Beleidsregels schorsing en intrekking erkenningen Besluit dierenvervoer 1994

Beleidsregels dierenwelzijn

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Besluit:

Hoofdstuk

I

Dierenvervoer

Artikel

2

Artikel

4

Artikel

5

Alvorens de minister een beschikking tot schorsing of intrekking van de erkenning neemt, verstrekt hij de verantwoordelijke voor de desbetreffende vervoersonderneming een afschrift van de voorgenomen beschikking en stelt hij deze verantwoordelijke in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen binnen twee weken na de datum van verzending van de voorgenomen beschikking.

Artikel

6

Een schorsing als bedoeld in de artikelen 2, eerste lid, 3 en 7, onderdeel a, van deze beleidsregels wordt opgeheven indien de verantwoordelijke persoon van een vervoersonderneming een ten genoegen van de minister opgesteld protocol overlegt en dit protocol door de minister is goedgekeurd.

Artikel

6a

Artikel

7

Indien personen werkzaam bij de desbetreffende vervoersonderneming opnieuw een overtreding begaan:

  • a.

    binnen twee jaar na de datum waarop de periode van schorsing of het tijdstip van intrekking, bedoeld in de artikelen 2, eerste lid, en 3, is beëindigd, schorst de minister de erkenning voor een bepaalde periode of trekt hij de erkenning in met inachtneming van artikel 5;

  • b.

    vanaf twee jaar na de datum waarop de periode van schorsing of het tijdstip van intrekking, bedoeld in de artikelen 2, eerste lid, en 3, is beëindigd, schorst de minister de erkenning voor een bepaalde periode of trekt hij de erkenning in met inachtneming van de artikelen 2 tot en met 5.

Hoofdstuk

II

Varkens

Artikel

8

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    plateaustal: een stal, waarin gebruiksvarkens beschikken over twee verblijfsniveaus en die voldoet aan de navolgende eisen:

    • 1°.

      de afstand van een plateau tot de vloer bedraagt minimaal 0,9 meter;

    • 2°.

      de afstand van het plateau tot het plafond bedraagt minimaal 0,9 meter met dien verstande dat de afstand tussen het plateau en het hoogste punt van het plafond tenminste 1,5 meter bedraagt;

    • 3°.

      een plateau is minimaal 4,0 meter lang, de breedte van het plateau bedraagt minimaal 1,1 meter en maximaal 1,5 meter;

    • 4°.

      een plateau bestaat uit kunststof of beton en is zodanig vervaardigd dat deze is afgestemd op de maximale gewichtsbelasting van de varkens en dat bevuiling van zich onder het plateau bevindende varkens zoveel mogelijk wordt voorkomen;

    • 5°.

      een plateau is voorzien van een deugdelijke balustrade;

    • 6°.

      een plateau is bereikbaar via een loopplank van tenminste 0,75 meter breed en zodanig geplaatst en ontworpen dat de varkens zonder veel moeite het plateau kunnen bereiken;

  • b.

    besluit: Varkensbesluit;

  • c.

    regeling: Vrijstellingsregeling dierenwelzijn.

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Onder het begrip stal in artikel 19 van het besluit, wordt verstaan de kleinste eenheid waarin varkens kunnen worden gehuisvest.

Hoofdstuk

III

Slotbepalingen

Artikel

12

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels dierenwelzijn.

Artikel

13

Hoofdstuk I treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, L.J.Brinkhorst