Besluit van 16 maart 1994, tot regeling van de vergoeding van verplaatsingskosten ten behoeve van de politie

Besluit vergoeding verplaatsingskosten politie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 16 november 1993, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Politie, hoofdafdeling Personeel, Onderwijs en Informatievoorziening, afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid, nr. EA93/U3218;
De Raad van State gehoord (advies van 7 februari 1994, nr. WO4.93 0766);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 11 maart 1994, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Politie, hoofdafdeling Personeel, Onderwijs en Informatievoorziening, afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid, nr. EA94/414;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

Hoofdstuk

II

Aanspraken op tegemoetkoming in verhuiskosten

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Geen tegemoetkoming in verhuiskosten ingevolge de artikelen 3, 4 of 5 wordt verleend, indien de verhuizing niet heeft plaatsgevonden binnen twee jaren nadat de verplichting tot verhuizen is opgelegd dan wel na de datum van het ontslag, het overlijden of de verplaatsing.

Hoofdstuk

III

De hoogte van de tegemoetkoming in verhuiskosten

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Bij een verplaatsing naar een land buiten Europa en terug, kan - indien de tewerkstelling aldaar naar verwachting tenminste één jaar zal duren - de tegemoetkoming in de verhuiskosten mede bestaan uit een tegemoetkoming in de kosten van transport over zee van een aan de betrokkene in eigendom behorende personenauto volgens nader door Onze Minister vast te stellen regels.

Hoofdstuk

IV

De tegemoetkoming in reis- en pensionkosten

Artikel

10a

Artikel

11

Artikel

11a

Hoofdstuk

V

Overige bepalingen

Artikel

12

Artikel

13

Het bevoegd gezag kan ter zake van de in of krachtens dit besluit bedoelde tegemoetkomingen een voorschot verlenen.

Artikel

14

Het bevoegd gezag kan in individuele gevallen dan wel ten aanzien van een door hem aan te wijzen groep betrokkenen in afwijking van de bij of krachtens dit besluit gestelde regels beslissen, indien de afwijking strekt tot het vermijden van onbillijkheden van overwegende aard die uit de toepassing van deze regels zouden voortkomen.

Artikel

15

Het bevoegd gezag kan zijn bevoegdheid, bedoeld in artikel 14 overdragen aan onder hem ressorterende diensten dan wel aan personen die het met de uitvoering van dit besluit en de daarbij behorende uitvoeringsregelingen heeft belast.

Hoofdstuk

VI

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

16

De betrokkene die vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit bij een verhuizing aanspraak kon maken op een tegemoetkoming in verhuiskosten op grond van het Verplaatsingskostenbesluit politie en voor wie de tegemoetkoming in verhuiskosten ingevolge dit besluit lager is, kan bij een verhuizing binnen zes maanden na inwerkingtreding van dit besluit, onverminderd artikel 6, in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in verhuiskosten zoals deze van toepassing was vóór de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel

17

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 1994.

Artikel

18

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vergoeding verplaatsingskosten politie.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken, E. van Thijn
De Minister van Justitie a.i., E. van Thijn