

schriftelijke zienswijze na opmerkingen andere partijen (8:12b, vierde lid)

0,5

3.

repliek/dupliek (8:43, eerste lid) / schriftelijke uiteenzetting (8:43, tweede lid)

0,5

4.

verschijnen (inlichtingen)comparitie (8:44)

0,5

5.

schriftelijke inlichtingen (8:45, eerste lid)

0,5

6.

schriftelijke zienswijze na inlichtingen of advies Europese Commissie (8:45, zesde lid)

0,5

7.

bijwonen mondelinge opmerkingen Europese Commissie of Autoriteit Consument en Markt (8:45a, tweede lid)

0,5

8.

schriftelijke zienswijze na opmerkingen Europese Commissie of Autoriteit Consument en Markt (8:45a, vierde lid)

0,5

9.

bijwonen getuigenverhoor (8:46)

0,5

10.

schriftelijke zienswijze na verslag deskundigenonderzoek (8:47, vijfde lid)

0,5

11.

bijwonen onderzoek ter plaatse (8:50, derde lid)

0,5

12.

schriftelijke zienswijze na bestuurlijke lus (8:51b, derde lid)

0,5

13.

verschijnen zitting (8:55, tiende lid, en 8:56)

1

14.

nadere zitting (8:64, vierde lid) na tussenuitspraak (8:80a)

1

15.

nadere zitting (8:64) anders dan na tussenuitspraak

0,5

16.

schriftelijke zienswijze na incidenteel hoger beroep (8:110, derde lid)

1

verzet

17.

verzetschrift (8:55, eerste lid)

0,5

18.

verschijnen zitting (8:55, vierde lid)

0,5

voorlopige voorziening

19.

verzoekschrift (8:81, 8:87)

1

20.

verschijnen zitting (8:83)

1

schadevergoeding onrechtmatig besluit

21.

verzoekschrift (8:90, eerste lid, en 8:91)

1

herziening

22.

verzoekschrift (8:119)

1

cassatie

23.

beroepschrift/verweerschrift/schriftelijke zienswijze na incidenteel beroep

2

24.

repliek/dupliek

2

25.

mondelinge of schriftelijke toelichting

2

26.

schriftelijk commentaar op conclusie procureur-generaal Hoge Raad

0,5

A2

Prejudiciële procedures bij de Hoge Raad

1. schriftelijke opmerkingen

(artikel 27gc, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen)

2

2. mondelinge of schriftelijke toelichting

(artikel 27gc, vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen)

2

3. schriftelijk commentaar op conclusie procureur-generaal Hoge Raad

(artikel 27gc, zesde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen)

0,5

4. schriftelijke opmerkingen na herformulering rechtsvraag

(artikel 27gc, zevende lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen)

0,5

5. schriftelijke reactie op uitspraak Hoge Raad

(artikel 27ge van de Algemene wet inzake rijksbelastingen)

0,5

A3

prejudiciële procedures bij het Hof van Justitie van de Europese Unie

1.

schriftelijke opmerkingen

2

2.

verschijnen mondelinge behandeling

2

A4

procedures bij het Benelux-gerechtshof

1.

memorie

2

2.

pleidooi

2

A5

Bezwaar en administratief beroep

Bezwaar en administratief beroep

1.

bezwaarschrift/beroepschrift (artikel 6:4)

1

2.

verschijnen hoorzitting (artikel 7:2; 7:16)

1

3.

nadere hoorzitting (artikel 7:9/7:23)

0,5

B

Waarde per punt

B1. Beroep en hoger beroep

B2. Bezwaar en administratief beroep

  • 1.

    1 punt = € 296 per 1 januari 2024: € 310 voor besluiten genomen op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de heffing van premies, dan wel premievervangende belasting voor de sociale verzekeringen, bedoeld in artikel 2, onderdelen a en c, van de Wet financiering sociale verzekeringen. Dit geldt tevens voor besluiten genomen op grond van een wettelijk voorschrift inzake de heffing van de inkomensafhankelijke bijdragen, dan wel een bijdragevervangende belasting, ingevolge de Zorgverzekeringswet.

  • 2.

    1 punt = € 597 per 1 januari 2024: € 624 in de overige gevallen.

C

Wegingsfactoren

C1

Gewicht van de zaak

zeer licht

0,25

licht

0,5

gemiddeld

1

zwaar

1,5

zeer zwaar

2

C2

Samenhangende zaken

minder dan 4

1

4 of meer

1,5