Besluit van 8 september 1994, houdende regels ter uitvoering van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 2 juni 1994, nummer GBA94/U69, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Financiën en Economische Zaken;
Gezien het advies van de Raad voor de gemeentefinanciën van 23 maart 1994, nummer Rgf 02.20/002.003;
Gezien het advies van de Registratiekamer van 23 maart 1994, nummer 94.A.002;
Gezien het advies van de Raad voor het Cultuurbeheer van 26 april 1994, nummer RCB/II-94-128;
De Raad van State gehoord (advies van 28 juli 1994, nummer W04.94.0350);
Gezien het nader rapport van Staatssecretaris J. Kohnstamm van Binnenlandse Zaken van 30 augustus 1994, nummer GBA94/101, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Financiën en Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Afdeling

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • de wet: de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

  • Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • het netwerk: het netwerk, bedoeld in artikel 4 van de wet;

  • een autorisatiebesluit: een besluit als bedoeld in artikel 91, eerste lid, van de wet of in artikel 99, zevende lid, van de wet;

  • een bijzondere derde: een derde als bedoeld in artikel 99 van de wet;

  • het vestigingsregister: het register, bedoeld in artikel 112 van de wet;

  • de verstrekkingsvoorziening: de voorziening, bedoeld in artikel 66a;

  • de systeembeschrijving: de beschrijving, bedoeld in artikel 11;

  • de tabelgegevens: de inhoud van de tabellen, bedoeld in artikel 13;

  • het gemeentelijke geautomatiseerde systeem: het geautomatiseerde systeem waarmee de verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens in de basisadministratie uitvoering wil geven, of uitvoering geeft, aan de regels, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de wet;

  • het geautomatiseerde systeem van de afnemer: het geautomatiseerde systeem waarmee de buitengemeentelijke afnemer uitvoering wil geven, of uitvoering geeft, aan de regels, bedoeld in artikel 16 van de wet;

  • het geautomatiseerde systeem van het vestigingsregister: het geautomatiseerde systeem waarmee de verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens in het vestigingsregister uitvoering geeft aan de regels, bedoeld in artikel 117 van de wet;

  • een vrij bericht: een in de systeembeschrijving beschreven bericht dat over het netwerk wordt verzonden of ontvangen, waarbij de informatie die het bericht bevat niet in de systeembeschrijving is vastgelegd;

  • het vreemdelingenadministratiesysteem: het geautomatiseerde systeem waarmee de mededelingen van Onze Minister voor Immigratie en Asiel ter uitvoering van artikel 58 van de wet worden ontvangen en verzonden;

  • het gebruikersoverleg: het overleg, bedoeld in artikel 23a, van de wet;

  • de audit: de controle, bedoeld in artikel 120a, eerste lid, van de wet;

  • de heraudit: de hercontrole, bedoeld in artikel 120a, vijfde lid, van de wet.

Afdeling

2

Artikel

2

Vervallen

Afdeling

3

De bijdrage in de kosten in verband met de uitvoering van de wet

Artikel

4

Categorieën van kosten, als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet zijn de kosten in verband met:

  • a.

    de verzending en ontvangst van netwerkberichten;

  • b.

    het beheer van het stelsel van basisadministraties en het beheer en gebruik van de verstrekkingsvoorziening.

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

10a

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de onderwerpen die zijn geregeld in deze afdeling.

Afdeling

4

De geautomatiseerde systemen en het netwerk

§

1

De systeembeschrijving en de tabelgegevens

Artikel

11

Onze Minister stelt een systeembeschrijving vast.

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

De vaststelling van de tabelgegevens ten behoeve van de op grond van artikel 12, tweede lid, beschreven verstrekkingen uit de basisadministraties en uit het vestigingsregister, geschiedt op grond van de desbetreffende autorisatiebesluiten.

§

2

De inrichting en werking van de basisadministraties

Artikel

15

De verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in een basisadministratie neemt de in de basisadministratie op te nemen gegevens op in het gemeentelijke geautomatiseerde systeem, op een wijze die overeenstemt met de systeembeschrijving.

Artikel

16

De verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens in een basisadministratie neemt de door Onze Minister aan hem verstrekte tabelgegevens op in het gemeentelijke geautomatiseerde systeem op een wijze die overeenkomt met de systeembeschrijving.

Artikel

17

Artikel

18

De verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in een basisadministratie draagt zorg dat het gemeentelijke geautomatiseerde systeem in overeenstemming met de systeembeschrijving geautomatiseerd berichten over het netwerk verzendt en ontvangt ten behoeve van:

  • a.

    de inschrijving en de uitschrijving;

  • b.

    de verwerking van algemene gegevens en van administratieve gegevens;

  • c.

    de verwerking van verwijsgegevens en van administratieve gegevens in verband met de verwijsgegevens;

  • d.

    de op grond van artikel 12, tweede lid, beschreven verstrekkingen uit de basisadministratie.

Artikel

19

Artikel

20

De verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in een basisadministratie draagt zorg dat het gemeentelijke geautomatiseerde systeem een vrij bericht over het netwerk verzendt en ontvangt op een wijze die overeenstemt met de systeembeschrijving.

Artikel

21

De verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in een basisadministratie stelt Onze Minister op de hoogte van de voorvallen die optreden bij de verzending en de ontvangst van berichten, bedoeld in de artikelen 18 tot en met 20, voor zover de voorvallen op grond van de systeembeschrijving voor melding in aanmerking komen.

Artikel

22

De verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in een basisadministratie draagt zorg dat wordt voldaan aan de in de systeembeschrijving beschreven minimale eisen ten aanzien van de beschikbaarheid en de verwerkingstijden van het gemeentelijke geautomatiseerde systeem.

Artikel

23

De verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in een basisadministratie draagt zorg voor de uitvoering van de in de systeembeschrijving beschreven procedures voor het bewaren en het herstellen van gegevens.

Artikel

24

De verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in een basisadministratie draagt zorg dat in overeenstemming met de systeembeschrijving aantekening wordt gehouden van het gebruik dat van het gemeentelijke geautomatiseerde systeem is gemaakt.

Artikel

28

De verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in een basisadministratie van een gemeente die op grond van een herindelingsregeling wordt opgeheven, draagt zorg dat:

  • a.

    de in de basisadministratie opgenomen persoonslijsten van personen die anders dan als ingezetene zijn ingeschreven,

  • b.

    de in de basisadministratie opgenomen persoonslijsten van personen die als ingezetene zonder adres zijn ingeschreven, en

  • c.

    de in de basisadministratie opgenomen verwijsgegevens,

worden overgedragen aan de gemeente, bedoeld in artikel 71, derde lid, van de Wet algemene regels herindeling, op een wijze die overeenstemt met de systeembeschrijving.

Artikel

29

Het gemeentelijke geautomatiseerde systeem stelt de verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in een basisadministratie in staat om in overeenstemming met de systeembeschrijving uitvoering te geven aan de in de artikelen 15 tot en met 28 bedoelde taken.

Artikel

30

Het gemeentelijke geautomatiseerde systeem biedt de in de systeembeschrijving beschreven voorzieningen ten behoeve van een onderzoek als bedoeld in de artikelen 9, 11 en 13 van de wet.

§

3

De beveiliging van de basisadministraties

Artikel

31

De verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in een basisadministratie draagt zorg voor de nodige voorzieningen van technische en organisatorische aard ter beveiliging van de in de basisadministratie vermelde gegevens tegen verlies of aantasting van deze gegevens en tegen onbevoegde kennisneming, wijziging of verstrekking van deze gegevens. Deze voorzieningen omvatten ten minste de volgende onderwerpen:

  • a.

    maatregelen gericht op personen die werkzaam zijn voor de verantwoordelijke;

  • b.

    maatregelen gericht op de toegang tot gebouwen en ruimten waar in de basisadministratie vermelde gegevens aanwezig zijn;

  • c.

    maatregelen gericht op een deugdelijke werking en beveiliging van de apparatuur en programmatuur die het gemeentelijke geautomatiseerde systeem vormen;

  • d.

    maatregelen gericht op het beheer van de gegevens die in de basisadministratie zijn vermeld;

  • e.

    maatregelen voor het geval de geheimhouding van in de basisadministratie vermelde gegevens is geschaad;

  • f.

    maatregelen bij calamiteiten.

§

4

De verzending en de ontvangst van berichten door buitengemeentelijke afnemers

Artikel

32

Artikel

33

Artikel

34

Vervallen

Artikel

35

De buitengemeentelijke afnemer stelt Onze Minister op de hoogte van voorvallen die optreden bij de verzending en de ontvangst van berichten, bedoeld in de artikelen 32 en 33, voor zover de voorvallen op grond van de systeembeschrijving voor melding in aanmerking komen.

Artikel

36

De buitengemeentelijke afnemer draagt zorg dat wordt voldaan aan de in de systeembeschrijving beschreven minimale eisen ten aanzien van de beschikbaarheid en de verwerkingstijden van het geautomatiseerde systeem van de afnemer.

Artikel

37

Artikel

38

Het geautomatiseerde systeem van de afnemer biedt de in de systeembeschrijving beschreven voorzieningen ten behoeve van een onderzoek als bedoeld in de artikelen 18 en 20 van de wet.

§

5

Het verschaffen van inlichtingen over apparatuur en programmatuur

Artikel

39

§

6

De mededelingen over het verblijfsrecht

Artikel

40

De verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in het vreemdelingenadministratiesysteem, draagt zorg dat de in artikel 58 van de wet bedoelde mededeling over het verblijfsrecht van de vreemdeling in overeenstemming met de systeembeschrijving geautomatiseerd over het netwerk wordt ontvangen en verzonden.

§

7

Overige bepalingen

Artikel

41

Onze Minister kan nadere regels stellen omtrent de onderwerpen die geregeld zijn in deze afdeling.

Artikel

42

De regels, bedoeld in artikel 41 en de systeembeschrijving worden niet vastgesteld dan nadat de deelnemers aan het gebruikersoverleg de gelegenheid is geboden hun zienswijze omtrent het desbetreffende voorstel naar voren te brengen.

Artikel

43

Artikel

44

Van de bevoegdheid tot het wijzigen van de systeembeschrijving, met uitzondering van wijzigingen waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 13 of 22 van de wet, kan mandaat worden verleend aan een functionaris van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel

45

De bepalingen in deze afdeling over een buitengemeentelijke afnemer zijn van overeenkomstige toepassing op een bijzondere derde, met dien verstande dat als de bepaling spreekt over het geautomatiseerde systeem van de afnemer, dit betrekking heeft op het geautomatiseerde systeem waarmee de bijzondere derde uitvoering wil geven, of uitvoering geeft, aan de regels, bedoeld in artikel 16 van de wet.

Artikel

46

Onze Minister kan regels stellen omtrent de bewaring van geschriften en andere bescheiden, ongeacht hun vorm, die de verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in de basisadministratie gebruikt of heeft gebruikt in verband met de verwerking van gegevens in de basisadministratie.

Afdeling

5

De toestemming

Artikel

47

Artikel

48

Artikel

49

Bij de indiening van een verzoek om toestemming als bedoeld in artikel 13 of artikel 22 van de wet maakt het college van burgemeester en wethouders, de buitengemeentelijke afnemer of de bijzondere derde gebruik van een door Onze Minister vastgesteld formulier.

Afdeling

6

De bewerker

Artikel

50

In deze afdeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder persoonsgegevens: de door de verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens in een basisadministratie aan de bewerker voor het verrichten van de werkzaamheden ter beschikking gestelde persoonsgegevens en de door de bewerker daaruit afgeleide persoonsgegevens.

Artikel

51

Artikel

52

De bewerker voldoet in ieder geval aan de volgende eisen:

  • a.

    de bewerker maakt de persoonsgegevens uitsluitend dienstbaar aan de in de overeenkomst vastgelegde werkzaamheden;

  • b.

    bij het verrichten van de werkzaamheden handelt de bewerker in overeenstemming met de in en krachtens de wet gegeven voorschriften;

  • c.

    de bewerker stelt het college van burgemeester en wethouders in de gelegenheid toezicht op het naleven van de overeenkomst uit te oefenen, waarbij hij de medewerking verleent die hem door dat college wordt verzocht;

  • d.

    op vordering van het college van burgemeester en wethouders schort de bewerker de werkzaamheden op en stelt hij de persoonsgegevens ter beschikking van dat college;

  • e.

    indien de bewerker werkzaamheden voor een college van burgemeester en wethouders verricht, besteedt hij deze slechts uit aan een andere bewerker, voor zover de aan dat college verleende machtiging dit uitdrukkelijk toestaat.

Artikel

53

Afdeling

7

De periodieke audit

Artikel

53a

Artikel

53b

Artikel

53c

Artikel

53d

Onze Minister kan nadere regels van technische en administratieve aard stellen in verband met de uitvoering van de audit.

Hoofdstuk

2

De verwerking van gegevens in de basisadministratie

§

1

De categorieën van personen die niet in aanmerking komen voor inschrijving

Artikel

54

Artikel

55

§

2

Verplichtingen van het college van burgemeester en wethouders met betrekking tot personen die niet in aanmerking komen voor inschrijving

Artikel

56

Een persoon ten aanzien van wie het college van burgemeester en wethouders kennis heeft gekregen van de omstandigheid dat hij behoort tot een categorie als bedoeld in artikel 54 of artikel 55, wordt niet ingeschreven.

Artikel

57

Een persoon ten aanzien van wie het college van burgemeester en wethouders kennis heeft gekregen van de omstandigheid dat hij behoort tot een categorie als bedoeld in artikel 54, terwijl hij reeds is ingeschreven, wordt aangemerkt als een ingeschrevene die wegens zijn vertrek uit Nederland niet als ingezetene is ingeschreven.

§

3

De bijzondere gevallen waarin de verplichting tot aangifte van vertrek niet van toepassing is

Artikel

58

§

3a

De authentieke gegevens

§

4

De bijzondere gegevens, de administratieve gegevens en de administratieve gegevens in verband met de verwijsgegevens

Artikel

59

§

5

De gevallen waarin het burgerservicenummer niet als verwijsgegeven wordt opgenomen

§

6

De verzending van afschriften aan de korpschef

Artikel

61

§

7

De verplichting tot terugmelding

Artikel

62

Artikel

63

§

8

Bijwerking opgeschorte persoonslijst

Artikel

63a

Op de persoonslijst van een ingeschreven vreemdeling die geen ingezetene is in verband met het vertrek uit Nederland, worden nieuwe algemene gegevens over het verblijfsrecht opgenomen betreffende feiten die zich hebben voorgedaan in de tijd dat hij geen ingezetene meer is.

