Wet van 23 januari 1997, houdende een regeling voor vrijstelling van premies werknemersverzekeringen bij arbeid van zeer korte duur van uitkeringsgerechtigden en aangewezen categorieën werknemers (Wet premieregime bij marginale arbeid)

Wet premieregime bij marginale arbeid

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het uit het oogpunt van arbeidsmarktbeleid wenselijk is een vrijstelling van de betaalde premies voor de werknemersverzekeringen te introduceren bij dienstbetrekkingen van uitkeringsgerechtigden en bepaalde categorieën aangewezen werknemers van zeer korte duur;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK

1

BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

HOOFDSTUK

2

VRIJSTELLING VAN PREMIES WERKNEMERSVERZEKERINGEN

§

1

Vrijstelling van premies

Artikel

2

Artikel

3

§

2

Premievrijstelling voor aangewezen categorieën werknemers

Artikel

4

Artikel

5

§

3

Herziening beslissing

Artikel

6

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen herziet de beslissing over de premievrijstelling, indien deze vrijstelling ten onrechte is verleend, omdat onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt.

HOOFDSTUK

3

FINANCIERING PREMIEVRIJSTELLING VOOR AANGEWEZEN CATEGORIEËN WERKNEMERS

Artikel

7

Wijzigt de Werkloosheidswet.

Artikel

8

HOOFDSTUK

4

BEZWAAR EN BEROEP

Artikel

10

Wijzigt de Beroepswet.

HOOFDSTUK

5

SLOTBEPALINGEN

Artikel

11

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

12

Deze wet wordt aangehaald als: Wet premieregime bij marginale arbeid.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, F. H. G. de Grave
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager