Voorzieningenregeling voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers

Hoofdstuk

1

Begripsomschrijvingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    betrokkene: de beroepsmilitair, de gewezen beroepsmilitair, de dienstplichtige militair, de gewezen dienstplichtige, alsmede de reservist en de gewezen reservist die ten gevolge van invaliditeit aantoonbare beperkingen ondervindt;

  • b.

    invaliditeit: de invaliditeit met dienstverband, bedoeld in artikel 2, derde lid, van het Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen, ook indien sprake is van een invaliditeit van minder dan 10%;

  • c.

    voorziening: het middel dat direct dan wel indirect de nadelige gevolgen van de beperkingen die de betrokkene ten gevolge van zijn invaliditeit ondervindt, opheft of vermindert dan wel voorziet in een financiële tegemoetkoming in of een financiële vergoeding van de kosten die daarvan een gevolg zijn;

  • d.

    kosten: de kosten die de betrokkene in verband met invaliditeit noodzakelijkerwijs moet maken en zonder invaliditeit niet of niet in dezelfde mate gemaakt zouden worden;

  • e.

    financiële tegemoetkoming: een gedeeltelijke vergoeding van de kosten van een voorziening;

  • f.

    financiële vergoeding: een volledige vergoeding van de kosten van een voorziening;

  • g.

    begeleider: degene die de betrokkene begeleidt, omdat de toestand van de betrokkene begeleiding nodig maakt.

Hoofdstuk

2

Voorzieningenpakket

Artikel

2

Voorzieningen worden verleend in de vorm van:

  • a.

    leefvoorzieningen als bedoeld in hoofdstuk 3;

    deze voorzieningen kunnen betrekking hebben op:

    • 1.

      verplaatsing per taxi of auto;

    • 2.

      verplaatsing binnenshuis en buitenshuis per rolstoel;

    • 3.

      wonen;

    • 4.

      kosten verbonden aan op zich normale huishoudelijke uitgaven;

    • 5.

      ontspanning of ontwikkeling;

    • 6.

      conditietraining;

    • 7.

      verplaatsing per fiets;

    • 8.

      kosten verbonden aan alarmeringstoestellen;

    • 9.

      algemene dagelijkse levensverrichtingen;

    • 10.

      kinderopvang;

    • 11.

      Gezinsbegeleiding.

  • b.

    werkvoorzieningen als bedoeld in hoofdstuk 4;

  • c.

    voorzieningen ter zake van de kosten van geneeskundige verzorging als bedoeld in hoofdstuk 4a;

  • d.

    bijzondere voorzieningen als bedoeld in hoofdstuk 5.

Artikel

3

Een voorziening als bedoeld in artikel 2 wordt slechts verleend indien:

  • a.

    de verstrekking daarvan in verband met de aanwezige invaliditeit om medische dan wel sociaal-medische redenen aangewezen is;

  • b.

    deze in overwegende mate op het individu gericht is;

  • c.

    deze voor langere tijd noodzakelijk is;

  • d.

    deze voor de betrokkene niet algemeen gebruikelijk is;

  • e.

    deze door betrokkene vooraf is aangevraagd. Ambtshalve toekenning kan plaatsvinden indien tijdens een medisch onderzoek in verband met de invaliditeit van betrokkene de medische noodzaak komt vast te staan;

  • f.

    deze de meest goedkope adequate is. De verstrekking kan hierdoor afwijken van de aangevraagde voorziening.

Hoofdstuk

3

Leefvoorzieningen

Artikel

4

Onder leefvoorzieningen die betrekking hebben op verplaatsing per taxi of auto worden verstaan:

  • a.

    de financiële tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van:

    • 1.

      een (rolstoel)taxi;

    • 2.

      vervoer door derden;

  • b.

    de financiële vergoeding van de kosten van:

    • 1.

      een standaard auto;

    • 2.

      een duurdere auto dan de standaard auto indien de standaard auto niet geschikt is; de meerprijs van de duurdere auto ten opzichte van de standaard auto wordt aangemerkt als aanpassingskosten als bedoeld in onderdeel d;

    De meerkosten die op grond van dit onderdeel worden vergoed, worden niet buiten beschouwing gelaten bij de vaststelling van de restwaarde van de auto op het moment van inruil.

  • c.

    de verstrekking van een al dan niet aangepaste auto in bruikleen indien de standaard auto bedoeld in onderdeel b, onder 1, of de duurdere auto, bedoeld in onderdeel b, onder 2, niet geschikt is;

  • d.

    de financiële vergoeding van de kosten van de noodzakelijke aanpassingen van een auto als bedoeld in onderdeel b en c die als beperking op het rijbewijs staan vermeld;

  • e.

    de financiële tegemoetkoming in de kosten van een automatische transmissie die als beperking op het rijbewijs staat vermeld;

  • f.

    de financiële tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van:

    • 1.

      een eigen auto;

    • 2.

      een standaard auto als bedoeld in onderdeel b, onder 1;

    • 3.

      een duurdere auto als bedoeld in onderdeel b, onder 2;

    • 4.

      een auto in bruikleen als bedoeld in onderdeel c;

  • g.

    de financiële vergoeding van de kosten van:

    • 1.

      de aanleg alsmede de huur van een gehandicaptenparkeerplaats en/of Europese parkeerontheffing in verband met de invaliditeit van de betrokkene;

    • 2.

      het verlengen van het rijbewijs van de betrokkene in verband met de invaliditeit van de betrokkene;

    • 3.

      de keuring met het oog op het aanbrengen van noodzakelijke aanpassingen van een auto als bedoeld in onderdeel b en c in verband met de invaliditeit van de betrokkene;

  • h.

    de financiële tegemoetkoming in de kosten van:

    • 1.

      autorijlessen en proef- en gewenningslessen; deze tegemoetkomingen kunnen worden toegekend aan de betrokkene of aan diens begeleider in de meerijsituatie.

    • 2.

      aflevering van een auto als bedoeld in onderdeel b en c;

    • 3.

      de woonplaatsservice bij een organisatie die deze hulp biedt;

    • 4.

      een kaartkluis.

  • i.

    de financiële vergoeding van de kosten van het rij-examen; deze vergoeding kan worden toegekend aan de betrokkene of aan diens begeleider in de meerijsituatie.

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Onder leefvoorzieningen die betrekking hebben op verplaatsing binnenshuis en buitenshuis per rolstoel worden verstaan:

  • a.

    de verstrekking van een rolstoel in bruikleen;

  • b.

    de financiële vergoeding van de kosten van:

    • 1.

      de noodzakelijke aanpassingen van een rolstoel;

    • 2.

      de accessoires van een rolstoel;

    • 3.

      het onderhoud, de reparatie en de keuring van een rolstoel;

    • 4.

      een rolstoeltraining;

    • 5.

      de premie van de verzekering van een buitenrolstoel.

  • c.

    de financiële tegemoetkoming in de kosten van:

    • 1.

      weerbestendige rolstoelkleding;

    • 2.

      rolstoelbestendige vloerbedekking;

    • 3.

      een sportrolstoel, exclusief afleveringskosten;

    • 4.

      het onderhoud en de reparatie van een sportrolstoel.

Artikel

8

Onder leefvoorzieningen die betrekking hebben op wonen wordt verstaan:

  • a.

    de financiële vergoeding van de kosten van de verhuizing door een erkende verhuizer;

  • b.

    de financiële vergoeding van de eigen bijdrage voor een woonvoorziening krachtens de Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • c.

    de financiële tegemoetkoming in de kosten van:

    • 1.

      de inrichting van de nieuwe woning;

    • 2.

      de herinrichting van de woning.

Artikel

9

Onder leefvoorzieningen die betrekking hebben op de kosten verbonden aan op zich normale huishoudelijke uitgaven worden verstaan:

  • a.

    de financiële vergoeding van de kosten van:

    • 1.

      de eigen bijdrage voor huishoudelijke hulp voor zover deze hulp door een instelling voor gezinsverzorging kan worden verleend;

    • 2.

      de factuur in verband met de indicatiestelling van de onder 1, bedoelde instelling;

    • 3.

      de extra huurkosten van een woning indien betrokkene voor het eerst zelfstandig gaat wonen en deze kosten een bedrag van 12% van het bruto jaarinkomen overschrijden. Voor verlenging van de voorziening kan betrokkene jaarlijks een verzoek hiertoe indienen.

  • b.

    de financiële tegemoetkoming in de kosten van:

    • 1.

      het zelf inhuren van huishoudelijke hulp volgens een jaarlijks vast te stellen uurloon indien de in onderdeel a, onder 1, bedoelde instelling deze hulp niet kan leveren;

    • 2.

      de extra slijtage van de kleding, schoeisel en het beddengoed;

    • 3.

      de vervanging van een garderobe in verband met de invaliditeit van de betrokkene;

    • 4.

      de extra verwarming en elektriciteit;

  • c.

    de financiële tegemoetkoming in de premiekosten met betrekking tot:

    • 1.

      een ongevallenverzekering, voor zover deze de risico’s, verbonden aan het uitgeoefende beroep, dekt;

    • 2.

      een verzekering ter verkrijging van een periodieke uitkering wegens inkomstenderving als gevolg van arbeidsongeschiktheid;

    • 3.

      een levensverzekering ten behoeve van nabestaanden;

    • 4.

      een pensioenverzekering ten behoeve van een nabestaandenpensioen;

    • 5.

      een verzekering van het WAO-hiaat.

Artikel

9a

Hoofdstuk

4

Werkvoorzieningen

Artikel

10

Hoofdstuk

4a

Voorzieningen ter zake van de kosten van geneeskundige verzorging

Artikel

10a

Onder voorzieningen ter zake van de kosten van geneeskundige verzorging worden verstaan:

  • a.

    de financiële vergoeding van de kosten van:

    • 1.

      de eigen bijdrage voor de aanschaf van orthopedische schoenen indien sprake is van een eerste verstrekking dan wel van extra slijtage alsmede de ten gevolge van de orthopedische schoenen noodzakelijke steunzolen;

    • 2.

      de eigen bijdrage, bedoeld in de artikelen 3.3.2.1 en 3.3.2.2 van het Besluit langdurige zorg;

    • 3.

      de eigen bijdrage voor de aanschaf van een ringleiding;

    • 4.

      de eigen bijdrage voor de aanschaf van een geruismaskeerder;

    • 5.

      de eigen bijdrage voor de aanschaf van een koptelefoon;

    • 6.

      de eigen bijdrage voor de aanschaf van elastische kousen;

    • 7.

      de aanpassing aan een specifiek hulpmiddel dan wel aan een algemeen gebruiksmiddel.

  • b.

    de financiële tegemoetkoming in de kosten van:

    • 1.

      een hoortoestel;

    • 2.

      een prothese;

    • 3.

      een sta-op-stoel;

    • 4.

      een sta-stoel;

    • 5.

      een bureaustoel i.v.m. thuis te verrichten werkzaamheden;

    • 6.

      twee éénpersoonsbedden inclusief de eerste aankleding;

    • 7.

      een speciaal bed inclusief de eerste aankleding bed en/of bodem en/of matras;

    • 8.

      een douche-toiletstoel;

    • 9.

      psychologische hulp;

    • 10.

      zelfverzorgingsproducten voor brandwonden;

    • 11.

      geïndiceerde contactlenzen;

    • 12.

      geïndiceerde brillenglazen;

    • 13.

      een brilmontuur;

    • 14.

      een sportprothese;

    • 15.

      braces en aanpassingen van sportschoeisel;

    • 16.

      Een veteranen hulphond.

  • c.

    de financiële tegemoetkoming in de kosten van kleine medische hulpmiddelen dan wel behandelingen noodzakelijk tengevolge van de invaliditeit;

  • d.

    de financiële tegemoetkoming in de kosten van de hogere premie voor een ziektekosten-verzekering indien deze extra kosten in redelijkheid niet te zijnen laste kunnen blijven.

  • e.

    de financiële tegemoetkoming in de kosten van het eigen risico van een zorgverzekering.

  • f.

    de vergoeding van de eigen bijdrage als bedoeld in de Wet langdurige zorg (Wlz) bij tijdelijk verblijf in een AWBZ-instelling, indien betrokkene tevens een eigen huishouding voert.

Hoofdstuk

5

Bijzondere voorzieningen

Artikel

11

In bijzondere gevallen kan de betrokkene in aanmerking komen voor een voorziening, verband houdende met zijn invaliditeit, indien hierin niet door een andere regeling wordt voorzien. Van een bijzonder geval is sprake indien niet toekenning van de bijzondere voorziening voor de betrokkene tot kosten zou leiden die redelijkerwijs niet ten laste van hem dienen te komen en bovendien zou leiden tot ernstige bestaansverschraling of psychische decompensatie van de betrokkene.

Hoofdstuk

6

Aanvullende bepalingen

Artikel

12

Artikel

13

Indien voor het ter beschikking stellen van een voorziening in de zin van deze regeling bepaalde maatregelen dringend gewenst zijn en de ernst van de invaliditeit en de persoonlijke situatie van de betrokkene een onverwijld handelen noodzakelijk maken kan een renteloos voorschot worden verstrekt.

Artikel

14

Artikel

15

In individuele gevallen, waarin de regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan zo nodig in afwijking van het bepaalde in deze regeling een beslissing worden genomen, voor zover het betreft voorzieningen, die ten tijde van het in werking treden van deze regeling nog niet bekend zijn dan wel niet voorzienbaar waren en waarvan toevoeging aan deze regeling opportuun wordt geacht.

Hoofdstuk

7

De financiële tegemoetkoming

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

De berekening van de in artikel 8, onderdeel c, onder 1 en 2 bedoelde tegemoetkoming in de kosten van inrichting van de woning vindt plaats overeenkomstig het Verplaatsingskostenbesluit Defensie.

Artikel

20

Artikel

20a

Artikel

20b

Artikel

20c

De in de artikelen 16,, 18, 20,, 20a en 20b genoemde bedragen aan financiële tegemoetkomingen worden per 1 januari van elk kalenderjaar geïndexeerd aan de hand van het consumentenprijsindexcijfer. De geïndexeerde bedragen worden afgerond naar boven op gehele bedragen met uitzondering van de tegemoetkoming voor de veteranen hulphond. De tegemoetkoming veteranen hulphond van art. 20b lid 3 volgt de hoogte van het bedrag zoals dat jaarlijks vanuit SZVK-polis /Reglement Hulpmiddelen kan worden toegekend voor onderhoudskosten van ADL- en blindengeleidehonden.

Hoofdstuk

8

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

21

Artikel

22

De vóór 1 januari 1997 ingediende aanvragen voor een voorziening als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, b, en d worden afgehandeld op basis van de regels zoals die vóór de datum van de inwerkingtreding van deze regeling luidden, met dien verstande dat de voorziening vanaf 1 januari 1997 wordt toegekend met toepassing van de bepalingen van deze regeling.

Artikel

22a

Artikel

22c

De in artikel 20, tweede lid, genoemde financiële tegemoetkoming in de kosten van de extra slijtage van kleding en beddengoed wordt éénmalig opgehoogd met een percentage van 14.

Artikel

23

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 1997. Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De regeling zal worden geplaatst in de MP-31-serie.

Artikel

24

Deze regeling wordt aangehaald als: Voorzieningenregeling voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers.

De Staatssecretaris van Defensie, J.C.Gmelich Meijling