§

9

Inschrijving van personen afkomstig uit Aruba, Curaçao, Sint Maarten of een van de openbare lichamen

Artikel

63b

Aan de in artikel 113, eerste lid, onder b, van de wet bedoelde mededeling van een verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in de basisadministratie in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of een van de openbare lichamen, worden de noodzakelijke gegevens ontleend voor de inschrijving als ingezetene in de basisadministratie.

Hoofdstuk

3

De verstrekking van gegevens uit de basisadministratie

§

1

De systematische verstrekking van gegevens uit de basisadministraties aan buitengemeentelijke afnemers

Artikel

64

Artikel

65

Artikel

66

Bij de indiening van een verzoek tot het nemen van een autorisatiebesluit maakt de buitengemeentelijke afnemer gebruik van een door Onze Minister vastgesteld formulier.

§

1a

De verstrekking van gegevens met behulp van de verstrekkingsvoorziening

Artikel

66a

Artikel

66b

Artikel

66c

Vervallen

Artikel

66d

Vervallen

§

2

De verstrekking van gegevens voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden

Artikel

67

Artikel

68

§

2a

De systematische verstrekking van gegevens uit de basisadministratie aan bijzondere derden

Artikel

68a

Artikel

68b

Bijzondere derde als bedoeld in artikel 99, eerste lid, van de wet is:

  • a.

    een pensioenfonds als bedoeld in bijlage 5a, onder a, bij dit besluit, voor zover de behoefte van het fonds aan gegevens uit de basisadministraties haar grond vindt in de uitvoering van een algemeen verbindend voorschrift met betrekking tot een pensioenregeling;

  • b.

    een premiepensioeninstelling als bedoeld in bijlage 5a, onder b, bij dit besluit, voor zover de behoefte van de instelling aan gegevens uit de basisadministraties haar grond vindt in de uitvoering van pensioenregelingen, waarmee de premiepensioeninstelling overeenkomstig een wettelijke regeling is belast;

  • c.

    een verzekeraar als bedoeld in bijlage 5a, onder c, bij dit besluit, voor zover de behoefte van de verzekeraar aan gegevens uit de basisadministraties haar grond vindt in de uitvoering van pensioenregelingen, waarmee de verzekeraar overeenkomstig een wettelijke regeling betreffende pensioenregelingen is belast;

  • d.

    een spaarfonds als bedoeld in bijlage 5a, onder d, bij dit besluit, voor zover de behoefte van het fonds aan gegevens uit de basisadministraties haar grond vindt in de uitvoering van een algemeen verbindend voorschrift met betrekking tot een spaarregeling die is gericht op een uitkering bij wijze van oudedagsvoorziening;

  • e.

    een fonds tot uitvoering van een regeling inzake vervroegd uittreden, als bedoeld in bijlage 5a, onder e, bij dit besluit, voor zover de behoefte van het fonds aan gegevens uit de basisadministraties voortvloeit uit:

    • 1°.

      de uitvoering van een algemeen verbindend voorschrift inzake vervroegd uittreden, of

    • 2°.

      De verwerking van persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens met betrekking tot een regeling inzake vervroegd uittreden;

  • f.

    een bank als bedoeld in bijlage 5a, onder f, bij dit besluit, voor zover de behoefte van de bank aan gegevens uit de basisadministraties haar grond vindt in het honoreren van aanspraken van gerechtigden op, al dan niet op termijn, opvorderbare gelden;

  • g.

    een effecteninstelling als bedoeld in bijlage 5a, onder g, bij dit besluit, voor zover de behoefte van de instelling aan gegevens uit de basisadministraties haar grond vindt in het honoreren van aanspraken van gerechtigden op geld of effecten;

  • h.

    een verzekeraar als bedoeld in bijlage 5a, onder h, bij dit besluit, voor zover de behoefte van de verzekeraar aan gegevens uit de basisadministraties haar grond vindt in het honoreren van aanspraken van gerechtigden op een uitkering of dienst;

  • i.

    een beleggingsinstelling als bedoeld in bijlage 5a, onder i, bij dit besluit, voor zover de behoefte van de instelling aan gegevens uit de basisadministraties haar grond vindt in het honoreren van aanspraken van gerechtigden op geld of effecten;

  • j.

    een zorgverzekeraar als bedoeld in bijlage 5a, onder j, bij dit besluit, voor zover de behoefte van de verzekeraar aan gegevens uit de basisadministraties haar grond vindt in de uitvoering van de Zorgverzekeringswet.

Artikel

68c

Artikel

68c1

Bijzondere derden als bedoeld in artikel 99, derde lid, van de wet zijn:

  • a.

    een rechtspersoon die van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport subsidie ontvangt voor bevolkingsonderzoek naar borstkanker of baarmoederhalskanker, voor zover de behoefte van de rechtspersoon aan gegevens uit de basisadministraties haar grond vindt in de verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van de uitvoering van dat bevolkingsonderzoek;

  • b.

    een rechtspersoon die in verband met zijn werkzaamheden op het terrein van de maatschappelijke zorg, bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van de Kaderwet VWS-subsidies van rijkswege subsidie ontvangt, voor zover de behoefte van de rechtspersoon aan gegevens uit de basisadministraties haar grond vindt in de verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van het opsporen van personen in het kader van de gesubsidieerde werkzaamheden.

  • c.

    een instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van de Wet toelating zorginstellingen, voor zover de behoefte van de instelling aan gegevens uit de basisadministratie haar grond vindt in de verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van de gezondheidszorgverlening aan patiënten in die instelling.

Artikel

68d

Artikel

68d1

Artikel

68e

De systematische verstrekking van gegevens uit de basisadministraties op grond van artikel 99 van de wet vindt slechts plaats op de wijzen die op grond van artikel 12, tweede lid, zijn beschreven in de systeembeschrijving. Onze Minister kan, in afwijking van het hiervoor gestelde, ten aanzien van de in artikel 68b, onder e tot en met h, artikel 68c1, onder b, en artikel 68d1 bedoelde bijzondere derden, bij het nemen van een autorisatiebesluit bepalen dat de systematische verstrekking van gegevens uit de basisadministratie op een in dat besluit beschreven andere wijze plaatsvindt.

Artikel

68f

Bij de indiening van een verzoek tot het nemen van een autorisatiebesluit maakt de bijzondere derde gebruik van een door Onze Minister vastgesteld formulier.

Artikel

68g

De bijzondere derde gebruikt de uit de basisadministraties afkomstige gegevens slechts ter uitvoering van de taak, waarvoor ze krachtens het autorisatiebesluit zijn verstrekt.

§

2b

De verstrekking van gegevens uit de basisadministraties in verband met het vertrek van een persoon naar Aruba, Curaçao, Sint Maarten of een van de openbare lichamen

Artikel

68h

§

2c

Geheimhouding van de verstrekking van gegevens uit de basisadministratie aan een afnemer

Artikel

68i

§

3

De vergoeding van kosten in verband met de afstemming van gegevens

Artikel

69

Hoofdstuk

4

Het vestigingsregister

§

1

De gegevens in het vestigingsregister

Artikel

70

§

2

De inrichting, werking en beveiliging van het vestigingsregister

Artikel

71

Artikel

73

Het geautomatiseerde systeem van het vestigingsregister stelt de verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in het vestigingsregister in staat om in overeenstemming met de systeembeschrijving uitvoering te geven aan de in de artikelen 71 en 72 bedoelde taken.

Artikel

74

Artikel 31 is van overeenkomstige toepassing op de verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in het vestigingsregister.

Artikel

75

De systeembeschrijving omvat tevens de in de artikelen 71 en 72 genoemde onderwerpen.

Artikel

76

Onze Minister stelt regels over de zorg voor het vestigingsregister door het in artikel 119 van de wet bedoelde college van burgemeester en wethouders. Daarbij worden regels gesteld over het toezicht van Onze Minister op de uitvoering van de in de artikelen 71 tot en met 74 bedoelde taken.

§

3

De systematische verstrekking van gegevens uit het vestigingsregister

Artikel

77

De wijze van systematisch verstrekken van gegevens uit het vestigingsregister aan buitengemeentelijke afnemers die alleen kan geschieden op grond van een autorisatiebesluit betreft de wijze die op grond van artikel 12, tweede lid, onder b, is beschreven in de systeembeschrijving.

Artikel

78

De verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in het vestigingsregister kan weigeren aan een buitengemeentelijke afnemer op systematische wijze gegevens uit het vestigingsregister te verstrekken op een andere wijze dan bedoeld in artikel 77.

Artikel

79b

Bij de indiening van een verzoek tot het nemen van een autorisatiebesluit maakt de buitengemeentelijke afnemer of de bijzondere derde gebruik van een door Onze Minister vastgesteld formulier.

Artikel

79c

Onze Minister stelt bij ministeriële regeling regels over de wijze van verstrekking van gegevens uit het vestigingsregister aan een verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in een basisadministratie in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of een van de openbare lichamen.

§

4

De heffingen voor verstrekkingen uit het vestigingsregister

Artikel

80

Hoofdstuk

5

Overgangs- en slotbepalingen

§

1

De aanleg van persoonslijsten bij de inwerkingtreding van de wet

Artikel

81

Artikel

82

Bij de aanleg van een persoonslijst in een geval als bedoeld in het eerste lid van artikel 123 van de wet behoeven, in afwijking van dat lid, de in bijlage 7 bij dit besluit vermelde bijzondere en administratieve gegevens niet op de persoonslijst te worden opgenomen.

§

2

De verwerking van verwijsgegevens en van administratieve gegevens in verband met de verwijsgegevens in het vestigingsregister bij de inwerkingtreding van de wet

Artikel

83

De in artikel 127, eerste lid, van de wet bedoelde verwijsgegevens en administratieve gegevens in verband met de verwijsgegevens van de in dat lid bedoelde personen, worden verwerkt in het vestigingsregister.

Artikel

84

Artikel

85

Artikel

86

De systeembeschrijving omvat tevens de in de artikelen 84 en 85 genoemde onderwerpen.

§

3

De invoering van de automatisering

Artikel

89

Onze Minister kan regels stellen omtrent:

  • a.

    de technische en administratieve inrichting en werking en de beveiliging van de basisadministratie van een college van burgemeester en wethouders van een gemeente dat niet in het bezit is van een toestemming als bedoeld in artikel 7 of artikel 13 van de wet;

  • b.

    de systematische verstrekking van gegevens op grond van de artikelen 91 en 99 van de wet door een college van burgemeester en wethouders van een gemeente als bedoeld onder a;

  • c.

    de aanleg, de instandhouding en de werking van voorzieningen ten behoeve van de overdracht van berichten in verband met de uitvoering van de bepalingen bij of krachtens de wet omtrent de gemeentelijke basisadministratie van persoonsgegevens, voor zover de berichten niet over het netwerk worden verzonden of ontvangen.

Artikel

90

Onze Minister kan, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, regels stellen omtrent de uitwisseling van gegevens tussen een afnemer of een bijzondere derde enerzijds en Onze Minister van Financiën anderzijds, in verband met de afstemming van de gegevens van de afnemer of de bijzondere derde op de gegevens in de basisadministraties. Daarbij kunnen regels gesteld worden omtrent de verrekening van de kosten van deze gegevensuitwisseling.

§

4

De zorg voor bestaande registers

Artikel

91

Artikel

92

Artikel

93

§

5

De heffingen voor verstrekkingen uit de registraties waarbij Onze Minister verantwoordelijk is voor de verwerking van daarin opgenomen persoonsgegevens

Artikel

94

§

6

Overige en slotbepalingen

Artikel

95

Vervallen

Artikel

96

Vervallen

Artikel

97

Artikel

98a

Artikel

99

De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

100

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, J. Kohnstamm
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

Bijlage

1

bij artikel 2, eerste lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Vervallen

Bijlage

1a

bij artikel 40a van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (bijlage 1a)

De algemene gegevens omtrent het verblijfsrecht van de vreemdeling

De volgende aantekeningen omtrent het verblijfsrecht van een vreemdeling kunnen op diens persoonslijst worden opgenomen:

  • a.

    de aantekening dat de ingeschrevene ingevolge artikel 8, onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van die wet, waarbij het de ingeschrevene is toegestaan elke vorm van arbeid in loondienst te verrichten;

  • b.

    de aantekening dat de ingeschrevene ingevolge artikel 8, onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van die wet, waarbij het de ingeschrevene is toegestaan elke vorm van arbeid in loondienst te verrichten, mits de werkgever van de ingeschrevene beschikt over een daartoe vereiste tewerkstellingsvergunning;

  • c.

    de aantekening dat de ingeschrevene ingevolge artikel 8, onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van die wet, waarbij het de ingeschrevene is toegestaan bepaalde vormen van arbeid in loondienst te verrichten;

  • d.

    de aantekening dat de ingeschrevene ingevolge artikel 8, onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van die wet, waarbij het de ingeschrevene niet is toegestaan arbeid in loondienst te verrichten;

  • e.

    de aantekening dat de ingeschrevene ingevolge artikel 8, onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 20 van die wet, dan wel duurzaam verblijfsrecht heeft als bedoeld in artikel 8.17 van het Vreemdelingenbesluit 2000, waardoor het de ingezetene is toegestaan elke vorm van arbeid in loondienst te verrichten;

  • f.

    de aantekening dat de ingeschrevene ingevolge artikel 8, onder c, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van die wet, waarbij het de ingeschrevene is toegestaan elke vorm van arbeid in loondienst te verrichten;

  • g.

    de aantekening dat de ingeschrevene ingevolge artikel 8, onder d, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 33 van die wet, waardoor het de ingezetene is toegestaan elke vorm van arbeid in loondienst te verrichten;

  • h.

    de aantekening dat de ingeschrevene als economisch actieve gemeenschapsonderdaan ingevolge artikel 8.12 of 8.13 van het Vreemdelingenbesluit 2000 langer dan drie maanden na inreis rechtmatig verblijf heeft;

  • i.

    de aantekening dat de ingeschrevene als economisch niet-actieve gemeenschapsonderdaan ingevolge artikel 8.12 of 8.13 van het Vreemdelingenbesluit 2000 langer dan drie maanden na inreis rechtmatig verblijf heeft;

  • j.

    de aantekening dat de ingeschrevene ingevolge artikel 8.11 van het Vreemdelingenbesluit 2000 rechtmatig verblijf heeft gedurende een periode van drie maanden na inreis;

  • k.

    de aantekening dat de ingeschrevene ingevolge artikel 8, onder f, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft in afwachting van de beslissing op een aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning, bedoeld in artikel 14 van die wet, terwijl bij of krachtens die wet dan wel op grond van een rechterlijke beslissing uitzetting van de ingeschrevene achterwege dient te blijven totdat op de aanvraag is beslist, dan wel ingevolge artikel 8, onder h, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft in afwachting van de beslissing op een bezwaarschrift of beroepschrift tegen de beslissing op de desbetreffende aanvraag, terwijl bij of krachtens die wet dan wel op grond van een rechterlijke beslissing uitzetting van de ingeschrevene achterwege dient te blijven totdat op het bezwaarschrift of het beroepschrift is beslist;

  • l.

    de aantekening dat de ingeschrevene ingevolge artikel 8, onder f, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft in afwachting van de beslissing op een aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning, bedoeld in artikel 28 van die wet, terwijl bij of krachtens die wet dan wel op grond van een rechterlijke beslissing uitzetting van de ingeschrevene achterwege dient te blijven totdat op de aanvraag is beslist, dan wel ingevolge artikel 8, onder h, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft in afwachting van de beslissing op een beroepschrift tegen de beslissing op de desbetreffende aanvraag, terwijl bij of krachtens die wet dan wel op grond van een rechterlijke beslissing uitzetting van de ingeschrevene achterwege dient te blijven totdat op het beroepschrift is beslist;

  • m.

    de aantekening dat de ingeschrevene ingevolge artikel 8, onder g, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft in afwachting van de beslissing op een door de ingeschrevene tijdig ingediende aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning, bedoeld in de artikelen 20 en 33 van die wet, of tot het verlengen van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning, bedoeld in de artikelen 14 en 28 van die wet, of een wijziging ervan, terwijl bij of krachtens die wet dan wel op grond van een rechterlijke beslissing uitzetting van de ingeschrevene achterwege dient te blijven totdat op de aanvraag is beslist, dan wel ingevolge artikel 8, onder h, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft in afwachting van de beslissing op een bezwaarschrift of beroepschrift tegen de beslissing op de desbetreffende aanvraag of tegen de intrekking van de verblijfsvergunning, bedoeld in de artikelen 14, 20, 28 en 33 van die wet, terwijl bij of krachtens die wet dan wel op grond van een rechterlijke beslissing uitzetting van de ingeschrevene achterwege dient te blijven totdat op het bezwaarschrift of het beroepschrift is beslist;

  • n.

    de aantekening dat de ingeschrevene ingevolge artikel 8, onder g, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft in afwachting van de beslissing op een door de ingeschrevene niet tijdig ingediende aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning, bedoeld in de artikelen 20 en 33 van die wet, of tot het verlengen van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning, bedoeld in de artikelen 14 en 28 van die wet, of een wijziging ervan, terwijl bij of krachtens die wet dan wel op grond van een rechterlijke beslissing uitzetting van de ingeschrevene achterwege dient te blijven totdat op de aanvraag is beslist, dan wel ingevolge artikel 8, onder h, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft in afwachting van de beslissing op een bezwaarschrift of beroepschrift tegen de beslissing op de desbetreffende aanvraag, terwijl bij of krachtens die wet dan wel op grond van een rechterlijke beslissing uitzetting van de ingeschrevene achterwege dient te blijven totdat op het bezwaarschrift of het beroepschrift is beslist;

  • o.

    de aantekening dat de ingeschrevene ingevolge artikel 8, onder l, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft, omdat de ingeschrevene verblijfsrecht ontleent aan het Associatiebesluit 1/80 van de Associatieraad EEG/Turkije;

  • p.

    de aantekening dat de ingeschrevene ingevolge artikel 8, onder b of d, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft, omdat de ingeschrevene houder is van een verblijfstitel die op grond van artikel 115, vierde lid, van die wet moet worden aangemerkt als een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, waardoor het de ingeschrevene is toegestaan elke vorm van arbeid in loondienst te verrichten;

  • q.

    de aantekening dat de ingeschrevene ingevolge artikel 8, onder c, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft, omdat de ingeschrevene houder is van een verblijfstitel die op grond van artikel 115, zesde lid, van die wet moet worden aangemerkt als een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van die wet, waarbij het de ingeschrevene is toegestaan elke vorm van arbeid in loondienst te verrichten;

  • r.

    de aantekening dat de ingeschrevene ingevolge artikel 8, onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft, omdat de ingeschrevene houder is van een verblijfstitel die op grond van artikel 115, tweede lid, van die wet moet worden aangemerkt als een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van die wet, waarbij met behulp van het desbetreffende document en nadere gegevens wordt vastgesteld of het de ingeschrevene is toegestaan elke vorm van arbeid in loondienst te verrichten, dan wel of het de ingeschrevene is toegestaan elke vorm van arbeid in loondienst te verrichten, mits de werkgever van de ingeschrevene beschikt over een daartoe vereiste tewerkstellingsvergunning, dan wel of het de ingeschrevene is toegestaan bepaalde vormen van arbeid in loondienst te verrichten;

  • s.

    de aantekening dat de ingeschrevene geen titel tot verblijf heeft of deze heeft verloren;

  • t.

    de aantekening dat de ingeschrevene, ingevolge artikel 8.12 van het Vreemdelingenbesluit 2000 langer dan drie maanden na inreis rechtmatig verblijf heeft als economisch actieve onderdaan van een land dat op of na 1 mei 2004 tot de Europese Unie is toegetreden, waarbij aan het recht van de ingeschrevene om arbeid te verrichten voorwaarden kunnen worden gesteld, dan wel ingevolge artikel 8.13 van het Vreemdelingenbesluit 2000 langer dan drie maanden rechtmatig verblijf heeft, waarbij aan het recht om arbeid te verrichten zodanige voorwaarden kunnen worden gesteld;

  • u.

    de aantekening dat de ingeschrevene, ingevolge artikel 8.12 van het Vreemdelingenbesluit 2000 langer dan drie maanden na inreis rechtmatig verblijf heeft als economisch niet-actieve gemeenschapsonderdaan van een land dat op of na 1 mei 2004 tot de Europese Unie is toegetreden, waarbij aan het recht van de ingeschrevene om arbeid te verrichten voorwaarden kunnen worden gesteld, dan wel ingevolge artikel 8.13 van het Vreemdelingenbesluit 2000 langer dan drie maanden rechtmatig verblijf heeft, waarbij aan het recht om arbeid te verrichten zodanige voorwaarden kunnen worden gesteld;

  • v.

    de aantekening dat de ingeschrevene, ingevolge artikel 8.11, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 rechtmatig verblijf heeft gedurende een periode van drie maanden na inreis als onderdaan van een land dat op of na 1 mei 2004 tot de Europese Unie is toegetreden, waarbij aan het recht van de ingeschrevene om arbeid te verrichten voorwaarden kunnen worden gesteld, dan wel ingevolge artikel 8.11, tweede lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 rechtmatig verblijf heeft gedurende een zodanige periode, waarbij aan het recht om arbeid te verrichten zodanige voorwaarden kunnen worden gesteld.

Bijlage

1b

bij artikel 43, eerste lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Tegemoetkoming in de kosten die de gemeenten in verband met een wijziging van de systeembeschrijving maken

I

[Puntensysteem]

1. De relatieve zwaarte van een toevoeging, een wijziging of een verwijdering van een bepaald onderdeel van de systeembeschrijving wordt uitgedrukt in punten.

2. Het aantal punten dat wordt toegekend per onderdeel van de systeembeschrijving is:

H 3

Actualiseringsprocedure

10

8

4

H 4

Privacyprocedure

15

H 5

Autorisatie- en routeringssysteem

16

H 6

Berichtenafhande-lingssysteem

11

H 7

Beheer

10

Gegevens element voorwaarde

5

4

2

Gegevens element lengte/type

13

12

4

B I

Categorie

34

21

14

B I

Tabellen landelijk

16

12

8

B I

Tabellen autorisatie

14

B II

Teletex

8

B III

Berichtcyclus

22

12

6

B III

Berichtopbouw

21

15

8

B IV

Alternatief medium

14

8

4

B IV

sPd/P1/P2/P7 protocol

95

18

5

Conversie element voorwaarde

4

Conversie element lengte/type

7

Conversie categorie

10

Toeslag Burgerlijke Stand2

21

Toeslag reisdocumenten2

9

Toeslag rijbewijzen2

7

Batchproces

14

1 Deze kolom verwijst naar de hoofdstukken (H) en bijlagen (B) van de systeembeschrijving.

2 Deze punten worden slechts toegekend indien een toevoeging, wijziging of verwijdering van een bepaald onderdeel van de systeembeschrijving tevens leidt tot aanpassing in de aan de geautomatiseerde gemeentelijke systemen gekoppelde systemen van de Burgerlijke Stand, reisdocumenten of rijbewijzen en deze aanpassing niet reeds op andere gronden in deze gekoppelde systemen moet worden gerealiseerd.

II

[Normbedrag per punt]

1. Het normbedrag per punt bedraagt per 1 januari 1999 € 642,92.

2. Het normbedrag wordt jaarlijks, voor het lopende kalenderjaar, geïndexeerd conform het eerste in dat jaar door het centraal bureau voor de statistiek bekendgemaakte voorlopige indexcijfer voor «cao-lonen van alle werknemers, bruto uurloon, inclusief bijzondere beloningen voor de commerciële dienstverlening» voor het voorafgaande jaar.

III

[Tijdstip van vaststelling van de kosten]

1. Onze Minister stelt de kosten van een wijziging van de systeembeschrijving ten minste een jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding daarvan vast, op basis van het op dat moment geldende normbedrag.

2. In bijzondere omstandigheden kan Onze Minister afwijken van de in het eerste lid gestelde termijn.

IV

[Vaststelling van de vergoeding voor de gemeenten]

1. De kosten van een wijziging van de systeembeschrijving worden door middel van een uniform bedrag per inwoner aan de gemeenten vergoed.

2. Het bedrag per inwoner wordt bepaald door het landelijk totaal aan vastgestelde kosten, dat is het normbedrag per punt maal het aantal punten dat met de wijziging is gemoeid, maal het aantal aan te passen soorten gemeentelijke geautomatiseerde systemen, te delen door het landelijk aantal inwoners.

3. Voor de berekening van het bedrag per inwoner wordt uitgegaan van ten hoogste zeven soorten gemeentelijke geautomatiseerde systemen.

Bijlage

1c

bij artikel 43, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Door te berekenen kosten aan afnemers en bijzondere derden in verband met een wijziging van de systeembeschrijving.

I

[Door te berekenen kosten]

1. Onze Minister deelt, na overleg met de deelnemers aan het gebruikersoverleg, voorgenomen wijzigingen in de systeembeschrijving in twee categorieën in, te weten:

  • a.

    wijzigingen ten algemene nutte;

  • b.

    wijzigingen die voorzien in een specifieke behoefte van één of meer afnemers of bijzondere derden.

2. De kosten van een wijziging als bedoeld in het eerste lid, onder a, worden aangemerkt als beheerkosten, bedoeld in artikel 4, onderdeel b.

3. De kosten van een wijziging als bedoeld in het eerste lid, onder b, worden rechtstreeks in rekening gebracht aan de afnemers of bijzondere derden die de wijziging hebben aangevraagd.

4. Indien Onze Minster een voorgenomen wijziging in de systeembeschrijving indeelt in de in het eerste lid, onder b, bedoelde categorie, wordt dat gemeld aan de afnemers of bijzondere derden die de wijziging hebben aangevraagd onder mededeling van de kosten die naar verwachting met de betreffende wijziging zijn gemoeid.

II

[Voorbereidingskosten]

1. Onze Minister kan besluiten de, bij ministeriële regeling vast te stellen, aan de voorbereiding van een voorgenomen wijziging als bedoeld in onderdeel I, eerste lid, onder b, verbonden voorbereidingskosten in rekening te brengen bij de afnemers of bijzondere derden die de wijziging hebben aangevraagd. Een wijziging wordt in dat geval niet voorbereid dan nadat de voorbereidingskosten zijn voldaan.

2. De voorbereidingskosten worden in mindering gebracht op de kosten, bedoeld in onderdeel I, derde lid.

III

[Betalingstermijn]

1. Nadat conform bijlage 1b de kosten van een wijziging als bedoeld in onderdeel I, eerste lid, onder b, zijn bepaald, worden die in rekening gebracht aan de in onderdeel I, derde lid, bedoelde afnemers of bijzondere derden.

2. Het gedeclareerde bedrag dient uiterlijk zes maanden voor het van kracht worden van de betreffende wijziging te zijn betaald.

IV

[Anti-meeliften]

1. Een afnemer of bijzondere derde, die van een wijziging als bedoeld in onderdeel I, eerste lid, onder b, gebruik wil maken zonder dat hij die wijziging heeft aangevraagd, draagt evenredig bij in de kosten van die wijziging. Onze Minister bepaalt met inachtneming van het tweede lid het bij te dragen bedrag.

2. Indien het gebruik van een wijziging aanvangt binnen zes jaar na het van kracht worden van die wijziging, wordt de bijdrage bedoeld in het eerste lid vastgesteld naar rato van de resterende periode van het gebruik dat door de afnemer of bijzondere derde van de wijziging wordt gemaakt.

3. Geen bijdrage is verschuldigd indien een afnemer of bijzondere derde na de in het tweede lid bedoelde periode van zes jaar van een wijziging gebruik gaat maken.

4. De afnemers of bijzondere derden die eerder hebben bijgedragen aan de in het eerste lid bedoelde wijziging worden evenredig gecompenseerd uit de in het tweede lid bedoelde bijdrage.

Bijlage

1d

Bijlage bij artikel 58a van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

De authentieke gegevens zijn de volgende algemene gegevens over de ingeschrevene

1. Gegevens over de burgerlijke staat

  • a.

    Naam:

    geslachtsnaam;

    voornamen.

  • b.

    Geboorte:

    geboortedatum;

    geboorteplaats;

    geboorteland en zo nodig gebiedsdeel.

  • c.

    Geslacht.

  • d.

    Ouders:

    geslachtsnaam;

    voornamen;

    geboortedatum.

  • e.

    Huwelijk dan wel geregistreerd partnerschap en eerdere huwelijken of eerdere geregistreerde partnerschappen:

    datum huwelijkssluiting of datum aangaan geregistreerd partnerschap;

    datum ontbinding, dan wel nietigverklaring huwelijk of geregistreerd partnerschap.

  • f.

    Echtgenoot dan wel geregistreerd partner en eerdere echtgenoten of geregistreerde partners:

    geslachtsnaam;

    voornamen;

    geboortedatum.

  • g.

    Kinderen:

    geslachtsnaam;

    voornamen;

    geboortedatum.

  • h.

    Overlijden:

    overlijdensdatum.

  • i.

    Data ingang en beëindiging rechtsgeldigheid gegevens:

    datum ingang rechtsgeldigheid;

    datum beëindiging rechtsgeldigheid.

2. Gegevens over de nationaliteit

nationaliteit of nationaliteiten, dan wel een aanduiding dat de betrokkene geen nationaliteit bezit, of een aanduiding dat de nationaliteit van de betrokkene niet kan worden vastgesteld;

de aantekening dat op grond van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap is vastgesteld dat de betrokkene niet de Nederlandse nationaliteit bezit;

de aantekening dat de betrokkene op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander behandeld wordt.

3. Gegevens over het verblijfsrecht van de vreemdeling

de aantekening over het verblijfsrecht;

datum ingang verblijfsrecht;

datum beëindiging verblijfsrecht.

4. Gegevens over de gemeente van inschrijving en het adres in die gemeente alsmede het verblijf in Nederland en het vertrek uit Nederland

  • a.

    Gemeente van inschrijving:

    gemeente.

  • b.

    Adres, voor zover het betreft een woonadres:

    straatnaam en zo nodig gemeentedeel;

    huisnummer;

    aanduiding bij huisnummer;

    letter bij huisnummer;

    toevoeging bij huisnummer;

    lokatiebeschrijving en zonodig gemeentedeel.

5. Gegevens over het burgerservicenummer van de ingeschrevene

burgerservicenummer ingeschrevene.

6. Gegevens over de burgerservicenummers van de ouders, de echtgenoot dan wel de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoten of eerdere geregistreerde partners en de kinderen

burgerservicenummer ouder;

burgerservicenummer echtgenoot dan wel geregistreerde partner;

burgerservicenummer eerdere echtgenoot;

burgerservicenummer eerdere geregistreerde partner;

burgerservicenummer kind.

7. Gegevens over het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot, de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of de eerdere geregistreerde partner

de aantekening dat de ingeschrevene de eigen geslachtsnaam voert;

de aantekening dat de ingeschrevene de geslachtsnaam van de echtgenoot, de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of de eerdere geregistreerde partner voert;

de aantekening dat de ingeschrevene de geslachtsnaam van de echtgenoot, de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of de eerdere geregistreerde partner vooraf doet gaan aan de eigen geslachtsnaam;

de aantekening dat de ingeschrevene de geslachtsnaam van de echtgenoot, de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of de eerdere geregistreerde partner doet volgen op de eigen geslachtsnaam.

Bijlage

2

bij artikel 59, eerste lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (bijlage 2)

De bijzondere gegevens

1

Gegevens die noodzakelijk zijn in verband met de uitvoering van de Paspoortwet

a

Gegevens omtrent het reisdocument:

soort Nederlands reisdocument;

documentnummer Nederlands reisdocument;

datum van verstrekking Nederlands reisdocument;

autoriteit die het Nederlands reisdocument heeft verstrekt;

datum einde van de geldigheidsduur Nederlands reisdocument;

datum inhouding dan wel vermissing Nederlands reisdocument;

aanduiding inhouding dan wel vermissing Nederlands reisdocument;

lengte houder;

signalering met betrekking tot verstrekking of inhouding Nederlands reisdocument;

aanduiding bezit buitenlands reisdocument;

gemeentecode van de gemeente waar dossier met betrekking tot het Nederlands reisdocument zich bevindt;

datum van opname in dossier met betrekking tot het Nederlands reisdocument;

beschrijving dossier waarin de aanvullende gegevens met betrekking tot het Nederlands reisdocument zich bevinden;

datum ingang rechtsgeldigheid gegeven.

b

Aanduiding in onderzoek:

aanduiding van de verzameling van gegevens in verband met de uitvoering van de Paspoortwet, waarbinnen gegevens zijn opgenomen die onderzocht worden op onjuistheid;

datum aanvang onderzoek;

datum beëindiging onderzoek.

c

Opnamedatum:

datum van opneming van een gegeven in verband met de uitvoering van de Paspoortwet.

2

Gegevens die noodzakelijk zijn in verband met de uitvoering van de Kieswet

aanduiding omtrent het Europees kiesrecht;

datum verzoek of mededeling Europees kiesrecht;

einddatum uitsluiting Europees kiesrecht;

aanduiding omtrent de uitsluiting van het kiesrecht;

einddatum uitsluiting kiesrecht;

gemeentecode van de gemeente waar het document waaraan de gegevens over het kiesrecht zijn ontleend zich bevindt;

datum van ontlening van de gegevens over het kiesrecht;

beschrijving van het document waaraan de gegevens over het kiesrecht zijn ontleend.

Bijlage

3

bij artikel 59, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (bijlage 3)

De administratieve gegevens:

1

Gegevens in verband met de inschrijving en de uitschrijving

de hoedanigheid van de persoon die aangifte van verblijf en adres, van adreswijziging, of van vertrek heeft gedaan, dan wel de aantekening dat de gegevens ambtshalve zijn opgenomen;

datum eerste inschrijving in een basisadministratie;

datum blokkering persoonslijst in verband met uitschrijving;

gemeentecode van de gemeente waar de persoonskaart zich bevindt;

aantekening dat alle gegevens over kinderen, die aan de persoonskaart ontleend kunnen worden, op de persoonslijst zijn opgenomen.

2

Gegevens ter aanduiding van akten en andere geschriften waaruit algemene gegevens zijn verkregen

a

Aanduiding van akten van de Nederlandse burgerlijke stand:

nummer van de akte waaraan een algemeen gegeven over de burgerlijke staat is ontleend;

gemeentecode van de gemeente waar de akte in de registers is opgenomen.

b

Aanduiding van andere akten en geschriften:

omschrijving van het geschrift waaraan een algemeen gegeven is ontleend;

gemeentecode van de gemeente die het gegeven heeft ontleend;

datum van ontlening.

3

Gegevens ter aanduiding van de rechtsgrond krachtens welke gegevens over het Nederlanderschap zijn opgenomen

rechtsgrond van verkrijging van het Nederlanderschap;

rechtsgrond van verlies van het Nederlanderschap.

4

Gegevens ter aanduiding van de onjuistheid van een opgenomen algemeen gegeven of van strijd met de Nederlandse openbare orde van een opgenomen gegeven over de burgerlijke staat

aanduiding van het opgenomen algemeen gegeven dat onjuist is;

aanduiding van het opgenomen gegeven over de burgerlijke staat dat in strijd is met de Nederlandse openbare orde.

5

Gegevens ter aanduiding van een onderzoek naar de onjuistheid van een opgenomen algemeen gegeven of de strijdigheid van een opgenomen gegeven over de burgerlijke staat

aanduiding van de verzameling van gegevens, waarbinnen algemene gegevens zijn opgenomen die onderzocht worden op onjuistheid;

aanduiding van de verzameling van gegevens, waarbinnen gegevens over de burgerlijke staat zijn opgenomen die onderzocht worden op strijd met de Nederlandse openbare orde;

datum aanvang onderzoek;

datum beëindiging onderzoek.

