Besluit van 23 juli 2001, houdende regels over de erkenning van tussenpersonen, mestverwerkers en exporteurs (Besluit erkenning tussenpersonen, mestverwerkers en exporteurs Meststoffenwet)

Besluit erkenning tussenpersonen, mestverwerkers en exporteurs Meststoffenwet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 23 maart 2001, no. TRCJZ/2001/3681, Directie Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 21 juni 2001, no. W11.01.0169/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 17 juli 2001, No. TRCJZ/2001/10201, Directie Juridische Zaken, uitgebracht mede in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemeen

Artikel

1

Hoofdstuk

2

Voorwaarden voor de erkenning

§

1

Algemeen

Artikel

3

Bij de verlening van een erkenning aan een tussenpersoon en bij de verlening van een erkenning aan een mestverwerker of aan een exporteur van onbewerkte, ingedikte of gedroogde pluimveemest wordt de hoeveelheid dierlijke meststoffen, bedoeld in artikel 58aka, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 58al van de wet, vastgesteld tot de aanvoer waarvan de tussenpersoon, de mestverwerker of de exporteur zich na verlening van de erkenning bij mestafzetovereenkomst ten hoogste mag verplichten.

§

2

Voorwaarden voor de erkenning van een tussenpersoon

Artikel

5

De voorwaarden voor de erkenning van een tussenpersoon zijn:

  • a.

    de tussenpersoon heeft vóór de aanvraag om erkenning een of meer mestafzetovereenkomsten gesloten op grond waarvan de hoeveelheid dierlijke meststoffen waarvoor de erkenning wordt aangevraagd in het desbetreffende jaar kan worden afgevoerd naar een bedrijf, een erkende mestverwerker of een erkende exporteur;

  • b.

    de onderneming van de tussenpersoon is financieel gezond zoals blijkt uit de winst- en verliesrekening van de onderneming of gegevens over de solvabiliteit en liquiditeit van de onderneming, en

  • c.

    de tussenpersoon heeft in een zekerheid als bedoeld in artikel 9 van voldoende omvang voorzien.

§

3

Voorwaarden voor de erkenning van een mestverwerker

Artikel

6

§

4

Voorwaarden voor de erkenning van een exporteur

Artikel

7

§

5

Voorwaarden voor de erkenning van een producent

Artikel

8

§

6

Zekerheidstelling

Artikel

9

Hoofdstuk

3

De aanvraag

Artikel

10

Een aanvraag om een erkenning wordt ingediend bij het Bureau Heffingen met gebruikmaking van een door de minister voorgeschreven aanvraagformulier.

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Een producent legt bij de aanvraag over de gegevens, bedoeld in artikel 12, eerste lid, met uitzondering van het uittreksel en de gegevens met betrekking tot de zekerheid, bedoeld in artikel 9.

Hoofdstuk

4

Bepaling van de hoeveelheid dierlijke meststoffen die bij de erkenning wordt vastgesteld

Artikel

15

Hoofdstuk

5

Verplichtingen

§

1

Algemeen

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

§

2

Afzet van dierlijke meststoffen buiten Nederland

Artikel

19

§

3

Verantwoording

Artikel

20

De erkende tussenpersoon, erkende mestverwerker, erkende exporteur en erkende producent dienen jaarlijks vóór 1 september bij het Bureau Heffingen, met gebruikmaking van een door Onze Minister vastgesteld formulier, een rapport in van een registeraccountant of een accountant-administratieconsulent bevattende de bevindingen ten aanzien van de afzet van de dierlijke meststoffen, bedoeld in de artikelen 17, 18 en 19, die is opgesteld overeenkomstig een bij ministeriële regeling vastgesteld protocol. Indien de erkende tussenpersoon dierlijke meststoffen laat afnemen of laat afvoeren, als bedoeld in artikel 17, eerste en tweede lid, vermeldt de registeraccountant of de accountant-administratieconsulent in de verklaring zijn bevindingen daarover.

