Besluit van 24 augustus 2001, houdende regels inzake het vaststellen van de verleende subsidie aan gemeenten voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Besluit vaststelling subsidie Wet sociale werkvoorziening)
Onze Minister stelt de subsidie aan de gemeente vast binnen een jaar na ontvangst van de daarvoor bij ministeriële regeling vastgestelde bescheiden.
2
Indien de bescheiden, bedoeld in het eerste lid, niet zijn ontvangenbinnen 18 maanden na het kalenderjaar waarop deze betrekking hebben wordt de subsidie ambtshalve vastgesteld.
3
Indien de subsidie aan de gemeente lager wordt vastgesteld dan de verleende subsidie over het subsidiejaar, wordt het verschil teruggevorderd dan wel verrekend met de subsidie over het lopende subsidiejaar.
4
Voor dienstbetrekkingen en arbeidsovereenkomsten als bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van de wet, aangegaan door werknemers die zijn geïndiceerd na inwerkingtreding van de wet, geldt voor de vaststelling van de subsidie aan de gemeenten een maximum van gemiddeld 32 uur per week uitgedrukt in standaardeenheden.
Artikel
3
Werknemers die niet meer tot de doelgroep behoren
In een geval als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, van de wet stelt Onze Minister het bedrag van de maatregel vast op het bedrag dat aan subsidie is verleend voor die dienstbetrekking.
Artikel
4
Handelen in strijd met de wet
1
In een geval als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de wet stelt Onze Minister het bedrag van de maatregel vast op het bedrag dat in strijd met het bij of krachtens de wet bepaalde aan subsidie is besteed.
2
Indien in een geval als bedoeld in het eerste lid, niet wordt voldaan aan artikel 11, eerste lid, onderdeel b, van de wet wordt bij de vaststelling van de subsidie uitgegaan van de indeling van de persoon in de arbeidshandicapcategorie licht, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het besluit.
Artikel
5
Vaststelling percentage
Indien in een geval als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de wet het bedrag, bedoeld in artikel 4, niet kan worden vastgesteld, stelt Onze Minister het bedrag van de maatregel vast op een percentage van het totaalbedrag dat aan subsidie voor het betreffende jaar is verleend.
Artikel
6
(Her)indicatie
1
Het percentage, bedoeld in artikel 5, bedraagt, indien niet wordt voldaan aan de voorschriften met betrekking tot de (her)indicatie, bedoeld in:
Het percentage, bedoeld in artikel 5, bedraagt, indien niet is voldaan aan de voorschriften met betrekking tot de ondersteuning van de commissie en de kwaliteit van het indicatieproces, bedoeld in:
Het percentage, bedoeld in artikel 5, bedraagt, indien niet wordt voldaan aan de voorschriften met betrekking tot de samenstelling van de commissie in geval van ontslag, bedoeld in artikel 9, tweede lid, van het besluit: 0,5.
Het percentage, bedoeld in artikel 5, bedraagt, indien niet wordt voldaan aan de voorschriften met betrekking tot het vastleggen en bewaren van de informatie, bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de Regeling statistiek Wet sociale werkvoorziening: 0,2.
minder dan 15% van het betreffende bestand, dan wordt het in die artikelen ten aanzien van die tekortkoming als eerste genoemde percentage toegepast;
b.
ten minste 15%, doch niet meer dan 50% van het betreffende bestand, dan wordt het in die artikelen ten aanzien van die tekortkoming als tweede genoemde percentage toegepast;
c.
meer dan 50% van het betreffende bestand, dan wordt het in die artikelen ten aanzien van die tekortkoming als derde genoemde percentage toegepast.
2
Bij samenloop van tekortkomingen als bedoeld in het eerste lid en de artikelen 6, tweede en derde lid, 7 en 8 worden de ten aanzien van de verschillende tekortkomingen vastgestelde percentages bij elkaar opgeteld.
3
Indien een tekortkoming als bedoeld in het tweede lid, betrekking heeft op een deel van het betrokken jaar, wordt het bedrag van de maatregel, bedoeld in artikel 5, naar evenredigheid vastgesteld.
Van het opleggen van een maatregel als bedoeld in het eerste lid, wordt door Onze Minister afgezien indien het gemeentebestuur naar het oordeel van Onze Minister aannemelijk heeft gemaakt dat het geen verwijt kan worden gemaakt van de in het eerste lid bedoelde tekortkoming.
Artikel
11
Subsidieoverschot
In een geval als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel d, van de wet stelt Onze Minister het bedrag van de maatregel vast op het bedrag van de subsidie die in het jaar na het jaar waarin deze is verleend niet of anders is bestemd dan voor het uitvoeren van de wet of voor de inschakeling van werkzoekenden in het arbeidsproces of binnen een termijn van ten hoogste drie jaar na afloop van het subsidiejaar niet of niet geheel overeenkomstig die bestemming is besteed.