Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
als huisdier gehouden runderen, varkens, schapen, geiten, eenhoevigen, pluimvee en tamme konijnen, alsook wilde dieren van genoemde soorten en wilde herkauwers, voor zover zij op een bedrijf worden gehouden;
levende vissen en schaal- en weekdieren die afkomstig zijn van een bedrijf, met inbegrip van voor een bedrijf bestemde dieren die oorspronkelijk in het wild leefden;
individuele toediening aan landbouwhuisdieren van een geregistreerd diergeneesmiddel waarvan het gebruik is toegestaan ter behandeling van een, door een dierenarts na onderzoek van het dier, geconstateerde fertiliteitsstoornis, met inbegrip van de onderbreking van een ongewenste dracht, en, voor wat betreft b-agonisten, ter behandeling van tocolyse bij vrouwelijke runderen tijdens het kalven alsmede ter behandeling van ademhalingsstoornissen en tocolyse bij voor andere doeleinden dan de vleesproductie gefokte paardachtigen;
individuele toediening aan landbouwhuisdieren van een geregistreerd diergeneesmiddel waarvan het gebruik is toegestaan, om de bronst te synchroniseren, en donor- en receptordieren op een embryotransplantatie voor te bereiden, alsmede toediening aan een groep aquicultuurdieren met het oog op geslachtsverandering;
spanne tijd van een uur, of enkel gedeelte daarvan, dat besteed is of zou zijn aan werkzaamheden, met uitzondering van de reistijd.