Artikel
1
In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
Onze Minister: Onze Minister van Justitie;
-
b.
inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden: een inrichting als bedoeld in artikel 37d, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;
-
c.
particuliere inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 90quinquies, eerste lid, in samenhang met artikel 37d, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht;
-
d.
inrichting: een justitiële inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden als bedoeld in artikel 90quinquies, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht;
-
e.
rijksinrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 90quinquies, tweede lid, in samenhang met artikel 37d, eerste lid, onder b, van het Wetboek van Strafrecht;
-
f.
justitiële particuliere inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 90quinquies, tweede lid, in samenhang met artikel 37d, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht;
-
g.
hoofd van de inrichting: het hoofd van de inrichting, waarin de verpleegde is opgenomen, alsmede diens vervanger als bedoeld in artikel 6, vierde lid;
-
h.
hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden: het hoofd van de inrichting als bedoeld onder g of, ingeval een ter beschikking gestelde in een particuliere inrichting, niet zijnde een justitiële particuliere inrichting, is opgenomen, het hoofd van die inrichting alsmede de voor de behandeling van de ter beschikking gestelde verantwoordelijke persoon;
-
i.
ter beschikking gestelde: een ter beschikking gestelde ten aanzien van wie een bevel tot verpleging van overheidswege als bedoeld in artikel 37b of 38c van het Wetboek van Strafrecht is gegeven;
-
j.
verpleegde: een persoon die in een inrichting is opgenomen;
-
k.
personeelslid of medewerker: een persoon, die een taak uitvoert in het kader van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf of maatregel in een inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden;
-
l.
reclasseringswerker: een reclasseringswerker als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Reclasseringsregeling 1995;
-
m.
rechtsbijstandverlener: de advocaat of de medewerker van de stichting, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Wet op de rechtsbijstand;
-
n.
Raad: de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming;
-
o.
beroepscommissie: een commissie als bedoeld in artikel 67, tweede lid;
-
p.
commissie van toezicht: een commissie als bedoeld in artikel 10;
-
q.
uitspraak: een door een beklag- of beroepscommissie naar aanleiding van een door een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde ingediend klaag- of beroepschrift genomen beslissing;
-
r.
beklagcommissie: een commissie als bedoeld in artikel 59, eerste lid;
-
s.
bestuur: het bestuur van de rechtspersoon die een justitiële particuliere inrichting beheert;
-
t.
verpleging: het samenstel van handelingen, gericht op:
-
1°.
de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de verpleegde voor de veiligheid van anderen dan de verpleegde of de algemene veiligheid van personen of goederen, en
-
2°.
de verzorging van de verpleegde tijdens de tenuitvoerlegging van de vrijheidsbenemende straf of maatregel, waaronder begrepen het doen van een aanbod aan de verpleegde tot en het bevorderen en vergemakkelijken van zijn behandeling;
-
1°.
-
u.
behandeling: het samenstel van handelingen, gericht op een dusdanige vermindering van de uit de stoornis van de geestvermogens voortvloeiende gevaarlijkheid van de verpleegde voor de veiligheid van anderen dan de verpleegde of de algemene veiligheid van personen of goederen dat het doen terugkeren van de verpleegde in de maatschappij verantwoord is;
-
v.
verplegings- en behandelingsplan: een plan als bedoeld in artikel 16, eerste lid, zoals dat ten aanzien van een verpleegde wordt toegepast;
-
w.
verpleegdedossier: een dossier als bedoeld in artikel 19, eerste lid;
-
x.
evaluatieverslag: een verslag als bedoeld in artikel 18, tweede lid;
-
y.
persoonlijke verblijfsruimte: de verblijfsruimte als bedoeld in artikel 16, eerste lid;
-
z.
afzondering: het insluiten van een verpleegde in een gangbare woon- of verblijfsruimte, de persoonlijke verblijfsruimte daaronder begrepen, in afwijking van de in de inrichting geldende regels;
-
aa.
separatie: het insluiten van een verpleegde in een speciale voor separatie bestemde verblijfsruimte;
-
bb.
huisregels: regels als bedoeld in artikel 7, eerste lid.