Regeling werkwijze Landinrichtingscommissie voor de aanpassingsinrichting Stevol

De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Handelende in overeenstemming met het College van Gedeputeerde Staten van Limburg;
Gehoord de Centrale Landinrichtingscommissie;

Besluit

Titel

1

Algemeen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

b.
bevoegd orgaan:

College van Gedeputeerde Staten van Limburg.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

De secretaris van de commissie legt in een verslag vast hetgeen in de vergadering is behandeld. Dit verslag maakt steeds deel uit van de bij de agenda van de eerstvolgende vergadering behorende stukken.

Artikel

6

Artikel

7

De secretaris van de commissie draagt zorg voor de archiefvorming volgens de bepalingen en instructies opgesteld voor het archiefbeheer van de Dienst Landelijk Gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Artikel

8

De commissie maakt bij de voorbereiding en de uitvoering van de aanpassingsinrichting op basis van door de directeur van de Dienst Landelijk Gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij gegeven voorschriften, gebruik van de diensten van het door hem aangewezen directievoerend lichaam.

Titel

2

Subcommissies

Artikel

9

Indien de commissie op grond van artikel 29 van de wet een subcommissie instelt, wordt het secretariaat van de subcommissie vervuld door de secretaris van de commissie.

Artikel

10

De commissie stelt een instructie op voor iedere subcommissie.

Titel

3

Planning

Artikel

11

Artikel

12

Titel

4

Grondzaken

Artikel

13

Ter verwezenlijking van de taakstelling voor de grondverwerving, die nader wordt uitgewerkt in het aanpassingsplan worden door het bureau beheer landbouwgronden, hierna te noemen het bureau, gronden verworven op basis van een na overleg met de commissie vastgesteld aankoopbeleid. Over de resultaten wordt periodiek door het bureau schriftelijk verslag gedaan aan de commissie, die in de gelegenheid wordt gesteld het gevoerde beleid ter discussie te stellen.

Artikel

14

De commissie volgt de door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij gegeven regelen inzake de toepassing van artikel 11, eerste lid, van de wet onderscheidenlijk artikel 146, derde lid, van de wet.

Artikel

15

Artikel

16

Bij verrekening van de voor overbedeling door het bureau beschikbaar gestelde gronden volgt de commissie de richtlijnen van de centrale commissie op.

Artikel

17

Artikel

18

Indien in een aanpassingsinrichting door het bureau verworven grond wordt gebruikt om door middel van een systematische overbedeling van de eigenaren korting als gevolg van de toepassing van artikel 143, eerste lid, aanhef en onder b, van de wet geheel of gedeeltelijk te compenseren, ontvangt het bureau door bemiddeling van de commissie, het volgens de door de centrale commissie gegeven richtlijnen bepaalde deel van het ingevolge artikel 147, tweede lid, van de wet met het openbaar lichaam overeengekomen bedrag.

Artikel

19

Artikel

20

De commissie geeft de in artikel 23, vierde lid, van de Beschikking grondbankstelsel bedoelde schriftelijke verklaring af aan de regiodirecteur. Hieruit dient te blijken hoe naar verwachting de verkaveling en de ligging van de grond van de aanvrager ten opzichte van de bedrijfsgebouwen zullen zijn na verwezenlijking van het plan van toedeling.

Titel

5

Voorbereiding van het aanpassingsplan

Artikel

21

Ten behoeve van de voorbereiding van het aanpassingsplan inventariseert de landinrichtingscommissie de sectorale inrichtingswensen voor het gebied.

Artikel

22

Artikel

23

Het voorontwerp van het aanpassingsplan maakt met betrekking tot de financiële bijdragen van openbare lichamen melding van de overeenstemming als bedoeld in artikel 102, derde lid, juncto artikel 35, tweede lid, van de wet.

