Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken tot vaststelling van bepalingen met betrekking tot het gebruik van de mogelijkheid van spaarloon als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel h, onder 2°, van de Wet op de loonbelasting binnen de sector Rijkspersoneel

Spaarloonregeling rijkspersoneel

De Minister van Binnenlandse Zaken,
Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de Ministerraad;

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Bij het in artikel 2 bedoelde verzoek doet het personeelslid opgave van tenminste de volgende gegevens:

  • a.

    het op het salaris in te houden spaarbedrag;

  • b.

    of dit bedrag in gelijke maandelijkse termijnen danwel eenmalig in het kalenderjaar op het salaris moet worden ingehouden;

  • c.

    het bank- of gironummer van de in artikel 3 bedoelde financiële instelling;

  • d.

    het nummer van de spaarloonrekening resp. het polisnummer van de levensverzekering.

Artikel

5

Artikel

6

Het bevoegd gezag stort het op het salaris van het personeelslid ingehouden spaarbedrag onmiddellijk op het door het personeelslid opgegeven bank-of gironummer van de financiële instelling ten gunste van de spaarloonrekening van het personeelslid resp. ten gunste van de afgesloten levensverzekering.

Artikel

7

Het is het personeelslid niet toegestaan rechtstreeks stortingen op zijn spaarloonrekening te verrichten.

Artikel

8

Artikel

9a

Artikel

10

Op verzoek van het personeelslid beëindigt het bevoegd gezag de inhouding van spaarbedragen op het salaris van het personeelslid.

Artikel

11

Artikel

12

Het is het personeelslid niet toegestaan het tegoed op zijn spaarloonregeling respectievelijk de afgesloten levensverzekering op enigerlei wijze in onderpand te geven of zijn rechten hierop over te dragen.

Artikel

14

Deze regeling wordt aangehaald als:

Spaarloonregeling rijkspersoneel.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage
De Minister van Binnenlandse Zaken, E. vanThijn