Artikel
1
In dit besluit wordt verstaan onder:
de Minister van Economische Zaken;
-
de directeur-generaal van de Buitenlandse Economische Betrekkingen,
-
de directeur-generaal van Innovatie,
-
de directeur-generaal van Marktordening en Energie,
-
de directeur-generaal van Ondernemingsklimaat,
-
de directeur-generaal van Telecommunicatie- en Post,
-
de directeur Communicatie,
-
de directeur Wetgeving en Juridische Zaken,
-
de directeur Algemene Economische Politiek,
-
de directeur Personeel, Organisatie en Informatiemanagement,
-
de directeur Financieel-Economische Zaken,
-
de directeur Interne Zaken,
-
de directeur van de EVD,
-
de directeur-generaal van de Statistiek,
-
de directeur van de Auditdienst,
-
de algemeen directeur van Senter,
-
de directeur van het Centraal Planbureau,
-
de directeur van het Bureau voor de Industriële Eigendom,
-
de inspecteur-generaal der mijnen,
-
de directeur-hoofdinspecteur van het agentschap Telecom,
-
de directeur van Novem,
-
de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit en
-
de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht energie;
aangelegenheden op het gebied van personeel, organisatie en formatie en het daarmee samenhangende budget;