Regeling rijonderricht motorrijtuigen

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Hoofdstuk

1

Begripsbepalingen

Hoofdstuk

2

Aanwijzing van het instituut

Artikel

2:1

Als instituut bedoeld in artikel 2 van de wet wordt aangewezen het Examencentrum van de Stichting VAM gevestigd te Nieuwegein eveneens bekend als INNOVAM Examencentrum.

Hoofdstuk

3

Het examen voor rijinstructeurs

Artikel

3:1

Artikel

3:2

De in artikel 3:1 met * gemerkte examenonderdelen worden schriftelijk afgenomen met behulp van een meer-antwoorden-keuze toets.

De overige examenonderdelen worden mondeling (practisch) afgenomen op de wijze als omschreven in het examenreglement.

Artikel

3:3

De examens voor rijinstructeurs voor de categorie E bij B, E bij D en E bij C bestaan uit de volgende examenonderdelen:

  • I.

    voertuig/verkeersbeheersing;

  • II.

    het geven van een praktijkles in een lesauto.

    Beide onderdelen worden mondeling(practisch) afgenomen op de wijze als omschreven in het examenreglement.

Artikel

3:4

Het examen voor bromfietsinstructeurs omvat dezelfde examenonderdelen als die, opgesomd in artikel 3:1, met uitzondering van verkeersinzicht (aan de hand van voorgelegde verkeerssituaties), praktijk in voertuigbeheersing en gedrag in het verkeer (rijproef) alsmede het geven van een praktijkles in een lesauto.

Artikel

3:5

Bij de examens kunnen examenonderdelen samengevoegd worden.

Artikel

3:6

De aanvrager van het tweede deel van een examen aan wie niet eerder een instructeursbewijs of een certificaat rijinstructeur is afgegeven, dient bij de aanvraag in het bezit te zijn van een van de volgende documenten:

  • een geldig eenheidsdiploma EHBO van Het Oranje Kruis; of

  • een geldig certificaat Kernvaardigheden Eerste Hulp van Het Oranje Kruis.

Artikel

3:7

De aanvrager van het tweede deel van een examen voor de categorie A, B, C en D dient bij die aanvraag in het bezit te zijn van een aan hem door een trainingsinstituut voor de beheersing van noodmanoeuvres verstrekt certificaat ‘noodmanoeuvres’ dat niet ouder is dan een jaar.

Hoofdstuk

4

De toets

Artikel

4:1

Met inachtneming van artikel 8 van het besluit omvat de toets de volgende onderdelen:

  • I.

    Inhoudsdeskundigheid

    • algemene kennis van wetten en regels

    • maatschappelijke criteria

    • verkeerstheorie

  • II.

    Onderwijsdeskundigheid

    • theorie bij het geven van instructie en het begeleiden van leerlingen

Artikel

4:2

De toets wordt schriftelijk afgenomen.

Hoofdstuk

5

Toezicht op het examen, het aanvullend examen en de toets

Artikel

5:1

Het toezicht zal in het algemeen steekproefsgewijs worden verricht.

Artikel

5:2

De rijksgecommitteerden zijn bevoegd alle gebeurtenissen en beraadslagingen met betrekking tot de examens en de toets bij te wonen en kennis te nemen van alle daarop betrekking hebbende stukken.

Artikel

5:3

De rijksgecommitteerden brengen telkenmale onverwijld van het door hen verrichte toezicht rapport uit aan de minister.

Hoofdstuk

6

Commissie van beroep

Artikel

6:1

De commissie van beroep doet de minister een voorstel voor een reglement van orde. Het secretariaat wordt gevoerd door een door de minister aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk

7

Militaire rijinstructeur en politierijinstructeur

Artikel

7:1

Als diploma van een militaire rijinstructeur als bedoeld in artikel 8 van de wet wordt aangewezen het Diploma militair rijinstructeur.

Artikel

7:2

Als diploma van een politie rijinstructeur als bedoeld in artikel 8 van de wet wordt aan gewezen het Diploma voor het examen Politie Rij-instructeur van het Politie Verkeersinstituut te Apeldoorn.

Artikel

7:3

Als diploma van een politierij-instructeur bedoeld in artikel 8 van de wet wordt aangewezen het Diploma Hulpinstructeur Politierijopleidingen van het Politie Verkeersinstituut te Apeldoorn.

Hoofdstuk

8

Vaststelling van documenten

Artikel

8:1

Het certificaat rijinstructeur en het bewijs van ontheffing bedoeld in artikel 5, tweede lid van het besluit zijn overeenkomstig de modellen in de bijlage van deze regeling.

Artikel

8:2

Het certificaat bijscholing ten behoeve van de Educatieve Maatregel Alcohol is overeenkomstig het model in de bijlage van deze regeling.

Hoofdstuk

9

Ontheffing

Artikel

9:1

Een ontheffing als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van het besluit, wordt verstrekt aan degene die met goed gevolg het eerste deel van het examen heeft afgelegd.

Artikel

9:2

Van de ontheffing mag uitsluitend gebruik worden gemaakt, wanneer het gegeven rijonderricht geschiedt in aanwezigheid en onder supervisie van een rijinstructeur die beschikt over een voor dat rijonderricht geldig certificaat rijinstructeur of instructeursbewijs.