Titel

6

Wijzigingen van het aanpassingsplan

Titel

7

Uitvoering van werken

Artikel

25

De commissie werkt, op basis van het door Gedeputeerde Staten ingevolge artikel 108, eerste lid, van de wet vastgestelde aanpassingsplan met inachtneming van het in artikel 12 bedoelde werkplan, in overleg met de districtsingenieur de voorzieningen nader uit en legt ze in bestekvorm ter instemming voor aan de inspecteur.

Artikel

26

De commissie draagt er zorg voor dat de voor de uitvoering benodigde vergunningen worden verkregen.

Artikel

27

De commissie stelt, nadat de in artikel 25 bedoelde instemming is verkregen en na overleg met het bevoegd orgaan en met de inspecteur, die hierbij optreedt namens de directeur van de Dienst Landelijk Gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, het tijdstip en tempo van de uitvoering vast, waarna tot aanbesteding kan worden overgegaan.

Artikel

28

Op de in artikel 128 van de wet bedoelde werken is het Besluit Aanbesteding Werken 1973 van toepassing. De commissie draagt er zorg voor dat deze werken overeenkomstig dit besluit openbaar worden aanbesteed. Slechts om enkele met name in het eerdergenoemde besluit genoemde redenen kan worden afgezien van openbare aanbesteding. Indien niet tot openbare aanbesteding kan worden overgegaan, dient voor de dan te volgen werkwijze tijdig een gemotiveerd voorstel ter instemming aan de directeur van de Dienst Landelijk Gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te worden voorgelegd.

Artikel

29

Artikel

30

Indien het aanpassingsplan als bedoeld in artikel 108, eerste lid, van de wet in boerderijverplaatsing voorziet, volgt de commissie de richtlijnen voor bedrijfsverplaatsing september 1990 van de centrale commissie op.

Artikel

31

De door de commissie ten behoeve van de toepassing van artikel 129, tweede lid, van de wet vast te stellen schadevergoedingsnormen behoeven de goedkeuring van de centrale commissie.

Artikel

32

Titel

8

Registratie van pachtovereenkomsten

Artikel

33

Titel

9

De schattingen

Artikel

34

De commissie volgt bij de schattingen als bedoeld in de artikelen 166 en 210 van de wet aanwijzingen op, welke de centrale commissie haar ter zake geeft.

Artikel

35

Artikel

36

Artikel

37

Voor de werkzaamheden van de schatters stelt de centrale commissie vergoedingen vast, alsmede de voorwaarden waaronder deze worden verleend.

Titel

10

Het plan van tijdelijk gebruik

Artikel

38

De commissie volgt bij het opmaken van een ontwerp van het plan van tijdelijk gebruik als bedoeld in artikel 190, eerste lid, van de wet door de centrale commissie verstrekte voorschriften op.

Titel

11

Begrenzingenplan en regeling eigendom, beheer en onderhoud van de daarin opgenomen voorzieningen

Artikel

39

Titel

12

Het plan van toedeling

Artikel

40

Artikel

41

Nadat de wensen, bedoeld in artikel 198 van de wet, zijn uitgebracht stelt de ingenieur van het Kadaster op de grondslag van de in artikel 195 van de wet bedoelde richtlijnen een ontwerp van het plan van toedeling op in overeenstemming met de districtsingenieur. Nadat deze overeenstemming is verkregen, wordt het ontwerp ter verdere behandeling aangeboden aan de commissie.

Titel

13

Tijdelijk beheer van uitgevoerde en andere werken

Artikel

42

Titel

14

Slotbepalingen

Artikel

43

De commissie volgt bij de behandeling van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden, de eerste schatting, het plan van tijdelijk gebruik, het plan van toedeling alsmede de lijst der geldelijke regelingen de voorschriften op welke ter zake door de centrale commissie zijn gegeven.

Artikel

44

De commissie maakt voor de vervulling van haar taak gebruik van de door de centrale commissie voorgeschreven modelformulieren.

Artikel

45

Deze regeling treedt in werking met ingang van tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

46

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling werkwijze Landinrichtingscommissie voor de aanpassingsinrichting Stevol.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Voor deze: De directeur-generaalLandbouw, Natuurbeheer en Visserij, G. van der Lely