Artikel

21

Artikel

22

Bij ministeriële regeling wordt bepaald op welke wijze de hoeveelheid stikstof wordt vastgesteld in de dierlijke meststoffen en overige organische meststoffen die de erkende tussenpersoon op grond van een mestafzetovereenkomst afvoert naar een erkende mestverwerker of een erkende exporteur en die de erkende mestverwerker en de erkende exporteur op grond van een mestafzetovereenkomst aanvoeren op hun onderneming en afvoeren van hun onderneming ingevolge artikel 19, eerste of tweede lid.

§

4

Het afzetplan

Artikel

23

Hoofdstuk

6

Uitbreiding na erkenningverlening

Artikel

24

Hoofdstuk

7

Termijn waarbinnen dierlijke meststoffen door de producent moeten worden afgevoerd

Artikel

25

Voor de toepassing van artikel 58ae is vereist dat ten minste 80% van de hoeveelheid dierlijke meststoffen die door een producent op grond van een mestafzetovereenkomst aan een erkende mestverwerker of erkende exporteur daadwerkelijk moet worden afgeleverd zonder tussenopslag wordt afgeleverd in het kalenderjaar waarop de overeenkomst betrekking heeft. De resterende hoeveelheid wordt zonder tussenopslag afgeleverd vóór 1 februari van het daarop volgende kalenderjaar.

Hoofdstuk

8

Bestuurlijke maatregelen

Artikel

27

Artikel

28

Hoofdstuk

9

Overige bepalingen en overgangs- en slotbepalingen

Artikel

29

Bij ministeriële regeling kunnen van de in de artikelen 6, 12 en 19, eerste lid, afwijkende voorwaarden worden gesteld voor het geval de na bewerking of verwerking ontstane dierlijke meststoffen of overige organische meststoffen niet rechtstreeks door de mestverwerker of de producent of door tussenkomst van een erkende exporteur worden afgezet buiten Nederland, maar de meststoffen eerst na verdere bewerking of verwerking of ander gebruik buiten Nederland worden afgezet.

Artikel

30

Artikel

31

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit erkenning tussenpersonen, mestverwerkers en exporteurs Meststoffenwet.

Artikel

32

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Tavarnelle
Beatrix
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, L. J. Brinkhorst
De Minister van Justitie, A. H. Korthals

Bijlage

behorende bij het Besluit erkenning tussenpersonen, mestverwerkers en exporteurs Meststoffenwet

Enig artikel

De forfaitaire omrekennormen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, onderscheidenlijk stikstof per 1000 kilogram dierlijke meststof, onderscheiden naar diersoort en mestvorm, zijn opgenomen in de na dit artikel opgenomen tabel.

Tabel behorende bij de Bijlage bij het Besluit erkenning tussenpersonen, mestverwerkers en exporteurs Meststoffenwet

A

Rundvee

A1

Vleeskalveren witvlees

1,6

2,7

A2

Niet stapelbare mest rundvee (excl. vleeskalveren voor witvleesproductie)

1,8

4,6

A3

Stapelbare mest rundvee

4,0

7,1

B

Varkens

B1

Niet stapelbare mest

3,5

6,0

B2

Stapelbare mest

7,4

7,8

C

Pluimvee

C1

Niet stapelbare mest

7,0

10,5

C2

Stapelbare mest

21,7

28,6

Geiten

D

Alle mest

4,7

8,7

Vossen

E

Alle mest

24,1

11,6

F

Nertsen

F1

Niet stapelbare mest

6,2

9,3

F2

Stapelbare mest

17,7

10,4

G

Eenden

G1

Niet stapelbare mest

4,8

7,6

G2

Stapelbare mest

8,3

9,0

H

Konijnen

H1

Niet stapelbare mest

2,1

3,4

H2

Stapelbare mest

9,5

9,2