Hoofdstuk

10

Tarieven

Artikel

10:1

De tarieven voor de verschillende onderdelen van de examens en de herexamens voor rij-instructeurs bedragen:

Deel I

Tarief

examenonderdeel I A:

€ 120,08

inhoudsdeskundigheid

examenonderdeel I B:

€ 120,08

onderwijsdeskundigheid

examenonderdeel I C:

€ 291,60

verkeersinzicht en rijproef

herexamen IC:

€ 90,66

verkeersinzicht

herexamen IC:

€ 215,64

rijproef

Deel II

Tarief

examenonderdeel II A

€ 242,59

theoretische les

examenonderdeel II B

€ 215,64

voor categorie B

praktische les

(60 minuten)

Examenonderdeel II B

€ 291,60

voor andere categorieën

dan II B: Praktische les

(90 minuten)

Artikel

10:2

Het tarief voor het examen voor bijscholingsdocent bedraagt € 401,87.

Artikel

10:3

Het tarief voor de applicatietoets bedraagt:

tarief

gehele toets

€ 120,08

onderdeel inhoudsdeskundigheid

€ 60,04

(herexamen)

onderdeel onderwijsdeskundigheid

€ 60,04

(herexamen)

Artikel

10:4

Artikel

10:5

Voor het verstrekken van een ontheffing als bedoeld in artikel 5 van het besluit wordt geen tarief in rekening gebracht.

Artikel

10:6

Artikel

10:7

Artikel

10:8

Vervallen

Hoofdstuk

11

Overgangsrecht en slotbepalingen

Artikel

11:1

De instructeursbewijzen bedoeld in artikel 27, tweede lid van de wet behouden hun geldigheid tot de datum vermeld in het volgende opsomming:

  • a.

    instructeursbewijzen met een afgiftedatum gelegen vóór 1990:

    maand van afgifte juli: 1 augustus 1997

    maand van afgifte augustus: 1 september 1997

    maand van afgifte september: 1 oktober 1997

    maand van afgifte oktober: 1 november 1997

    maand van afgifte november: 1 december 1997

    maand van afgifte december: 1 januari 1998

    maand van afgifte januari: 1 februari 1998

    maand van afgifte februari: 1 maart 1998

    maand van afgifte maart: 1 april 1998

    maand van afgifte april: 1 mei 1998

    maand van afgifte mei: 1 juni 1998

    maand van afgifte juni: 1 juli 1998

  • b.

    instructeursbewijzen met een afgiftedatum gelegen na 1989:

    maand van afgifte juli: 1 augustus 1998

    maand van afgifte augustus: 1 september 1998

    maand van afgifte september: 1 oktober 1998

    maand van afgifte oktober: 1 november 1998

    maand van afgifte november: 1 december 1998

    maand van afgifte december: 1 januari 1999

    maand van afgifte januari: 1 februari 1999

    maand van afgifte februari: 1 maart 1999

    maand van afgifte maart: 1 april 1999

    maand van afgifte april: 1 mei 1999

    maand van afgifte mei: 1 juni 1999

    maand van afgifte juni: 1 juli 1999

Artikel

11:2

In afwijking van het bepaalde in artikel 11:1 wordt de geldigheid van het instructeursbewijs van degene die de door het instituut afgenomen toets niet heeft afgelegd met goed gevolg, eenmalig verlengd met een periode van zes maanden, mits deze toets is afgelegd vóór de op hem van toepassing zijnde in dat artikel genoemde datum.

Artikel

11:3

De mogelijkheid tot het afleggen van een toets als bedoeld in artikel 9, tweede lid onder b van de wet vangt aan in de eerste of tweede week van mei 1997 en zal tenminste maandelijks worden herhaald.

Artikel

11:4

De gehoudenheid bedoeld in artikel 29 van de wet vangt aan twee maanden voor de datum genoemd in de opsomming gegeven in artikel 11:1.

Artikel

11:5

Het instituut kan zonodig in afwijking van de artikelen 11:1 en 11:2 de geldigheidsduur van het instructeursbewijs van een houder verlengen indien deze aantoont dat hij wegens ziekte verhinderd is geweest de toets waarvoor hij zich had opgegeven, af te leggen.

Een dergelijke verlenging kan zich niet verder uitstrekken dan tot 1 januari 2000.

Artikel

12

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1995.

Artikel

13

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rijonderricht motorrijtuigen. Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage
De minister van Verkeer en Waterstaat, A.Jorritsma-Lebbink

Bijlage

– Modellen van diverse certificaten en van het bewijs van ontheffing

Model 1A Certificaat voor het geven van rijonderricht (afgegeven tot 1 november 1999)

Model 1B Certificaat voor het geven van rijonderricht (afgegeven m.i.v. 1 november 1999)

Model 2A Certificaat voor het geven van bijscholing (afgegeven tot 1 november 1999)

Model 2B Certificaat voor het geven van bijscholing (afgegeven m.i.v. 1 november 1999)

Model 3A Bewijs van ontheffing (afgegeven tot 1 november 1999)

Model 3B Bewijs van ontheffing (afgegeven m.i.v. 1 november 1999)

Beide formulieren worden na te zijn ingevuld in de breedte omgevouwen en aan beide zijden gelamineerd.