Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Dienst Landelijke Service bij regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
beroepsopleidingen als bedoeld in artikel 1.2.1., tweede lid van de Wet educatie beroepsonderwijs en artikel 7.3, tweede lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
reeks van lessen die een afgesloten geheel vormen;
samenhangend geheel van activiteiten gericht op het in de praktijk uittesten en demonstreren van de resultaten van vernieuwingen op land- of bosbouwbedrijven of in ondernemingen die zich richten op be- of verwerking van, of handel in land- of bosbouwproducten;
samenhangend geheel van activiteiten, met inbegrip van de ontwikkeling en productie van noodzakelijke leer- en communicatiemiddelen, gericht op het overdragen van kennis en informatie over vernieuwingen op land- of bosbouwbedrijven of in ondernemingen die zich richten op be- of verwerking van of handel in land- of bosbouwproducten, met uitzondering van beroepsopleidingen en aan beroepsopleidingen gerelateerde cursussen; g. project: demonstratie-, of kennisoverdrachtproject;
demonstratie-, of kennisoverdrachtproject;
akkerbouw, tuinbouw en veeteelt;
activiteiten gericht op het aanleggen, onderhouden of exploiteren van bossen;
natuurlijke of privaatrechtelijke rechtspersoon, dan wel een samenwerkingsverband van natuurlijke personen of privaatrechtelijke rechtspersonen die, onderscheidenlijk dat, voor eigen rekening en risico een land- of bosbouwbedrijf drijft, of een onderneming drijft die land- of bosbouwproducten be- of verwerkt of verhandelt;
provincies, gemeenten, waterschappen en product- en bedrijfsschappen op het gebied van land- of bosbouw;
landbouwproductiemethode als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode;
bedrijfssysteem waarbij het (kunst)mestgebruik wordt beperkt en de chemische gewasbeschermingsmiddelen zo veel mogelijk worden vervangen door een optimale inzet van preventieve maatregelen en niet-chemische gewasbeschermingsmiddelen;
bedrijfssysteem in niet-grondgebonden sectoren van de plantaardige productie waarbij bodem, water en lucht niet of nauwelijks worden belast en de overblijvende rest- en afvalstoffen op verantwoorde wijze worden afgevoerd en elders worden hergebruikt of vernietigd;
tot het bedrijfsvermogen behorende slijtende zaken of voorwerpen die in een productieproces meerdere jaren meegaan en waarop doorgaans wordt afgeschreven, welke als duurzame kapitaalgoederen het vaste kapitaal van het bedrijf vormen, met uitzondering van grond, gereedschappen, vee en investeringen die dienen voor het instandhouden van reeds op het bedrijf aanwezige duurzame productiemiddelen;
alle boeken, registers, nota's en bewijsstukken, de boekhouding en de briefwisseling met betrekking tot de bedrijfsactiviteiten van de onderneming evenals de commerciële gegevens, in welke vorm dan ook, voorzover deze documenten direct of indirect betrekking hebben op de verrichtingen waarvoor de subsidie is aangevraagd;
het door de Commissie van de Europese Gemeenschappen goedgekeurde programmeringsdocument voor plattelandsontwikkeling voor Nederland met betrekking tot de programmeringsperiode 2000-2006, met inbegrip van de door de Commissie van de Europese Gemeenschappen goedgekeurde wijzigingen;
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;
de geldende nationale en Europese minimumnormen op het gebied van milieu, dierenwelzijn en hygiëne, hetgeen in ieder geval omvat de geldende normen bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet verontreiniging oppervlaktewater, de Meststoffenwet, de Wet bodembescherming, de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, de Diergeneesmiddelenwet en de Plantenziekenwet.