6

Andere gegevens noodzakelijk in verband met de verwerking van gegevens in de basisadministratie

a

Gegevens ter aanduiding van de bron waaraan het administratienummer is ontleend:

omschrijving van de bron waaraan het gewijzigde administratienummer is ontleend;

aanduiding van de persoonslijst waaraan het administratienummer van de ouders, de echtgenoot dan wel de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoten, de eerdere geregistreerde partners of de kinderen is ontleend;

gemeentecode van de gemeente die het administratienummer heeft ontleend.

b

Gegevens ter aanduiding van de bron waaraan gegevens over het verblijfsrecht van de vreemdeling worden ontleend:

omschrijving van de mededeling van Onze Minister voor Immigratie en Asiel, waaraan een gegeven over het verblijfsrecht van de vreemdeling is ontleend;

gemeentecode van de gemeente die het gegeven over het verblijfsrecht van de vreemdeling heeft ontleend.

c

Gegevens ter aanduiding van de bron waaraan het burgerservicenummer is ontleend:

omschrijving van de bron waaraan het burgerservicenummer is ontleend;

aanduiding van de persoonslijst waaraan het burgerservicenummer van de ouders, de echtgenoot dan wel de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoten, de eerdere geregistreerde partners of de kinderen is ontleend;

gemeentecode van de gemeente die het burgerservicenummer heeft ontleend.

d

Overige gegevens:

aanduiding van de persoonslijst waarop zijn opgenomen de administratieve gegevens over het geschrift, waaraan algemene gegevens over de burgerlijke staat van de ouders, de echtgenoot dan wel de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoten, de eerdere geregistreerde partners of de kinderen zijn ontleend;

gemeentecode van de gemeente die op een persoonslijst een aanduiding van een andere persoonslijst heeft opgenomen;

datum van opneming van een algemeen gegeven;

reden opschorting verwerking van gegevens op de persoonslijst;

datum opschorting verwerking van gegevens op de persoonslijst;

aantekening dat tijdens de opschorting van de verwerking van gegevens een of meer documenten zijn binnengekomen.

7

Gegevens over de systematische verstrekking van gegevens

Voorzover de spontane verstrekking van gegevens aan afnemers en derden niet geschiedt met behulp van de verstrekkingsvoorziening:

codering van de afnemers en de derden aan wie spontaan gegevens worden verstrekt;

datum vanaf welke spontaan gegevens aan de betrokken afnemer of derde worden verstrekt;

datum tot welke spontaan gegevens aan de betrokken afnemer of derde zijn verstrekt.

8

Gegevens over de niet-verstrekking van gegevens krachtens artikel 102 van de wet

codering van de inhoud van het besluit om geen gegevens van de persoonslijst aan derden te verstrekken.

Bijlage

4

bij artikel 59, derde lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (bijlage 4)

De in de basisadministratie op te nemen administratieve gegevens in verband met de verwijsgegevens

a

Aanduiding in onderzoek:

aanduiding van de verzameling van gegevens, waarbinnen gegevens zijn opgenomen die onderzocht worden op onjuistheid;

datum aanvang onderzoek;

datum beëindiging onderzoek.

b

Aanduiding onjuist:

aanduiding van het opgenomen gegeven dat onjuist is.

c

Opnamedatum:

datum van opneming van een gegeven.

d

Aanduiding omtrent niet-verstrekking aan derden:

codering van de inhoud van het besluit om geen gegevens aan derden te verstrekken.

Bijlage

4a

bij artikel 66a, eerste lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Vervallen

Bijlage

5

bij artikel 68, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (bijlage 5)

Bijlage

5a

bij artikel 68b van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (bijlage 5a)

De bijzondere derden, bedoeld in artikel 68b

a

De pensioenfondsen, bedoeld in artikel 68b, onder a:

De pensioenfondsen, bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet.

De beroepspensioenfondsen, bedoeld in artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.

De Stichting Notarieel Pensioenfonds, bedoeld in artikel 113a van de Wet op het Notarisambt.

De Stichting Pensioenfonds Nederlandse Orde van Advocaten.

De stichting, bedoeld in artikel 2 van de Wet privatisering FVP.

b

De premiepensioeninstellingen, bedoeld in artikel 68b, onder b:

De premiepensioeninstellingen, bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.

c

De verzekeraars, bedoeld in artikel 68b, onder c:

De verzekeraars, bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet en artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.

d

De spaarfondsen, bedoeld in artikel 68b, onder d:

De ondernemingsspaarfondsen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d, van de Pensioen- en spaarfondsenwet, zoals de Pensioen- en spaarfondsenwet luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Pensioenwet.

e

De fondsen, bedoeld in artikel 68b, onder e:

De stichtingen met als doel het toekennen van een uitkering aan personen na ontslag wegens vervroegd uittreden.

e

De kredietinstellingen, bedoeld in artikel 68b, onder e:

De kredietinstellingen, bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, die zijn ingeschreven in het in artikel 1:107 van die wet bedoelde register.

f

De banken, bedoeld in artikel 68b, onder f:

De banken, bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, die zijn ingeschreven in het in artikel 1:107 van die wet bedoelde register.

g

De effecteninstellingen, bedoeld in artikel 68b, onder g:

De beleggingsondernemingen, bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, die zijn ingeschreven in het in artikel 1:107 van die wet bedoelde register.

h

De verzekeraars, bedoeld in artikel 68b, onder h:

De verzekeraars, bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, die zijn ingeschreven in het in artikel 1:107 van die wet bedoelde register.

i

De beleggingsinstellingen, bedoeld in artikel 68b, onder i:

De beleggingsinstellingen of icbe’s, bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, die zijn ingeschreven in het in artikel 1:107 van die wet bedoelde register.

j

De zorgverzekeraars, bedoeld in artikel 68b, onder j:

– De zorgverzekeraars, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet.

Bijlage

6

bij de artikelen 70, eerste lid, en 85, eerste lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (bijlage 6)

De in het vestigingsregister op te nemen administratieve gegevens in verband met de verwijsgegevens

a

Aanduiding onjuist:

aanduiding van het opgenomen gegeven dat onjuist is.

b

Opnamedatum:

datum van opneming van een gegeven.

c

Aanduiding omtrent niet-verstrekking aan derden:

codering van de inhoud van het besluit om geen gegevens aan derden te verstrekken.

d

Datum ingang rechtsgeldigheid gegevens:

datum ingang rechtsgeldigheid.

e

Gegevens over het administratienummer:

datum van kracht worden administratienummer.

f

Gegevens over het burgerservicenummer:

datum van kracht worden burgerservicenummer.

Bijlage

7

bij artikel 82 van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (bijlage 7)

Bijzondere en administratieve gegevens die bij de aanleg van een persoonslijst in een geval als bedoeld in artikel 123, eerste lid, van de wet, niet op de persoonslijst behoeven te worden opgenomen

a

Gegevens ter aanduiding van akten en andere geschriften waaraan algemene gegevens over de burgerlijke staat zijn ontleend:

nummer van de akte waaraan een algemeen gegeven over de burgerlijke staat is ontleend;

gemeentecode van de gemeente die de akte in de registers heeft opgenomen;

omschrijving van het geschrift waaraan een algemeen gegeven over de burgerlijke staat is ontleend;

gemeentecode van de gemeente waar het gegeven is ontleend;

datum van ontlening.

b

Gegevens ter aanduiding van de rechtsgrond krachtens welke gegevens over het Nederlanderschap zijn opgenomen:

rechtsgrond van verkrijging van het Nederlanderschap;

rechtsgrond van verlies van het Nederlanderschap.

c

Gegevens ter aanduiding van de onjuistheid van een opgenomen algemeen gegeven of van strijd met de Nederlandse openbare orde van een opgenomen gegeven over de burgerlijke staat:

aanduiding van het opgenomen algemeen gegeven dat onjuist is;

aanduiding van het opgenomen gegeven over de burgerlijke staat dat in strijd is met de Nederlandse openbare orde.

d

Gegevens ter aanduiding van een onderzoek naar de onjuistheid of de strijd met de Nederlandse openbare orde van een verzameling van gegevens:

aanduiding van de verzameling van gegevens, waarbinnen gegevens zijn opgenomen die onderzocht worden op onjuistheid;

aanduiding van de verzameling van gegevens, waarbinnen gegevens over de burgerlijke staat zijn opgenomen die onderzocht worden op strijd met de Nederlandse openbare orde;

datum aanvang onderzoek;

datum beëindiging onderzoek.