Regeling houdende regels met betrekking tot verstrekking van een eenmalige subsidie aan werkgevers die een dienstbetrekking als bedoeld in het Besluit in- en doorstroombanen omzetten in een reguliere dienstbetrekking voor onbepaalde tijd
Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte,
een rechtspersoon waarvoor de werknemer, die een ID-dienstbetrekking heeft met de in onderdeel d, ten eerste, genoemde werkgever, gewoonlijk arbeid verricht.
2
Onder een ID-dienstbetrekking wordt mede verstaan het, op grond van een ID-dienstbetrekking met een werkgever als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, ten eerste, gewoonlijk verrichten van arbeid bij een werkgever als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, ten tweede.
Artikel
2
Subsidie aan werkgever
1
De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een werkgever die een ID-dienstbetrekking omzet in een reguliere dienstbetrekking voor onbepaalde tijd met dezelfde werknemer.
2
Geen subsidie wordt verstrekt wanneer de ingangsdatum van de ID-dienstbetrekking ligt na de datum van de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.
3
Geen subsidie wordt verstrekt wanneer de reguliere dienstbetrekking vóór 1 januari 2003 is ingegaan.
Artikel
3
Subsidieplafond
1
Voor de verstrekking van de subsidies bedoeld in artikel 2, eerste lid, is in totaal € 170.000.000 beschikbaar.
2
Het in het eerste lid genoemde budget wordt tot 1 juli 2003 als volgt verdeeld over de sectoren:
a.
zorg en jeugdhulpverlening: € 43.962.000;
b.
welzijn: € 15.419.000;
c.
onderwijs: € 32.810.000;
d.
kinderopvang: € 12.240.000;
e.
openbare veiligheid: € 30.770.000;
f.
beheer openbare ruimte: € 17.663.000;
g.
cultuur, sport en overig: € 17.136.000.
3
Voor de bepaling van het bereiken van het subsidieplafond, bedoeld in het eerste lid, en de verdeling over de sectoren, bedoeld in het tweede lid, worden de subsidieaanvragen behandeld in volgorde van ontvangst van de aanvragen. Indien de aanvrager in de gelegenheid wordt gesteld de onvolledige aanvraag aan te vullen, geldt voor de bepaling van het bereiken van het subsidieplafond, respectievelijk de verdeling over de sectoren, als datum van ontvangst de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.
Artikel
4
Subsidieaanvraag
1
De minister ontvangt uiterlijk 31 december 2003 de subsidieaanvraag. De werkgever maakt bij de aanvraag gebruik van het formulier dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 1 van deze regeling.
2
In de subsidieaanvraag vermeldt de werkgever in ieder geval:
a.
één van de sectoren, genoemd in artikel 3, tweede lid, als de sector waartoe de werkgever die de aanvraag indient gerekend wordt, dan wel, indien de werkgever een gemeente is, de sector waartoe de in een reguliere dienstbetrekking voor onbepaalde tijd om te zetten ID-dienstbetrekking gerekend wordt, en
b.
de naam en de geboortedatum van de werknemer, de arbeidsduur per week van de ID-dienstbetrekking en arbeidsduur per week van de overeen te komen of gekomen reguliere dienstbetrekking.
3
In de subsidieaanvraag verklaart de werkgever in ieder geval:
a.
dat hij met een werknemer die werkzaam is in een ID-dienstbetrekking een reguliere dienstbetrekking voor onbepaalde tijd is aangegaan of zal aangaan, zonder daarbij een proeftijd te bedingen, welke reguliere dienstbetrekking uiterlijk 6 weken na de datum van de beschikking tot subsidieverlening en niet later dan op 31 december 2003 is ingegaan of ingaat en tenminste dezelfde arbeidsduur per week behelst als de om te zetten ID-dienstbetrekking;
b.
dat van de ingangsdatum van de reguliere dienstbetrekking mededeling wordt gedaan aan de gemeente die op grond van het Besluit in- en doorstroombanen subsidie verstrekt voor de ID-dienstbetrekking waarin de werknemer werkzaam is opdat die subsidieverstrekking door de betreffende gemeente wordt beëindigd uiterlijk op de datum waarop de reguliere dienstbetrekking ingaat;
c.
dat de betreffende werknemer in de reguliere dienstbetrekking geen werkzaamheden worden opgedragen door de werkgever waardoor een andere dienstbetrekking bij de werkgever geheel of gedeeltelijk komt te vervallen;
d.
dat aan alle in deze regeling opgenomen en in de beschikking tot subsidieverlening op te nemen voorwaarden en verplichtingen zal worden voldaan.
