Artikel
1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
-
b.
vervoermiddel: voor het inladen en vervoeren van levende dieren gebruikte gedeelten van voertuigen voor vervoer over de weg of per spoor, schepen en luchtvaartuigen, alsmede containers voor het vervoer over land, over zee of door de lucht;
-
c.
vervoer: elke verplaatsing van levende dieren met behulp van een vervoermiddel, het in- en uitladen van de levende dieren inbegrepen;
-
d.
markt: markt voorzover erkend overeenkomstig artikel 3, zevende lid, van richtlijn nr. 64/432 EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1964 betreffende veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautair handelsverkeer in runderen en varkens (PbEG L 121 en PbEG L 176);
-
e.
verzamelplaats: verzamelplaats voor zover erkend overeenkomstig artikel 3, zevende lid, van de in onderdeel d bedoelde richtlijn;
-
f.
plaats van vertrek:
-
1°.
plaats waar de dieren voor het eerst op of in het vervoermiddel worden geladen;
-
2°.
plaats waar de dieren zijn uitgeladen en alvorens weer te zijn ingeladen gedurende ten minste 24 uren zijn ondergebracht, gedrenkt, gevoederd en in voorkomend geval verzorgd;
-
3°.
markt of verzamelplaats indien deze minder dan 50 km van de eerste inlaadplaats verwijderd is, of
-
4°.
markt of verzamelplaats die verder dan 50 km van de eerste inlaadplaats verwijderd is, slechts indien de dieren gedurende een voor de vervoerde diersoort of categorie van dieren door Onze Minister te bepalen periode rust hebben gekregen en zijn gevoederd en gedrenkt alvorens opnieuw te worden ingeladen;
-
1°.
-
g.
plaats van bestemming: plaats waar de dieren definitief van of uit een vervoermiddel worden geladen;
-
h.
halteplaats: plaats waar het vervoer wordt onderbroken om de dieren te laten rusten, te voederen of te drenken;
-
i.
overlaadplaats: plaats waar het vervoer wordt onderbroken om de dieren van het ene op het andere vervoermiddel over te laden;
-
j.
rusttijd: ononderbroken periode tijdens de reis waarin de dieren niet worden verplaatst met behulp van een vervoermiddel;
-
k.
vervoerder: iedere natuurlijke of rechtspersoon die in de uitoefening van of ten behoeve van een beroep, onderneming of bedrijf dieren vervoert:
-
–
voor eigen rekening
-
–
voor rekening van derden, of
-
–
door een vervoermiddel voor het vervoer van dieren aan een derde ter beschikking te stellen;
-
–
-
l.
reis: vervoer van de plaats van vertrek naar de plaats van bestemming;
-
m.
gezelschapsdier: dier niet zijnde vee of pluimvee dat zonder produktiedoeleinden wordt gehouden;
-
n.
noodslachting: slachting, al dan niet op last van de dierenarts, overeenkomstig het bepaalde ter zake van het slachten van zieke of van ziekte verdachte dieren in bijlage III bij verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEU L 139);
-
o.
speciale noodslachting: het op last van een dierenarts, wegens een ongeval of ernstige lichamelijke en functionele stoornissen buiten een slachthuis doden van een dier indien de dierenarts meent dat vervoer of verder vervoer onmogelijk is of onnodig lijden van het dier zou meebrengen;
-
p.
richtlijn 91/628/EEG: richtlijn nr. 91/628/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 november 1991 betreffende de bescherming van dieren tijdens het vervoer en tot wijziging van de richtlijnen nr. 90/425/EEG en nr. 91/496/EEG (PbEG L 340);
-
q.
richtlijn 90/425/EEG: richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 betreffende veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende diern en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224);
-
r.
richtlijn 91/496/EEG: richtlijn nr. 91/496/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de richtlijnen nr. 89/662/EEG, nr. 90/425/EEG en nr. 90/675/EEG (PbEG L 268);
-
s.
derde land: land, niet zijnde een lid-staat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;
-
t.
VWA: Voedsel en Waren Autoriteit, ingesteld bij besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 juli 2002 (Stcrt. 127).