Besluit van 18 juni 1999, houdende regels ter uitvoering van de Wet Raad voor de Transportveiligheid (Besluit Raad voor de Transportveiligheid)

Besluit Raad voor de Transportveiligheid

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 22 december 1998, nr. CDJZ/98/1343, Centrale Directie Juridische Zaken;
De Raad van State gehoord (advies van 6 april 1999, nr. W09.98.0607/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 14 juni 1999, nr. PAD 1999/17;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Paragraaf

1

Begripsomschrijving

Paragraaf

2

Deskundigheden in raad en kamers

Artikel

2

Paragraaf

3

Eed of belofte

Artikel

3

Paragraaf

4

Vergoedingen

Artikel

4

Artikel

5

Paragraaf

5

Meldingsplichten

Artikel

6

Tot de melding, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de wet, zijn verplicht:

  • a.

    in geval van een luchtvaartongeval of een ernstig incident op of boven Nederlands grondgebied met inbegrip van de territoriale zee: de gezagvoerder en de exploitant van een luchtvaartuig dat betrokken is bij het ongeval of het ernstige incident, en de betrokken luchtverkeersdienst;

  • b.

    in geval van een luchtvaartongeval of een ernstig incident op of in de nabijheid van een in Nederland gelegen luchtvaartterrein: naast de personen, genoemd onder a, de betrokken havenmeester;

  • c.

    in geval van een luchtvaartongeval of een ernstig incident met een Nederlands luchtvaartuig boven volle zee of in het buitenland: de gezagvoerder en de exploitant van het luchtvaartuig;

  • d.

    in geval van een scheepvaartongeval als bedoeld in artikel 3, derde lid, aanhef en onder a en d, van de wet: de kapitein en de exploitant van een schip dat betrokken is bij het ongeval, en de daartoe door het bevoegde gezag, bedoeld in de Scheepvaartverkeerswet, aangewezen personen werkzaam bij de desbetreffende scheepvaartbegeleidingsdienst;

  • e.

    in geval van een scheepvaartongeval met een Nederlands zeeschip in wateren buiten de Nederlandse jurisdictie: de kapitein en de exploitant van het schip;

  • f.

    in geval van een spoorwegongeval in Nederland: de bestuurder van een spoorvoertuig dat betrokken is bij het ongeval en de exploitant van een dergelijk voertuig, de betrokken verkeersleiding en de betrokken beheerder van de betrokken spoorweg of daarmee vergelijkbare geleider;

  • g.

    in geval van een buisleidingongeval in Nederland: de exploitant van een buisleiding die betrokken is bij het ongeval.

Paragraaf

6

Overblijfselen

Artikel

8

Paragraaf

7

Bevoegdheden gevolmachtigde vertegenwoordiger en deskundigen

Artikel

9

Artikel

10

Een staat als bedoeld in artikel 46 van de wet wordt, op met redenen omkleed verzoek, toegestaan een deskundige aan te wijzen die bevoegd is:

  • a.

    een onderzoeker bij het betreden van de plaats van het ongeval te vergezellen;

  • b.

    toegang tot relevante feitelijke informatie te hebben, mits hij zich tot geheimhouding verplicht en hij in de staat die hij vertegenwoordigt, niet aan een ruimere openbaarheid is gehouden dan ingevolge de wet mogelijk is;

  • c.

    aan de identificatie van de slachtoffers deel te nemen;

  • d.

    aan de ondervraging van overlevenden die onderdaan van de staat van de deskundige zijn, deel te nemen;

  • e.

    een afschrift van het eindrapport te ontvangen.

Paragraaf

8

Zitting

Artikel

11

Artikel

12

Met betrekking tot de toekenning van een schadeloosstelling aan getuigen, deskundigen en tolken is de Wet tarieven in strafzaken van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf

9

Onderzoek

Artikel

13

Paragraaf

10

Slotbepalingen

Artikel

14

Wijzigt het Metroreglement.

Artikel

15

Wijzigt het Reglement dienst hoofd- en lokaalspoorwegen.

Artikel

16

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de wet, behoudens waar het gaat om het onderzoek naar ongevallen en incidenten met een zeeschip, in werking treedt. Bij koninklijk besluit wordt een ander tijdstip vastgesteld waarop het besluit ten aanzien van ongevallen en incidenten met een zeeschip in werking treedt.

Artikel

17

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Raad voor de Transportveiligheid.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat, T. Netelenbos
De Minister van Justitie, A. H. Korthals