Besluit van 6 november 1996, houdende uitvoering van artikel 44, negende lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Besluit ritueel slachten)

Besluit ritueel slachten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 15 juli 1996, nr. J. 966824, Directie Juridische Zaken van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Gelet op richtlijn nr. 93/119/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 december 1993 inzake de bescherming van dieren bij het slachten of doden (PbEG L 340) en gelet op artikel 44, negende lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
De Raad van State gehoord (advies van 18 september 1996, no. W11.96.0293.);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 18 oktober 1996, nr. J. 969678, Directie Juridische Zaken van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • Verordening (EG) nr. 1099/2009: Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden (PbEU 2009, L 303);

  • wet: Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

Artikel

2

Dit besluit is van toepassing op dieren die zonder voorafgaande bedwelming worden geslacht volgens de israëlitische of de islamitische ritus.

Artikel

3

Het is verboden te handelen in strijd met bij ministeriële regeling aan te wijzen artikelen van Verordening (EG) nr. 1099/2009.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Vervallen

Artikel

7

Vervallen

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Vervallen

Artikel

11

Vervallen

Artikel

12

Wijzigt het Vleeskeuringsbesluit.

Artikel

13

Dit besluit treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen van artikelen verschillend kan worden vastgesteld.

Laatstbedoeld besluit wordt niet genomen voordat vier weken zijn verstreken nadat het onderhavige besluit is voorgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal, en evenmin indien binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat inwerkingtreding van dit besluit bij wet wordt geregeld.

Artikel

14

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ritueel slachten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J. J. van Aartsen
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. G. Terpstra
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager