Subsidieregeling innovatiegerichte onderzoeksprogramma’s

Subsidieregeling innovatiegerichte onderzoekprogramma’s

De Minister van Economische Zaken;

Besluit:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
universiteit:

de onder a en b van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instellingen voor hoger onderwijs en de in bijlage 1, onder I, bij deze regeling vermelde bijzondere onderzoekinstellingen;

b.
onderzoekinstelling:

een in bijlage 1, onder II, bij deze regeling vermelde instelling;

c.
samenwerkingsverband:

een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste twee universiteiten of twee onderzoekinstellingen of bestaande uit een of meer universiteiten en een of meer onderzoekinstellingen;

d.
onderzoekproject:

een samenhangend geheel van voor Nederland nieuwe activiteiten, bestaande uit fundamenteel onderzoek of toepassingsgericht onderzoek of een combinatie daarvan;

e.
stuurgroep:

de Stuurgroep innovatiegerichte onderzoekprogramma's.

f.
ondernemer:

een natuurlijke persoon of rechtspersoon, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, die een onderneming in stand houdt.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

§

2

Aanvragen

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

6a

Artikel

7

De minister geeft een beschikking binnen vier maanden na ontvangst van de aanvraag.

Artikel

8

De minister beslist in ieder geval afwijzend op een aanvraag indien:

  • a.

    de aanvraag niet voldoet aan deze regeling;

  • b.

    hij het onaannemelijk acht dat het onderzoekproject binnen vier jaar kan worden voltooid;

  • c.

    gegronde vrees bestaat dat de betrokkenen het onderzoekproject niet kunnen financieren.

Artikel

9

Artikel

10

§

3

Verplichtingen van de subsidie-ontvanger

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

De minister kan aan een ontheffing als bedoeld in de artikelen 12 en 14 voorschriften verbinden.

Artikel

16

§

4

Voorschotten

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

De minister kan afwijzend beschikken op een aanvraag, indien een subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan ingevolge de subsidieverlening voor hem geldende verplichtingen.

§

5

Subsidievaststelling

Artikel

20

De minister geeft de beschikking tot subsidievaststelling binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag daartoe dan wel nadat de voor het indienen ervan geldende termijn is verstreken.

§

6

Slotbepalingen

Artikel

22

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag waarop de Kaderwet EZ-subsidies in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen 3, 4 en 5, die ter inzage worden gelegd .1De terinzagelegging geschiedt bij Senter, Grote Marktstraat 43 te Den Haag.. Van deze terinzagelegging zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

’s-Gravenhage
De Minister van Economische Zaken, G.J. Wijers

Bijlage

1

I

Bijzondere onderzoekinstellingen als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Subsidieregeling innovatiegerichte onderzoekprogramma's:

  • 1.

    onder de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek ressorterende rechtspersoonlijkheid bezittende onderzoekorganisaties die zijn aangewezen in het Reglement NWO 1998;

  • 2.

    de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen;

  • 3.

    het Nederlands Kanker Instituut;

  • 4.

    de academische ziekenhuizen.

II

Onderzoekinstellingen als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Subsidieregeling innovatiegerichte onderzoekprogramma's:

  • 1.

    de Stichting Energieonderzoek Centrum Nederland;

  • 2.

    de Stichting Grondmechanica Delft;

  • 3.

    de Stichting Maritiem Research Instituut Nederland;

  • 4.

    de Stichting Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium;

  • 5.

    de Nederlandse organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek TNO;

  • 6.

    de Stichting Waterloopkundig Laboratorium;

  • 7.

    de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek en de onder de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek ressorterende onderzoekorganisaties, waaraan deze stichting direct of indirect 100% van het geplaatste kapitaal verschaft;

  • 8.

    de Stichting Dutch Polymer Institute;

  • 9.

    de Stichting Netherlands Institute for Metals Research;

  • 10.

    de Stichting Top-Instituut Voedselwetenschappen;

  • 11.

    de Stichting Telematica-Instituut;

  • 12.

    de Stichting Nederlands Instituut voor Zuivel Onderzoek;

  • 13.

    de Stichting Hout Research te Wageningen.

Bijlage

2

Bedragen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a, 1°, van de Subsidieregeling innovatiegerichte onderzoekprogramma’s

Onderzoeker

Bruto salaris

Max.

premie

p. mnd 1Het genoemde bedrag is een maximumbedrag. De hoogte van de premie is afhankelijk van de daadwerkelijk gemaakte kosten.

Opslag soc. lasten/

wachtgeld/inflatie-

correctie

Opslag verbr.

materialen,

hulpmiddelen

en inhuur test-

personen

AIO jaar 1

VSNU functieschaal AIO

€ 318

1,41

€ 11 400

AIO jaar 2

VSNU functieschaal AIO

€ 227

1,44

€ 11 400

AIO jaar 3

VSNU functieschaal AIO

€ 137

1,47

€ 11 400

AIO jaar 4

VSNU functieschaal AIO

€ 0

1,50

€ 11 400

Onderzoeker 2Dit betreft de aanstelling van een onderzoeker, anders dan als AIO, met als doel een promotie-opdracht te vervullen. jr. 1

VSNU schaal 8 of 9

1,41

€ 11 400

Onderzoeker jr. 2

VSNU schaal 8 of 9

1,44

€ 11 400

Onderzoeker jr. 3

VSNU schaal 8 of 9

1,47

€ 11 400

Onderzoeker jr. 4

VSNU schaal 8 of 9

1,50

€ 11 400

post-doc jaar 1

VSNU schaal 10 of 11

1,33

€ 11 400

post-doc jaar 2

VSNU schaal 10 of 11

1,36

€ 11 400