Artikel
1
Het in deze verordening bepaalde vindt toepassing bij het voorbereiden en nemen van besluiten door de Sociaal-Economische Raad en zijn commissies, houdende aanwijzing van organisaties van ondernemers en van werknemers die gerechtigd zijn tot het benoemen van de leden, onder bepaling van het aantal leden dat per organisatie benoemd kan worden, in:
-
de besturen van de bedrijfslichamen, bedoeld in artikel 66, vierde lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie,
-
de organen van bedrijfslichamen, bedoeld in artikel 88a van de Wet op de bedrijfsorganisatie,
-
alsmede in de overige gevallen waarin de Sociaal-Economische Raad wordt gevraagd zijn oordeel te geven over de samenstelling van publiekrechtelijke colleges waarin, al dan niet uitsluitend, het bedrijfsleven wordt vertegenwoordigd.