Artikel
5
Subsidieverlening
1
Op de aanvraag voor subsidieverlening wordt binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag beslist.
2
Indien het voor de in de aanvraag opgegeven sector beschikbare budget reeds is benut en de aanvraag door de minister vóór 1 juli 2003 is ontvangen wordt de termijn waarbinnen op de aanvraag wordt beslist zonodig, in afwijking van het tweede lid, verlengd tot uiterlijk 31 juli 2003. Op uiterlijk 31 juli 2003 beslist de minister of de aanvraag toegekend wordt uit de eventuele onderuitputting van de voor de andere sectoren beschikbare budgetten.
Artikel
6
Voorwaarde: in te dienen documenten
1
De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat de minister van de werkgever binnen 6 weken na de datum van de beschikking tot subsidieverlening de volgende documenten heeft ontvangen:
a.
een kopie van de voor de reguliere dienstbetrekking gesloten schriftelijke arbeidsovereenkomst of het op de reguliere dienstbetrekking betrekking hebbende aanstellingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, derde lid, onderdeel a, in welke documenten in ieder geval zijn opgenomen de arbeidsduur per week, de ingangsdatum van de dienstbetrekking, de naam van de werkgever en de naam en geboortedatum van de werknemer;
b.
een door middel van het formulier, dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 2 van deze regeling, opgestelde verklaring van burgemeester en wethouders dat de op grond van het Besluit in- en doorstroombanen aan de in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, ten eerste, bedoelde werkgever verleende subsidie is beëindigd met ingang van de datum waarop de reguliere dienstbetrekking voor onbepaalde tijd tussen de werkgever en de werknemer is ingegaan of in zal gaan, onder vermelding van de naam en de geboortedatum van de werknemer, de naam van de werkgever, de sector waartoe de werkgever dan wel de ID-dienstbetrekking overeenkomstig artikel 4, tweede lid, onderdeel a, gerekend wordt en de arbeidsduur per week van de ID-dienstbetrekking.
2
De werkgever maakt bij de indiening van de in het eerste lid genoemde documenten gebruik van het formulier dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 3 van deze regeling.
Artikel
7
Hoogte subsidie, tijdvak en betaling
1
De subsidie bedraagt maximaal € 17.000 voor een reguliere dienstbetrekking met een arbeidsduur van 32 uren of meer per week en wordt verleend voor een tijdvak van twee jaren.
2
De subsidie wordt naar rato van 32 uren verminderd wanneer de arbeidsduur minder dan 32 uren per week bedraagt.
3
De subsidie wordt bij wijze van voorschot betaalbaar gesteld.
4
Het eerste voorschot van maximaal € 10.500 wordt betaalbaar gesteld binnen 6 weken na ontvangst van de in artikel 6 genoemde documenten.
5
Het tweede voorschot van maximaal € 6.500 wordt betaalbaar gesteld binnen 6 weken na ontvangst van de in artikel 9 genoemde rapportage.
Artikel
8
Beëindiging dienstbetrekking
1
Indien gedurende het tijdvak van twee jaren waarin de in artikel 2, eerste lid, bedoelde subsidie wordt verstrekt de reguliere dienstbetrekking wordt beëindigd, doet de werkgever hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de minister door middel van het overleggen van een document waaruit blijkt dat de reguliere dienstbetrekking is beëindigd.
2
De subsidieverlening wordt in de situatie, bedoeld in het eerste lid, verlaagd in evenredigheid met het aantal dagen van het subsidieverleningstijdvak waarin de dienstbetrekking niet meer wordt vervuld, tenzij de werkgever binnen 12 weken na de beëindiging van de reguliere dienstbetrekking ter invulling van de vrijgevallen functie in overleg met de gemeente een nieuwe dienstbetrekking aangaat met:
a.
een persoon die voorafgaand aan die reguliere dienstbetrekking een ID-dienstbetrekking of een dienstbetrekking als bedoeld in de Wet inschakeling werkzoekenden vervulde dan wel
b.
een werkloze werkzoekende.
3
De werkgever overlegt, indien hij ter invulling van de vrijgevallen functie een nieuwe dienstbetrekking aangaat, aan de minister:
a.
een kopie van de voor de reguliere dienstbetrekking gesloten schriftelijke arbeidsovereenkomst of het op de reguliere dienstbetrekking betrekking hebbende aanstellingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, derde lid, onderdeel a, welke overeenkomst of besluit voldoet aan de in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, genoemde criteria;
b.
een verklaring van burgemeester en wethouders, door middel van een formulier dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 4 bij deze regeling, waarin wordt bevestigd dat de werknemer voldoet aan de in het tweede lid gestelde criteria.
