Wet van 16 november 2001 tot vaststelling van regels voor het tot stand brengen van een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg in de ruimste zin (Wet arbeid en zorg)

Wet arbeid en zorg

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels vast te stellen, waarin een nieuw evenwicht tot stand wordt gebracht tussen arbeid en zorg in de ruimste zin;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

De begrippen werkgever en werknemer

Artikel

1:1

Tenzij anders is bepaald, wordt voor de toepassing van deze wet verstaan onder:

  • a.

    werkgever: degene die een ander krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht of publiekrechtelijke aanstelling arbeid laat verrichten;

  • b.

    werknemer: de ander, bedoeld in onderdeel a.

Het begrip loon

Artikel

1:2

Overige begrippen

Artikel

1:3

Gelijkstelling met een collectieve arbeidsovereenkomst

Artikel

1:4

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt met een collectieve arbeidsovereenkomst gelijkgesteld een regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan.

Werkingsduur, regeling bestuursorgaan of regeling met ondernemingsraad/personeelsvertegenwoordiging

Artikel

1:5

Voor de toepassing van de artikelen 4:7 en 5:16 geldt een afwijkende regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan of een afwijkende regeling waaromtrent de werkgever schriftelijk overeenstemming heeft bereikt met de ondernemingsraad, of bij het ontbreken daarvan, met de personeelsvertegenwoordiging, voor vijf jaren vanaf het tijdstip waarop die regeling ingaat, indien geen termijn van ten hoogste vijf jaren is bepaald. Indien geen termijn is bepaald gaat bij wijziging van de regeling waarvan de in de eerste zin bedoelde afwijking deel uitmaakt binnen het in die zin bedoelde tijdvak, ten aanzien van de afwijking een nieuw tijdvak in op het tijdstip van inwerkingtreding van de wijziging.

Behoud van rechten, functie en arbeidsvoorwaarden

Artikel

1:6

Bescherming tegen nadelige behandeling of gevolgen

Artikel

1:7

De werkgever mag de werknemer niet benadelen wegens de omstandigheid dat de werknemer in of buiten rechte een recht op verlof als bedoeld in deze wet geldend maakt, ter zake bijstand heeft verleend, of hieromtrent een klacht binnen de onderneming heeft ingediend.

Hoofdstuk

2

Aanpassing arbeidsduur

Gereserveerd

Hoofdstuk

3

Zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg

Afdeling

1

Het recht op verlof in verband met zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg

§

1

Verlofvorm

Zwangerschaps- en bevallingsverlof

Artikel

3:1

Artikel

3:1a

Overgang bevallingsverlof

Adoptieverlof

Artikel

3:2

§

2

Melding

Meldingsverplichting

Artikel

3:3

§

3

Nadere voorschriften

Compensatie met vakantie-aanspraken

Artikel

3:4

Dagen of gedeelten van dagen waarop de werknemer zijn arbeid niet verricht wegens het verlof, bedoeld in de artikelen 3:1, 3:1a en 3:2, kunnen niet worden aangemerkt als vakantie.

§

4

Mate van gebondenheid

Artikel

3:5

Afdeling

2

Uitkering in verband met zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg

§

1

De werknemer en de gelijkgestelde

Begrippen werknemer, gelijkgestelde en werkgever

Artikel

3:6

Recht op uitkering voor de werknemer

Artikel

3:7

Recht op uitkering in verband met zwangerschap en bevalling voor de vrouwelijke gelijkgestelde

Artikel

3:8

Recht op uitkering in verband met adoptie of pleegzorg voor de gelijkgestelde

Artikel

3:9

Recht op uitkering bij nawerking

Artikel

3:10

De aanvraag van uitkering via de werkgever

Artikel

3:11

De rechtstreekse aanvraag van uitkering

Artikel

3:12

De hoogte van de uitkering

Artikel

3:13

De uitbetaling van de uitkering

Artikel

3:14

Artikel

3:14a

Opschorting betaling bij vertrek naar onbekende bestemming

Financiering

Artikel

3:15

Vervallen

Van overeenkomstige toepassing zijnde artikelen

Artikel

3:16

§

2

De zelfstandige en de beroepsbeoefenaar op arbeidsovereenkomst

Artikel

3:17

Het begrip zelfstandige en beroepsbeoefenaar op arbeidsovereenkomst

Recht op uitkering voor de zelfstandige, de beroepsbeoefenaar op arbeidsovereenkomst en de partner, bedoeld in artikel 3:1a, tweede lid

Artikel

3:18

Artikel

3:19

Vervallen

Artikel

3:20

Vervallen

Uitkering terzake van vervanging

Artikel

3:21

Aanvraag van uitkering

Artikel

3:22

De hoogte van de uitkering

Artikel

3:23

De hoogte van de uitkering terzake van vervanging

Artikel

3:24

De uitkering ter zake van vervanging bedraagt de grondslag, bedoeld in artikel 3:23, eerste lid, vermeerderd met het bedrag aan premies en aan inkomensafhankelijke bijdrage als bedoeld in artikel 42 van de Zorgverzekeringswet, dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bij uitbetaling als uitkering in verband met zwangerschap en bevalling daarover verschuldigd zou zijn.

