Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
  • Gelet op Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van de Europese Unie van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PbEG 1997, L 61);

  • Gelet op Verordening (EG) nr. 1808/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 augustus 2001, houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van de Europese Unie inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handels verkeer (PbEG L 250);

Besluit:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    basisverordening: Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van de Europese Unie van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PbEG 1997, L 61);

  • b.

    uitvoeringsverordening: Verordening (EG) nr. 1808/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 augustus 2001, houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van de Europese Unie inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PbEG L 250);

  • c.

    wet: Flora- en faunawet;

  • d.

    de Minister: de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

  • e.

    gesloten pootring: individueel gemerkte, ononderbroken ring of manchet, zonder enige naad of las, waarmee op geen enkele wijze is geknoeid en waarvan het formaat zodanig is dat hij, nadat hij in de eerste levensdagen van de vogel is aangebracht, niet kan worden verwijderd wanneer de poot van de vogel zijn definitieve omvang heeft bereikt.

Artikel

2

Deze regeling is van toepassing op:

  • a.

    gefokte vogels, behorende tot beschermde inheemse diersoorten, en

  • b.

    gefokte vogels, behorende tot beschermde uitheemse diersoorten, voorzover deze soorten zijn opgenomen in bijlage A bij de basisverordening.

§

2

Ringen en merktekens

Artikel

3

Artikel

4

Een in Nederland afgegeven gesloten pootring is ten minste voorzien van de letters NL, de aanduiding van de binnendiameter tot in tienden van een millimeter, de laatste twee cijfers van het jaartal waarin de ring mag worden aangebracht en, per ringmaat, een uniek nummer.

Artikel

5

Een in Nederland in gevangenschap geboren en gefokt exemplaar van in bijlage 1 bij deze regeling opgenomen soorten vogels is voorzien van een in Nederland afgegeven gesloten pootring met een, voorzover vermeld, in die bijlage vastgestelde maximale diameter.

§

3

Aanvraag gesloten pootringen

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

§

4

Gebruik gesloten pootringen

Artikel

10

§

5

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

11

Een ring die of een ander merkteken dat rechtmatig is aangebracht vóór de inwerkingtreding van deze regeling en, voorzover van toepassing, in overeenstemming is met de basisverordening en de uitvoeringsverordening wordt geacht te zijn een ring of merkteken als bedoeld in deze regeling.

Artikel

13

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, G.H.Faber

Bijlage

2

als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens