Besluit van 13 december 2001 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 44 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Besluit taakuitoefening Inspectie Werk en Inkomen)

Besluit taakuitoefening Inspectie Werk en Inkomen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst, van 19 oktober 2001, Directie Toezicht, nr. TZ/SUWI/01/71157;
De Raad van State gehoord (advies van 23 november 2001, nr. W12.01.0541/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst, van 11 december 2001, Directie Toezicht nr. TZ/SUWI/01/81960;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    secretaris-generaal: de secretaris-generaal van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • b.

    Inspectie: de Inspectie Werk en Inkomen, genoemd in artikel 36, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  • c.

    inspecteur-generaal: het hoofd van de Inspectie Werk en Inkomen;

  • d.

    Ministerie: het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • e.

    wet: de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  • f.

    apparaatszorg: het geheel van activiteiten, noodzakelijk voor en in samenhang met:

    • het functioneren van de organisatie;

    • de personeelsvoorziening;

    • de toepassing van rechtspositionele regelingen;

    • het treffen van beschikkingen jegens personeelsleden;

    • het welbevinden van individuele personeelsleden;

    • de ontwikkeling van de kwaliteit van het personeelsbestand;

    • de lokatiekeuze en huisvesting van het personeel;

    • de opslag en distributie van goederen;

    • de beveiliging van mensen en goederen;

    • de dagelijkse huishoudelijke gang van zaken;

    • de informatievoorziening, inclusief automatisering, en

    • het beheer van de voor deze activiteiten beschikbaar gestelde middelen.

Artikel

2

Reikwijdte besluit

Op de Inspectie is het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW van toepassing voor zover daarvan in dit besluit niet wordt afgeweken.

§

2

Uitvoering van taken

Artikel

3

Taakuitoefening Inspectie

De Inspectie oefent haar in artikel 37 van de wet bedoelde taken uniform uit, behoudens voor zover de bestuurlijke positie van de betrokken bestuursorganen dan wel bijzondere omstandigheden tot afwijking nopen.

Artikel

4

Jaarverslag

Het jaarverslag van de Inspectie bevat een integrale rapportage van de bevindingen van de Inspectie over de rechtmatigheid en doelmatigheid, waaronder begrepen de doeltreffendheid, van de uitvoering van wettelijke taken door de in artikel 37 van de wet genoemde bestuursorganen, alsmede van de wijze waarop deze daarbij samenwerken. Het verslag bevat verder de daaraan door de Inspectie verbonden conclusies ten aanzien van de werking van het stelsel voor zover dat samenhangt met het functioneren van en de onderlinge betrekkingen tussen de bedoelde bestuursorganen.

Artikel

5

Verslag non-discriminatiecode

Het in artikel 38, derde lid, van de wet bedoelde verslag wordt voor de eerste maal vóór 1 mei 2003 en vervolgens eens per twee jaar vóór 1 mei door de Inspectie Werk en Inkomen opgesteld.

§

3

Beheer Inspectie

Artikel

6

Departementale kaders

Artikel

7

Positie inspecteur-generaal

Artikel

8

Inrichting organisatie

Artikel

9

Protocol werkwijze

§

4

Informatievoorziening

Artikel

10

Kwartaalinformatie

Artikel

11

Informatie over belangrijke bevindingen

De inspecteur-generaal informeert Onze Minister en de secretaris-generaal onverwijld over bevindingen, ontwikkelingen en gebeurtenissen waarvan de Inspectie bij de uitoefening van haar taken kennis heeft gekregen en die van zodanig maatschappelijk of politiek belang zijn of die anderszins zodanig de aandacht kunnen trekken, dat tijdige kennisneming door hen gewenst is.

§

5

Slotbepalingen

Artikel

13

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit taakuitoefening Inspectie Werk en Inkomen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. A. F. G. Vermeend
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst
De Minister van Justitie, A. H. Korthals