De uitbetaling van de uitkering

Financiering

Artikel

3:26

Vervallen

Van overeenkomstige toepassing zijnde artikelen

Artikel

3:27

§

3

Slotbepalingen

Controlevoorschriften

Artikel

3:28

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan controlevoorschriften vaststellen. Deze voorschriften mogen niet verder gaan dan strikt noodzakelijk is voor een juiste uitvoering van deze afdeling.

Samenloop

Artikel

3:29

Overgangsrecht zelfstandigen en beroepsbeoefenaren op arbeidsovereenkomst

Artikel

3:30

Artikel

3:31

Overgangsbepaling vakantie-uitkering bij zwangerschap en bevalling

Hoofdstuk

4

Kort verzuimverlof en geboorteverlof

§

1

Verlofvormen

Calamiteiten- en ander kort verzuimverlof

Artikel

4:1

Artikel

4:2

Geboorteverlof

Artikel

4:2a

Aanvullend geboorteverlof

Artikel

4:2b

Recht op en hoogte van de uitkering tijdens het aanvullend geboorteverlof

Artikel

4:2c

De aanvraag van de uitkering van het aanvullend geboorteverlof

§

2

Melding en informatie

Meldingsverplichting

Artikel

4:3

Informatieverplichting

Artikel

4:4

De werkgever kan achteraf van de werknemer verlangen dat hij aannemelijk maakt dat hij zijn arbeid niet heeft kunnen verrichten wegens een van de redenen genoemd in de artikelen 4:1, 4:2 of 4:2a.

Intrekking of wijziging melding aanvullend geboorteverlof

Artikel

4:4a

§

3

Loonvoorschriften

Artikel

4:5

§

4

Nadere voorschriften

Compensatie met vakantie-aanspraken

Artikel

4:6

§

5

Mate van gebondenheid

Recht met afwijkingsmogelijkheden

Artikel

4:7

Hoofdstuk

5

Kort- en langdurend zorgverlof

Afdeling

1

Kortdurend zorgverlof

§

1

Verlofvorm

Kortdurend zorgverlof

Artikel

5:1

Duur verlof

Artikel

5:2

Het verlof bedraagt in elke periode van 12 achtereenvolgende maanden ten hoogste twee maal de arbeidsduur per week. De periode van 12 maanden gaat in op de eerste dag waarop het verlof wordt genoten.

§

2

Melding en informatie

Meldingsverplichting

Artikel

5:3

De werknemer meldt vooraf aan de werkgever dat hij het verlof, bedoeld in artikel 5:1 opneemt onder opgave van de reden. Indien dit niet mogelijk is, meldt de werknemer het opnemen van het verlof zo spoedig mogelijk aan de werkgever onder opgave van de reden. Bij die melding geeft de werknemer ook de omvang, de wijze van opneming en de vermoedelijke duur van het verlof aan.

Ingang verlof/zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang

Artikel

5:4

Informatieverplichting

Artikel

5:5

De werkgever kan achteraf van de werknemer verlangen dat hij aannemelijk maakt dat hij zijn arbeid niet heeft verricht in verband met de noodzakelijke verzorging van een persoon als bedoeld in artikel 5:1.

§

3

Loonvoorschriften

Loondoorbetaling

Artikel

5:6

Nadere loonvoorschriften

Artikel

5:7

§

4

Nadere voorschriften

Samenloop

Artikel

5:8

Indien zowel de in artikel 4:1 als de in artikel 5:1 gestelde voorwaarden worden vervuld, eindigt het in artikel 4:1 bedoelde verlof na één dag.

Afdeling

2

Langdurend zorgverlof

§

1

Verlofvorm

Langdurend zorgverlof

Artikel

5:9

De werknemer heeft recht op verlof zonder behoud van loon voor:

Omvang verlof

Artikel

5:10

Het verlof bedraagt in elke periode van twaalf achtereenvolgende maanden ten hoogste zesmaal de arbeidsduur per week. De periode van twaalf maanden gaat in op de eerste dag waarop het verlof wordt genoten.

