Regeling erkenning EU-diploma’s brandweerofficieren

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Besluit:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

b.
de bevoegde autoriteit:

de Minister van Binnenlandse Zaken;

c.
de aanpassingsstage:

de uitoefening van het beroep van brandweerofficier, bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de wet.

d.
de proeve van bekwaamheid:

een toets als bedoeld in artikel 10, derde lid, van de wet;

e.
een diploma:

een diploma als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de wet;

f.
een lid-staat van oorsprong of herkomst:

een lid-staat waar het diploma is afgegeven dan wel is erkend.

§

2

Voorwaarden voor toelating

Artikel

2

De aanvrager verschaft de volgende gegevens en bescheiden:

  • a.

    een stuk waarin de rang van brandweerofficier is aangegeven tot welke toelating wordt gewenst;

  • b.

    een schriftelijke verklaring van een bij of krachtens wet van de lid-staat van oorsprong of herkomst bevoegde autoriteit waaruit blijkt welke rang van brandweerofficier de aanvrager in de lid-staat van oorsprong of herkomst heeft;

  • c.

    een kopie van het diploma, gewaarmerkt door de daartoe bevoegde autoriteit van de lid-staat van oorsprong of herkomst, op grond waarvan de aanvrager in de lid-staat van oorsprong of herkomst het beroep van brandweerofficier mag uitoefenen;

  • d.

    gegevens over de door de aanvrager gevolgde hoger-onderwijsopleiding tot brandweerofficier, waaronder in ieder geval gegevens over de totale duur van de door hem gevolgde opleiding en de bestudeerde vakgebieden, en zo mogelijk over de door het opleidingsinstituut opgestelde globale leerstofomschrijving van deze vakgebieden en de daaraan bestede studieduur;

  • e.

    indien de hoger-onderwijsopleiding tot brandweerofficier overwegend is genoten buiten de gebieden waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie of de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is, een bewijsstuk, gewaarmerkt door de daartoe bevoegde autoriteit van de lid-staat van oorsprong of herkomst, waaruit blijkt dat de aanvrager tenminste drie jaren relevant beroepservaring heeft opgedaan;

  • f.

    een bewijs dat de aanvrager de Nederlandse taal voldoende beheerst als bedoeld in artikel 3;

  • g.

    een document waaruit blijkt dat de aanvrager over een goede lichamelijke en geestelijke gezondheid beschikt voor de uitoefening van het beroep van brandweerofficier.

Artikel

3

De aanvrager beheerst de Nederlandse taal voldoende indien hij:

Artikel

4

Artikel

5

§

3

Slotbepalingen

Artikel

6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

7

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling erkenning EU-diploma’s brandweerofficieren.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage
De Minister van Binnenlandse Zaken, H. F.Dijkstal