Besluit van 20 augustus 2002, houdende het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002

Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 juli 2002, VGB/VL 2300053, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van Economische Zaken, en van Justitie;
Gelet op richtlijn nr. 2001/113/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2001 inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtenjam of -confituur, -gelei en- marmelade, alsmede kastanjepasta (PbEG 2002, L 10), alsmede op artikel 8, onder a, b en c, artikel 13, en artikel 32b, eerste lid, van de Warenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 25 juli 2002, No.W13.02 0313/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 augustus 2002 met nummer VGB/VL 2307898, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van Economische Zaken, en van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1:

algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

§

2:

bereiding en samenstelling

Artikel

3

Artikel

4

De hoeveelheid pulp of moes, gebruikt voor de bereiding van 1000 g van de voor consumptiegerede als jam of confituuraangeduide waar, bedraagt ten minste:

  • a.

    60 g voor passievruchten;

  • b.

    150 g voor gember;

  • c.

    160 g voor cashewappelen;

  • d.

    250 g voor rode bessen, lijsterbessen, duindoornbessen, zwarte bessen, rozenbottels en kweeperen;

  • e.

    350 g voor andere vruchten.

Artikel

5

De hoeveelheid pulp, gebruikt voor de bereiding van 1000 g van de voor consumptiegerede als extra jam of extra confituur aangeduide waar, bedraagt ten minste:

  • a.

    80 g voor passievruchten;

  • b.

    230 g voor cashewappelen;

  • c.

    250 g voor gember;

  • d.

    350 g voor rode bessen, lijsterbessen, duindoornbessen, zwarte bessen, rozenbottels en kweeperen;

  • e.

    450 g voor andere vruchten.

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Bij de bereiding van een als extra jam , extra confituur of extra gelei aangeduide waar worden de volgende vruchten telkens slechts gebruikt indien zij niet vermengd zijn met andere vruchten:

  • a.

    appels;

  • b.

    peren;

  • c.

    pruimen met vastzittende pit;

  • d.

    meloenen;

  • e.

    watermeloenen;

  • f.

    druiven;

  • g.

    pompoenen;

  • h.

    komkommers; en

  • i.

    tomaten.

Artikel

9

De hoeveelheid citrusvruchten, gebruikt voor de bereiding van 1000 g van de voor consumptiegerede als marmelade aangeduide waar, bedraagt ten minste 200 g, waarvan ten minste 75 g afkomstig is van het endocarpium.

Artikel

10

De hoeveelheid kastanjemoes van Castanea sativa, aanwezig in 1000 g van de voor consumptiegerede als kastanjepasta aangeduide waar, bedraagt ten minste 380 g.

Artikel

11

Voor mengsels worden de in deze paragraaf voor de verschillende vruchtensoorten voorgeschreven minimumgehalten verminderd naar evenredigheid van de gebruikte percentages.

Artikel

12

Aan een krachtens § 3 aangeduide waar mogen uitsluitend de in de bijlage bedoelde eet- en drinkwaren worden toegevoegd, met inachtneming van de daarbij vermelde voorschriften.

Artikel

13

Het refractometrisch bepaalde gehalte aan oplosbare droge stof van een krachtens § 3 aangeduide waar, met uitzondering van waren waarin de suikers geheel of gedeeltelijk zijn vervangen door zoetstoffen, bedraagt ten minste 55%.

§

3:

aanduiding

Artikel

14

De aanduiding jam of confituur mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor jam.

Artikel

15

De aanduiding extra jam of extra confituur mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor extra jam.

Artikel

16

De aanduiding gelei mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor gelei.

Artikel

17

De aanduiding extra gelei mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor gelei die is bereid met inachtneming van de artikelen 7 en 8.

Artikel

18

De aanduiding marmelade mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor marmelade.

Artikel

19

De aanduiding geleimarmelade mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor geleimarmelade.

Artikel

20

De aanduiding kastanjepasta mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor kastanjepasta.

Artikel

21

Artikel

22

In afwijking van de artikelen 13 tot en met 21 mogen de in deze paragraaf bedoelde aanduidingen overeenkomstig de handelspraktijken ook worden gebezigd voor andere waren die niet kunnen worden verward met de in deze paragraaf bedoelde waren.

§

4:

vermeldingen

Artikel

23

Artikel

24

In afwijking van artikel 18, tweede lid, van verordening (EU) 1169/2011, wordt bij een krachtens § 3 aangeduide waar zwaveldioxide vermeld in de lijst van ingrediënten, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a, van dat besluit, indien het residuele gehalte aan zwaveldioxide hoger is dan 10 mg/kg.

§

5:

slotbepalingen

Artikel

25

Wijzigt het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten.

Artikel

26

Het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenprodukten wordt ingetrokken.

Artikel

27

Dit besluit treedt in werking met ingang van 12 juli 2004, met dien verstande dat:

  • a.

    eet- en drinkwaren die voldoen aan dit besluit reeds verhandeld mogen worden met ingang van 12 juli 2003;

  • b.

    eet- en drinkwaren die niet voldoen aan dit besluit en voor 12 juli 2004 zijn geëtiketteerd met inachtneming van het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten, nog verhandeld mogen worden zolang de voorraad strekt.

Artikel

28

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. J. Bomhoff
De Minister van Justitie, J. P. H. Donner

Bijlage

Deze bijlage behoort bij artikel 12.

Aan een krachtens § 3 aangeduide waar mogen uitsluitend de volgende eet- en drinkwaren worden toegevoegd, met inachtneming van de daarbij vermelde voorschriften:

  • a.

    honing, bedoeld in het Warenwetbesluit Honing: aan alle in § 3 bedoelde waren, ter gehele of gedeeltelijke vervanging van de suikers;

  • b.

    vruchtensap: uitsluitend aan de als jam of confituur aangeduide waar;

  • c.

    sap van citrusvruchten: uitsluitend aan uit andere vruchten verkregen waren, aangeduid als jam, confituur, extra jam, extra confituur, gelei of extra gelei;

  • d.

    sap van rode vruchten: uitsluitend aan de als jam,confituur, extra jam of extra confituur aangeduide waar, voor zover de desbetreffende waar is bereid uit rozenbottels, aardbeien, frambozen, kruisbessen, rode bessen, pruimen of rabarber;

  • e.

    sap van rode bieten: uitsluitend aan de als jam,confituur of gelei aangeduide waar, voor zover de desbetreffende waar bereid is uit aardbeien, frambozen, kruisbessen, rode bessen of pruimen;

  • f.

    etherische oliën van citrusvruchten: uitsluitend aan een als marmelade of geleimarmelade aangeduide waar;

  • g.

    oliën en vetten, bestemd om schuimvorming tegen te gaan;

  • h.

    vloeibare pectine;

  • i.

    schillen van citrusvruchten: uitsluitend aan de als jam, confituur, extra jam, extra confituur, gelei of extra gelei aangeduide waar;

  • j.

    bladeren van Pelargonium odoratissimum: uitsluitend aan de als jam, confituur, extra jam, extra confituur, gelei of extra geleide aangeduide waar, voor zover de desbetreffende waar is bereid uit kweeperen;

  • k.

    gedistilleerde dranken, wijn, likeurwijn, noten, aromatische kruiden, specerijen, vanille en vanille-extract;

  • l.

    vanilline.