§

2

Verlening, ingang en einde van verlof, informatie

Verzoek, zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang

Artikel

5:11

Ingang van het verlof

Artikel

5:12

Einde van het verlof

Artikel

5:13

§

3

Samenloop

Artikel

5:14

Indien het verzoek om langdurend zorgverlof wordt ingewilligd, kan het daaraan voorafgaand kortdurend zorgverlof bedoeld in artikel 5:1 op verzoek van de werknemer en met inachtneming van artikel 5:12, tweede lid, geheel of gedeeltelijk worden aangemerkt als langdurend zorgverlof.

Afdeling

3

Nadere voorschriften

Compensatie met vakantie-aanspraken

Artikel

5:15

Dagen of gedeelten van dagen waarop de werknemer zijn arbeid niet verricht wegens het verlof, bedoeld in artikel 5:1 of artikel 5:9, kunnen niet worden aangemerkt als vakantie.

Recht met afwijkingsmogelijkheden

Artikel

5:16

Van dit hoofdstuk kan uitsluitend ten nadele van de werknemer worden afgeweken bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan dan wel, indien geen collectieve arbeidsovereenkomst of regeling van toepassing is of terzake geen bepaling bevat, indien de werkgever terzake schriftelijke overeenstemming heeft bereikt met de ondernemingsraad of bij het ontbreken daarvan, met de personeeelsvertegenwoordiging met dien verstande dat de werknemer bij afwijking van artikel 5:2 in elke periode van 12 achtereenvolgende maanden ten minste recht houdt op eenmaal de arbeidsduur per week en bij afwijking van artikel 5:15 ten minste recht houdt op het wettelijke minimum aan vakantie-aanspraken.

Hoofdstuk

6

Ouderschapsverlof

§

1

Verlofvorm

Ouderschapsverlof

Artikel

6:1

Artikel

6:1a

Bescherming tegen benadeling

De werkgever mag de werknemer niet benadelen wegens de omstandigheid dat de werknemer in of buiten rechte het recht op verlof, bedoeld in artikel 6:1, geldend maakt of ter zake bijstand heeft verleend.

Omvang verlof

Artikel

6:2

Recht op en hoogte van de uitkering tijdens een gedeelte van het ouderschapsverlof

Artikel

6:3

Aanvraag en verstrekking van de uitkering tijdens een gedeelte van het ouderschapsverlof

Artikel

6:3a

Leeftijd kind

Artikel

6:4

Geen recht op verlof als bedoeld in artikel 6:1 bestaat na de datum waarop het kind de leeftijd van acht jaren heeft bereikt.

§

2

Melding

Meldingsverplichting

Artikel

6:5

Intrekking of wijziging melding

Artikel

6:6

§

3

Nadere voorschriften

Compensatie met vakantie-aanspraken

Artikel

6:7

Dagen of gedeelten van dagen waarop de werknemer zijn arbeid niet verricht wegens het verlof, bedoeld in artikel 6:1, kunnen niet worden aangemerkt als vakantie.

§

4

Mate van gebondenheid

Recht met afwijkingsmogelijkheden

Dwingend recht

Artikel

6:9

Behoudens artikel 6:8 kan van dit hoofdstuk niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.

§

5

Slot- en overgangsrecht

Artikel

6:10

Overgangsrecht in verband met ouderschapsverlof

Indien de werknemer op het tijdstip waarop de Wet van 17 december 2014 houdende wijziging van de Wet arbeid en zorg en de Wet aanpassing arbeidsduur in verband met vergroting van de gebruiksmogelijkheden van deze wetten, alsmede technische aanpassing van de Arbeidstijdenwet en actualisering van het overgangsrecht met betrekking tot de Wet arbeid en zorg (Stb. 565) in werking treedt, zijn voornemen tot het opnemen van het ouderschapsverlof, bedoeld in artikel 6:1, heeft gemeld aan zijn werkgever en die heeft ingestemd met de invulling daarvan, blijven op dat verlof de artikelen van hoofdstuk 6 van toepassing zoals die luidden op de dag voorafgaande aan het tijdstip inwerkingtreding van die wet.

Verhoging uitkering ouderschapsverlof

Artikel

6:10a

Overgangsrecht in verband met wijziging samenloop met loonkostensubsidie Participatiewet

Hoofdstuk

7

Levensloopregeling

Begrippen

Artikel

7:1

Vervallen

Recht op deelname

Artikel

7:2

Vervallen

Mate van gebondenheid

Artikel

7:3

Vervallen

Hoofdstuk

8

Slotbepalingen

Evaluatiebepaling

Artikel

8:1

Onze Minister zendt, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Onderzoek College voor de rechten van de mens

Inwerkingtreding

Artikel

8:2

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Citeertitel

Artikel

8:3

Deze wet wordt aangehaald als: Wet arbeid en zorg.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. E. Verstand-Bogaert
De Minister van Justitie, A. H. Korthals
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K. G. de Vries
De Staatssecretaris van Defensie, H. A. L. van Hoof
De Minister van Justitie, A. H. Korthals