Uitvoeringsregeling Wet identificatie bij dienstverlening

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

6

Vervallen

Artikel

7

Artikel

8

artikel 4, derde lid, onder c, van de Wet identificatie bij dienstverlening is van overeenkomstige toepassing:

  • indien de dienst bestaat uit het openstellen van een rekening als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 2°, van die wet, en deze dienst wordt verleend door een instelling uitsluitend vanuit haar hoofdvestiging;

  • indien de dienst bestaat uit het openstellen van een rekening en deze dienst wordt verricht door een bij de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. aangesloten kredietinstelling en voor deze rekening hetzelfde nummer wordt gebruikt als voor een rekening van dezelfde cliënt bij een andere kredietinstelling die ook is aangesloten bij de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. en de eerste betaling bestaat uit het overboeken van het saldo dat wordt aangehouden op de rekening bij de ene kredietinstelling naar de rekening met hetzelfde nummer bij de andere kredietinstelling;

  • indien de dienst bestaat uit het uitgeven van creditcards.

Artikel

8a

Artikel

8b

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling Wet identificatie bij dienstverlening.

Artikel

9

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag waarop de Wet identificatie bij dienstverlening in werking treedt.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, W.Kok