4
Wanneer de invulling van de vrijgevallen functie, bedoeld in het tweede lid, plaatsvindt in het eerste jaar van het subsidieverleningstijdvak worden de in het derde lid genoemde documenten door de minister uiterlijk tegelijkertijd met de rapportage, bedoeld in artikel 9, ontvangen. Wanneer de invulling van de vrijgevallen functie, bedoeld in het tweede lid, plaatsvindt in het tweede jaar van het subsidieverleningstijdvak worden de in het derde lid genoemde documenten door de minister uiterlijk tegelijkertijd met de aanvraag tot vaststelling van de subsidie, bedoeld in artikel 12, ontvangen.
Artikel
9
Rapportageformulier en tegengaan verdringing
1
De minister ontvangt binnen 8 weken na afloop van één jaar na de datum van de beschikking tot subsidieverlening een rapportage over dat tijdvak. De werkgever maakt bij deze rapportage gebruik van het formulier dat is ingericht overeenkomstig het als bijlage 5 bij deze regeling opgenomen model.
2
Bij de in het eerste lid bedoelde rapportage wordt een verklaring gevoegd van de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging, bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden, voor zover die door de werkgever is ingesteld, of het bij of krachtens de wet voor die onderneming ingestelde medezeggenschapsorgaan, waarin over de totstandkoming van de reguliere dienstbetrekking, bedoeld in artikel 4, derde lid, onderdeel a, positief wordt geadviseerd omdat de betreffende werknemer in de reguliere dienstbetrekking geen werkzaamheden zijn of worden opgedragen door de werkgever ten gevolge waarvan een andere dienstbetrekking bij de werkgever geheel of gedeeltelijk komt te vervallen.
3
De in het tweede lid bedoelde verklaring wordt ingediend door middel van het formulier dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 6 van deze regeling.
Artikel
10
Andere subsidies
De werkgever ontvangt voor de betreffende werknemer of de reguliere dienstbetrekking gedurende het subsidieverleningstijdvak geen gemeentelijke reïntegratiesubsidies op grond van de Wet inschakeling werkzoekenden of het Besluit in- en doorstroombanen.
Artikel
11
Overige verplichtingen
1
De werkgever doet gedurende het subsidieverleningstijdvak onverwijld mededeling aan de minister van wijzigingen in de bij de subsidieaanvraag verstrekte gegevens en overlegt op verzoek van de minister de daarop betrekking hebbende bescheiden. De verplichting van de eerste volzin geldt niet voor loonsverhogingen.
2
De werkgever verstrekt desgevraagd aan de minister kosteloos alle inlichtingen die hij voor het toezicht, de evaluatie, informatievoorziening en beleidsvorming met betrekking tot deze regeling nodig heeft en verleent kosteloos inzage in de administratie inzake van belang zijnde bescheiden.
3
De werkgever richt de administratie voor de uitvoering van deze regeling zodanig in dat alle van belang zijnde vastleggingen en bewijsstukken ten behoeve van het controle-, besluitvormings- en verantwoordingsproces zichtbaar, ordelijk en controleerbaar zijn vastgelegd. De werkgever bewaart de op de subsidieverstrekking betrekking hebbende administratie tot twee jaren na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling.
Artikel
12
Subsidievaststelling
1
De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt binnen 8 weken na afloop van het tijdvak waarover de subsidie is verleend ontvangen door de minister. De werkgever maakt bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie gebruik van het formulier dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 7 van deze regeling.
2
De minister stelt de subsidie vast binnen 1 jaar na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.
3
Indien de aanvraag tot vaststelling van de subsidie niet of niet tijdig is ontvangen stelt de minister de subsidie ambtshalve vast.
Artikel
13
Toezicht
1
Met het toezicht op de naleving van deze regeling zijn belast het Agentschap SZW en de Accountantsdienst, beide onderdeel van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
2
De werkgever verleent aan de toezichthouders alle medewerking die dezen redelijkerwijs kunnen vorderen bij de uitoefening van hun bevoegdheden.
Deze regeling zal met de toelichting en bijlage 1 in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlagen 2 tot en met 7 worden met ingang van 1 maart 2003 ter inzage worden gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.
's-Gravenhage
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M.Rutte
Bijlage
1
Bijlage
2
Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.
Bijlage
3
Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.
Bijlage
4
Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.
Bijlage
5
Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.
Bijlage
6
Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.
Bijlage
7
Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.