Artikel
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
aanbieder: een aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet;
-
beheerder: degene die als natuurlijk persoon handelende in de uitoefening van een beroep of een bedrijf dan wel als rechtspersoon een net beheert;
-
beheerpolygoon: de weergave door een beheerder respectievelijk door een netwerkexploitant van een aaneengesloten gebied, waarbinnen een beheerder een of meer netten beheert, respectievelijk een netwerkexploitant fysieke infrastructuur beheert;
-
civiele werken: civiele werken als bedoeld in artikel 5a.1 van de Telecommunicatiewet;
-
coördinatie:coördinatie van civiele werken als bedoeld in artikel 5 van richtlijn nr. 2014/61/EU;
-
Dienst: de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 2 van de Organisatiewet Kadaster;
-
fysieke infrastructuur: fysieke infrastructuur als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet;
-
gebiedsinformatie: het geheel van informatie dat door beheerders of netwerkexploitanten, ingevolge de artikelen 11, eerste lid, en 12, eerste lid en tweede lid, onderdeel a, aan de Dienst is verstrekt over de betrokken oriëntatiepolygoon dan wel graafpolygoon;
-
graafbericht: het bericht van de Dienst, bedoeld in artikel 10, onderdeel b, onder 1°;
-
graaflocatie: de locatie waar graafwerkzaamheden worden verricht;
-
graafmelding: de melding aan de Dienst van voorgenomen graafwerkzaamheden, bedoeld in artikel 8, eerste lid;
-
graafpolygoon: de weergave door een grondroerder van het gebied, waarbinnen de graaflocatie zich bevindt;
-
graafwerkzaamheden: het mechanisch verrichten van werkzaamheden in de ondergrond;
-
grondroerder: degene onder wiens verantwoordelijkheid of leiding graafwerkzaamheden worden verricht;
-
liggingsgegevens: de gegevens omtrent de ligging van een net of netwerk binnen de betrokken oriëntatiepolygoon dan wel graafpolygoon;
-
medegebruik: medegebruik van fysieke infrastructuur als bedoeld in artikel 5a.3, eerste en vierde lid, van de Telecommunicatiewet;
-
net: een ondergrondse kabel of leiding, daaronder mede begrepen lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;
-
net met gevaarlijke inhoud: een buisleiding die behoort tot een krachtens artikel 20.11, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet aangewezen categorie;
-
netwerk: een netwerk van een netwerkexploitant;
-
netwerkexploitant: een netwerkexploitant als bedoeld in artikel 5a.1 van de Telecommunicatiewet;
-
netwerk met hoge snelheid: een elektronisch communicatienetwerk met hoge snelheid als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet;
-
Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;
-
opdrachtgever: degene die opdracht geeft tot het uitvoeren van een werk waarbij graafwerkzaamheden worden verricht;
-
oriëntatiepolygoon: de weergave door een opdrachtgever, grondroerder, aanbieder of bestuursorgaan van een aangesloten gebied, ten aanzien waarvan deze met het oog op een belang als bedoeld in artikel 7, eerste, tweede of derde lid, om gebiedsinformatie verzoekt;
-
oriëntatieverzoek: het verzoek aan de Dienst om gebiedsinformatie, bedoeld in artikel 7, eerste tot en met derde lid;
-
registratiemelding: de melding van de beheerder of een netwerkexploitant, bedoeld in artikel 6, tweede of derde lid;
-
richtlijn nr. 2014/61/EU: richtlijn nr. 2014/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 mei 2014 inzake maatregelen ter verlaging van kosten van de aanleg van elektronischecommunicatienetwerken met hoge snelheid (PbEU 2014 L 155).