Besluit van 27 november 1963, houdende vaststelling van tarieven voor vergoedingen als bedoeld in de artikelen 3, 4, 6, 7, 17 en 18 van de Wet tarieven in strafzaken

Besluit tarieven in strafzaken

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 29 oktober 1963, Stafafdeling Wetgeving Nr. 321/663;
Gelet op de artikelen 3, 4, 6, 7, 17 en 18 van de Wet tarieven in strafzaken (Wet van 28 maart 1963, Stb. 130);
De Raad van State gehoord (advies van 13 november 1963, nr. 25);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 20 november 1963, Stafafdeling Wetgeving, nr. 359/663;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Tot de in artikel 2 van de Wet tarieven in strafzaken bedoelde buitengewone, bij en krachtens deze wet niet voorziene kosten worden gerekend vergoedingen voor werkzaamheden, verricht door, wegens tijdverzuim en daarmede verband houdende noodzakelijke kosten en voor reis- en verblijfkosten van personen, ten aanzien van wie in verband met hun verblijf buitenslands moet worden afgeweken van de tarieven, vervat in de artikelen 1-4 en 6.

Artikel

7a

De bedragen in dit besluit genoemd, worden verhoogd met de omzetbelasting, die daarover is verschuldigd.

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Voor het uitbrengen van exploiten ingevolge bijzondere wetten is aan de deurwaarders een vergoeding verschuldigd, berekend naar de in het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders bepaalde tarieven met dien verstande dat het tarief voor het uitreiken van gerechtelijke stukken € 46,58 bedraagt.

Artikel

11

Dit besluit kan worden aangehaald als Besluit tarieven in strafzaken.

Artikel

12

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

13

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

14

Dit besluit treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en aan de Algemene Rekenkamer.

Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Justitie, Y. SCHOLTEN.
De Minister van Justitie, Y. SCHOLTEN.