Regeling uitvoering heffingen en verrekening Meststoffenwet

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op de artikelen 13aa, eerste en derde lid, 13ab, eerste lid, vierde en zesde lid, 13ac, zesde lid, en 13al, onderdeel h, van de Meststoffenwet, de artikelen 3, 6, eerste en derde lid, 8, eerste lid, 19, tweede lid, en 62 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de artikelen 5, 26 en 31 van de Invorderingswet 1990;

Besluit:

Titel

1

Bevoegdheden

Artikel

2

In deze regeling wordt onder bureau verstaan: Bureau Heffingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, te Assen.

Artikel

3

Artikel

4

De standplaats van de inspecteur van het bureau is Assen.

Artikel

5

De verplichtingen die ingevolge de artikelen 47, 47b, 48, 49, 50, 53 en 55 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen bestaan jegens de inspecteur van het bureau, gelden mede jegens de door de inspecteur van het bureau aangewezen ambtenaren van het bureau en jegens de ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Titel

2

Aangifte

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Van de verplichting de in de uitnodiging tot het doen van aangifte van de heffing, bedoeld in titel 2 van hoofdstuk IV van de Meststoffenwet, gevraagde gegevens en bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan in te leveren of toe te zenden is vrijgesteld de heffingplichtige die vóór het tijdstip waarop de heffing moet worden betaald de inspecteur van het bureau heeft verzocht om uitnodiging tot het doen van aangifte van de heffing, bedoeld in titel 1 van hoofdstuk IV van de Meststoffenwet.

Titel

3

Tijdvak, voorlopige betaling en invorderingsrente

Artikel

10

Het tijdvak waarover heffing moet worden betaald is het kalenderjaar.

Artikel

11

Artikel

12

Ingeval een ander tijdvak dan een kalenderjaar geldt, worden de bepalingen van hoofdstuk IV van de Meststoffenwet die betrekking hebben op een kalenderjaar, naar tijdsevenredigheid toegepast.

Artikel

13

Titel

4

Verrekening

Artikel

14a

Verrekening met de belastbare hoeveelheden van de voorgaande drie jaren als bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de Meststoffenwet en verrekening met de belastbare hoeveelheden van de volgende kalenderjaren als bedoeld in het tweede lid van dat artikel geschieden uitsluitend indien de bij de verrekening betrokken kalenderjaren deel uitmaken van dezelfde, aaneengesloten reeks van jaren waarover steeds aangifte van de verschuldigde verfijnde mineralenheffingen, bedoeld in artikel 22 van die wet, is gedaan, en waarvoor steeds aan de in het laatstgenoemde artikel bedoelde regels is voldaan.

Artikel

15

De beschikking, bedoeld in artikel 43, vijfde lid, van de Meststoffenwet wordt niet afgegeven zolang:

  • a.

    tegen de heffing, die op aangifte is voldaan, bezwaar of beroep kan worden ingesteld, dan wel op het bezwaar of beroep nog niet is beslist;

  • b.

    de over het desbetreffende tijdvak of een eerder tijdvak verschuldigde heffing nog niet is voldaan en daarvoor evenmin door de inspecteur van het bureau uitstel van betaling is verleend.

Artikel

15a

In afwijking van artikel 15 kan voor het jaar 1998 of 1999 een beschikking tot voorlopige verrekening, tot voorlopige verlening van een uit verrekening voortvloeiende teruggaaf, of tot voorlopige vaststelling van een resterende belastbare hoeveelheid fosfaat, onderscheidenlijk stikstof van minder dan nihil worden afgegeven, indien de over het jaar 1998 of 1999 verschuldigde heffing is voldaan, dan wel daarvoor door de inspecteur van het bureau uitstel van betaling is verleend.

Artikel

16

Artikel

17

Houdt een persoon, rechtspersoon of samenwerkingsverband van personen of rechtspersonen op enig tijdstip, anders dan tijdelijk, op heffingplichtige te zijn, dan kan met diens schriftelijke toestemming de belastbare hoeveelheid fosfaat, onderscheidenlijk stikstof die na verrekening over de aan dat tijdstip voorafgegane tijdvakken resteert worden gebruikt door de heffingplichtige die het bedrijf als zodanig voortzet.

Artikel

18

Voor verrekening komt niet in aanmerking een in een tijdvak vastgestelde belastbare hoeveelheid fosfaat van minder dan nihil, indien de veebezetting op het bedrijf van de heffingplichtige in dat tijdvak kleiner of gelijk is aan 2,5 grootvee-eenheden per hectare van de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond.

Titel

5

Slotbepalingen

Artikel

19

De Uitvoeringsregeling overschotheffing wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de heffing en invordering van de overschotheffing, bedoeld in artikel 13 van de Meststoffenwet, zoals dit artikel luidde voor inwerkingtreding van artikel I van de wet van 2 mei 1997, houdende wijziging van de Meststoffenwet (Stb. 360).

Artikel

20

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.

Artikel

21

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling uitvoering heffingen en verrekening Meststoffenwet.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J.J. vanAartsen