Wet van 2 mei 1997, houdende wijziging van de Meststoffenwet

Wijzigingswet Meststoffenwet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te voorzien in regels waarmee een nieuw stelsel van heffingen in de Meststoffenwet wordt geïntroduceerd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL

I

Wijzigt de Meststoffenwet.

ARTIKEL

II

Wijzigt de Wet verplaatsing mestproduktie.

ARTIKEL

III

Wijzigt de Wet op de economische delicten.

ARTIKEL

IV

De ingevolge artikel 14a van de Meststoffenwet, zoals dit op de dag vóór inwerkingtreding van artikel I, onderdeel G van deze wet luidde, geldende hoeveelheid mestproductierechten voor varkens en kippen, is na inwerkingtreding van genoemd artikelonderdeel de hoeveelheid verplaatsbare niet-gebonden mestproductierechten voor varkens en kippen en de hoeveelheid niet-verplaatsbare niet-gebonden mestproductierechten voor varkens en kippen die voor deze bedrijven op de dag voor inwerkingtreding van het genoemde artikelonderdeel gold ingevolge artikel 1, derde lid, en 6, eerste lid, van de Wet verplaatsing mestproduktie, vermenigvuldigd met 10/7.

ARTIKEL

VI

De tekst van de Meststoffenwet wordt in het Staatsblad geplaatst. Voor de plaatsing in het Staatsblad stelt Onze Minister de nummering van de artikelen van de Meststoffenwet opnieuw vast en brengt hij de in deze wet voorkomende aanhalingen van de artikelen met de nieuwe nummering in overeenstemming.

ARTIKEL

VII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J. J. van Aartsen
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Margaretha de Boer
De Staatssecretaris van Financiën, W. A. F. G. Vermeend
De Minister van Justitie a.i., H. F. Dijkstal