Besluit van 4 februari 1994, houdende een algemene maatregel van bestuur tot regeling inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten

Warenwetbesluit veilige verpakking huishoudchemicaliën

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 18 augustus 1993 DGVgz/VVP/P 93992, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;
Gelet op artikel 6, eerste lid, onder b, en tweede lid, van richtlijn nr. 88/379/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 7 juni 1988, betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten (PbEG L 187), op richtlijn nr. 90/35/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 december 1989, tot vaststelling, in toepassing van artikel 6 van de richtlijn 88/379/EEG, van de categorieën preparaten waarvan de verpakking van een kinderveilige sluiting en/of een bij aanraking waarneembare gevaarsaanduiding moet zijn voorzien (PbEG L 19), op richtlijn nr. 91/410/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 juli 1991, houdende de veertiende aanpassing aan de technische vooruitgang van richtlijn 67/548/EEG betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (PbEG L228), op richtlijn nr. 91/442/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 1991, betreffende de gevaarlijke preparaten waarvan de verpakking van een kinderveilige sluiting moet zijn voorzien (PbEG L238), op richtlijn nr. 92/32/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 30 april 1992, houdende de zevende wijziging van richtlijn 67/548/EEG betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (PbEG L154), alsmede op de artikelen 1, vierde lid, 6, onder d, 8, onder a en c, 11, 13 en 14 van de Warenwet;
Gezien het advies van de Adviescommissie Warenwet van 24 mei 1993, no. 14680/(41)5;
De Raad van State gehoord (advies van 24 december 1993, nr. W13.93 0585;
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 31 januari 1994, DGVgz/VVP/P 94171, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    huishoudchemicaliën:

    • stoffen en preparaten waarvan de verpakking krachtens de verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PbEU L 353) respectievelijk het Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten moet zijn geëtiketteerd als zeer vergiftig, vergiftig of bijtend;

    • preparaten waarvan de verpakking krachtens het Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten moet zijn geëtiketteerd als «schadelijk: kan longschade veroorzaken na verslikken»;

    • 3°.

      preparaten die methanol bevatten in een concentratie van 3 procent of meer;

    • 4°.

      preparaten die dichloormethaan bevatten in een concentratie van 1 procent of meer;

    • 5°.

      stoffen en preparaten waarvan de verpakking krachtens de verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PbEU L 353) respectievelijk het Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen of preparaten moet zijn geëtiketteerd als schadelijk, zeer licht ontvlambaar of licht ontvlambaar;

    • 6°.

      preparaten waarvan de verpakking krachtens het Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten van een etikettering moet zijn voorzien;

    en die zich bevinden in een verpakking die bestemd of geschikt is om met de inhoud in de particuliere sfeer te worden gebruikt;

  • b.

    kinderveilige sluiting: een sluiting die, aangebracht op de verpakking, voldoet aan NEN-EN-ISO 8317:2004 / C1:2007;

  • c.

    voelbare gevaarsaanduiding: een aanduiding die voldoet aan NEN-EN-ISO 11683:1997.

Artikel

2

Artikel

5

De verpakking van huishoudchemicaliën als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, onder 6°, mag

  • -

    geen vorm hebben of afbeelding dragen die de actieve nieuwsgierigheid van kinderen kan wekken of prikkelen, of de gebruikers in verwarring kan brengen ten aanzien van de aard van het produkt;

  • -

    geen aanbiedingsvorm hebben of benaming dragen die wordt gebruikt voor levensmiddelen, diervoeders, geneesmiddelen of cosmetische produkten.

Artikel

6

Artikel

7

Het Besluit kinderveilige verpakkingen huishoudchemicaliën (Warenwet) wordt ingetrokken.

Artikel

8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

9

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit veilige verpakking huishoudchemicaliën.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, H. J. Simons
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin