Wet van 14 februari 1994, houdende verzelfstandiging van de Rijksdienst van het Kadaster en de Openbare Registers

Organisatiewet Kadaster

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Rijksdienst van het Kadaster en de Openbare Registers te verzelfstandigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemeen

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Dienst: de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 2;

  • b.

    Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

  • c.

    bestuur: het bestuur, bedoeld in artikel 3;

  • d.

    raad van toezicht: de raad van toezicht, bedoeld in artikel 3.

Artikel

2

Hoofdstuk

2

Het bestuur en het toezicht op het bestuur

§

1

Algemeen

Artikel

3

De Dienst heeft een bestuur en een raad van toezicht.

§

2

Het bestuur

Artikel

4

Artikel

5

De bezoldiging van de leden van het bestuur wordt vastgesteld door de raad van toezicht en behoeft de goedkeuring van Onze Minister.

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Elke bestuurder is tegenover de Dienst gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuurders behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.

§

3

De raad van toezicht

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Hoofdstuk

3

Overleg met gebruikers

Artikel

16

Hoofdstuk

4

Organisatie en personeel

§

1

De organisatie

§

2

Het personeel

Artikel

18

Hoofdstuk

5

Financieel beheer en verslaglegging

§

1

Financieel beheer

Artikel

19

De baten van de Dienst bestaan uit:

  • a.

    de opbrengsten uit het kadastraal recht, bedoeld in artikel 108 van de Kadasterwet;

  • b.

    de opbrengsten uit vergoedingen voor andere bij of krachtens de wet aan de Dienst opgedragen taken;

  • c.

    de opbrengsten uit andere werkzaamheden, uit deelnemingen en uit samenwerkingen met derden;

  • d.

    andere baten, hoe ook genoemd.

Artikel

20

Artikel

21

Het bestuur stelt tijdig voor afloop van een boekjaar een financiële begroting vast voor het volgende boekjaar. De begroting is in overeenstemming met het meerjarenbeleidsplan, bedoeld in artikel 22.

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

§

2

De jaarrekening en het jaarverslag

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Het bestuur legt de jaarrekening en het jaarverslag over aan de raad van toezicht, vergezeld van:

  • a.

    de verklaring van de accountant omtrent de getrouwheid van de jaarrekening;

  • b.

    een opgave van de gebeurtenissen na de balansdatum met belangrijke financiële gevolgen voor de Dienst, onder mededeling van de omvang van die gevolgen.

Artikel

28

Artikel

29

Artikel

30

Hoofdstuk

6

Inlichtingen en onderzoek

Artikel

31

Hoofdstuk

7

Geheimhouding

Artikel 32

Vervallen

Hoofdstuk

8

Wijziging van de Kadasterwet en van de Invoeringswet Kadasterwet

Artikel

33

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

34

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Hoofdstuk

9

Wijziging van andere wetten

Artikel

35

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

36

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

37

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

38

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

39

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

40

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

41

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

42

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

43

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

44

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

45

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

46

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

47

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

48

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

49

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Hoofdstuk

10

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

50

Vervallen

Artikel

51

Vervallen

Artikel

52

Vervallen

Artikel

53

Tot het tijdstip waarop de reglementen, bedoeld in de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, in werking treden, blijven de voorschriften van kracht die ter zake golden, onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.

Artikel

55

Vervallen

Artikel

56

De tekst van de Kadasterwet wordt in het Staatsblad geplaatst.

Artikel

57

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 mei 1994 of op een bij koninklijk besluit te bepalen ander tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

58

Deze wet wordt aangehaald als: Organisatiewet Kadaster.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Lech
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, E. Heerma
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin