Besluit ontwikkeling van landschappen

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Besluit:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    landschapsontwikkelingsplan: plan voor het grondgebied van één of meer gemeenten ter verbetering van de landschapskwaliteit in het desbetreffende gebied;

  • b.

    landschapsplan: landschapsbeleidsplan of landschapsstructuurplan, waarvoor uit ’s Rijks kas subsidie is verstrekt vóór 1 januari 2002.

Artikel

3

Vervallen

Artikel

4

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten die een bijdrage leveren aan de bevordering van een samenhangend en doelmatig beleid met betrekking tot het beheer en de ontwikkeling van een kwalitatief hoogwaardig landschap.

Artikel

5

Artikel

5a

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor landschapsontwikkelingsplannen die voldoen aan de in de artikelen 5b tot en met 5e genoemde voorwaarden.

Artikel

5b

In het landschapsontwikkelingsplan wordt aandacht besteed aan de volgende aspecten van het desbetreffende landschap:

  • a.

    de opbouw van het landschap;

  • b.

    de identiteit en verscheidenheid van het landschap, gerelateerd aan kenmerkende landschappen in Nederland;

  • c.

    het watersysteem;

  • d.

    de visuele kenmerken;

  • e.

    de betekenis van de gebruiksfuncties, inclusief verwachte ontwikkelingen, voor het landschap en omgekeerd;

  • f.

    de cultuurhistorische en aardkundige waarden;

  • g.

    de ecologische waarden;

  • h.

    de culturele vernieuwing van het landschap, waaronder de toepassing van landschapsarchitectuur en beeldende kunst;

  • i.

    de omvang en de landschappelijke en ecologische kwaliteit van opgaande begroeiing;

  • j.

    de omvang en kwaliteit van de recreatieve ontsluiting en de toegankelijkheid en bereikbaarheid;

  • k.

    de waardering van het landschap door gebruikers.

Artikel

5c

Het landschapsontwikkelingsplan bevat de volgende onderdelen:

  • a.

    een kwantitatieve en kwalitatieve systematische beschrijving en analyse van het bestaande landschap;

  • b.

    een beschrijving van de doelstellingen inzake de ontwikkeling van het landschap;

  • c.

    tenminste twee wezenlijk verschillende visies op hoofdlijnen met een onderbouwde gekozen ontwikkelingsrichting;

  • d.

    een landschapsontwikkelingsvisie waarin wordt aangegeven:

    • in welke mate de in artikel 5b genoemde aspecten worden ontwikkeld en beschermd;

    • de gebieden en functies met accenten op behoud dan wel vernieuwing, scheiding dan wel combinatie van functies;

  • e.

    een uitvoeringsplan waarin op basis van de onder d genoemde landschapsontwikkelingsvisie zijn aangegeven:

    • de maatregelen voor de uitvoering van de ontwikkeling, bescherming en beheer van het landschap, inclusief een tijdsplanning;

    • de eisen die bij landschappelijk relevante ingrepen worden gesteld aan te treffen landschappelijke voorzieningen;

    • de wijze waarop de doorwerking van het landschapsontwikkelingsplan in het bestemmingsplan en in de vergunningverlening wordt gerealiseerd, inclusief een tijdsplanning;

  • f.

    een financieringsplan waarin toegezegde bijdragen van derden worden gekoppeld aan de realisering van het onder e bedoelde uitvoeringsplan, inclusief een tijdsplanning.

Artikel

5d

Het landschapsontwikkelingsplan bevat een opsomming en omschrijving van uit te voeren activiteiten ter verzekering van het maatschappelijke en financiële draagvlak van het betreffende landschapsontwikkelingsplan.

Artikel

5e

Het landschapsontwikkelingsplan wordt vastgesteld dan wel goedgekeurd door de gemeenteraad van de gemeente of gemeenten op welker grondgebied het plan betrekking heeft of door provinciale staten ingeval het een aanvraag van een provincie betreft.

Artikel

6

Artikel

7

Subsidie kan worden aangevraagd door gemeenten en provincies.

Artikel

8

Artikel

8a

De subsidie voor de in artikel 8, eerste lid, onderdeel c, bedoelde activiteiten wordt verleend onder de voorwaarde dat de activiteiten zijn verricht in de periode tussen de datum van de beschikking tot subsidieverlening en de datum van indiening van de aanvraag tot subsidievaststelling.

Artikel

9

De subsidie bedraagt ten hoogste 75% van de in artikel 8 bedoelde kosten bij een aanvraag tot subsidieverlening voor één landschapsontwikkelingsplan, welke aanvraag is ingediend door twee of meer gemeenten gezamenlijk of door een provincie en meer gemeenten gezamenlijk.

Artikel

10

Artikel

11

Aanvragen tot subsidieverlening worden jaarlijks ingediend in de periode 1 september tot en met 31 december.

Artikel

12

Artikel

13

In afwijking van artikel 6 van de Kaderregeling subsidiëring natuurprojecten gaat de aanvraag vergezeld van:

  • a.

    een kaart tot een schaal van 1:100.000 van het gebied waarop het landschapsontwikkelingsplan betrekking zal hebben;

  • b.

    een redengeving voor het opstellen van het landschapsontwikkelingsplan;

  • c.

    een sluitende begroting op basis van drie offertes en met een redengevende verklaring waarom één van de drie offertes geselecteerd is;

  • d.

    een korte evaluatie van het landschapsontwikkelingsplan, indien een plan herzien wordt.

Artikel

14a

De in het eerste lid bedoelde rapportage wordt gericht aan de minister en ingediend bij LASER.

Artikel

14b

In het jaar 2005 en voorts ten minste iedere vijf jaar publiceert de minister een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk.

Artikel

15

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel

16

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ontwikkeling van landschappen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,G.H.Faber