Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d 4 mei 2004, houdende de vaststelling van algemene bepalingen die gelden ten aanzien van het productschap (Verordening PT algemene bepalingen 2003)

Verordening PT algemene bepalingen 2003

HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP,
gelet op de artikelen 93,95,104, eerste en derde lid,.en 106 van de Wet op de bedrijfsorganisatie; gelet op de artikelen 2, 13 tot en met 18 van de Instellingsverordening Productschap Tuinbouw 1998;
gehoord:
de Sectorcommissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bolgewassen, d.d. 9 september 2003,
de Sectorcommissie voor energie, d.d. 10 september 2003, en
de Sectorcommissie voor groenten en fruit, d.d. 11 september 2003,
de Sectorcommissie voor bloemkwekerijproducten, d.d. 15 september 2003,
de Sectorcommissie voor hovenierswerkzaamheden, d.d. 8 oktober 2003,
de Sectorcommissie voor boomkwekerijproducten, d.d. 22 oktober 2003,

BESLUIT:

Hoofdstuk

1

Begripsbepalingen

Artikel

1:1

Hoofdstuk

2

Registratie van ondernemingen

Artikel

2:2

Artikel

2:3

De ondernemer is verplicht een wijziging in de gegevens als bedoeld in het voorgaande artikel schriftelijk en binnen 30 dagen aan het productschap te melden.

Artikel

2:4

Het productschap houdt in beheer een register van ondernemingen.

Artikel

2:5

Het bestuur van het productschap is bevoegd bij besluit nadere voorschriften vast te stellen ter uitvoering van het in dit hoofdstuk bepaalde.

Hoofdstuk

3

Heffing en invordering

§

1

Heffing en invordering

Artikel

3:1

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. ambtshalve schatting:

nota op basis van door het productschap geraamde omvang van de grondslag die voor de onderneming ingevolge heffingsverordeningen van toepassing is; met een minimum van'€ 900,-.

b. aangifteformulier:

door het productschap opgesteld formulier voor het verkrijgen van gegevens die nodig zijn om de omvang van de grondslag voor de verschillende heffingsverordeningen te bepalen;

c. boekencontrole:

controle van de in de onderneming of bij diens accountant aanwezige boeken en/of bescheiden, zomede dat zij de in de onderneming aanwezige voorraden, alsmede bedrijfsmiddelen, bezichtigen en opnemen en zij daartoe de vrije gelegenheid geven, noodzakelijk voor de vaststelling van een juiste en volledige omvang van die grondslagen die leiden tot, de over de te controleren periode, op te leggen heffingen.

Artikel

3:2

De ondernemer is jaarlijks aan het productschap een heffing verschuldigd,

Artikel

3:3

Artikel

3:4

In afwijking van het bepaalde in het voorgaande artikel kan de voorzitter de heffingsplichtige een voorlopige heffing opleggen tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens de van toepassing zijnde heffingsverordening verschuldigde heffing.

Artikel

3:5

De heffingsnota bevat ten minste:

  • a.

    de naam van de onderneming;

  • b.

    het adres van de onderneming

  • c.

    een specificatie of toelichting omtrent de wijze waarop de heffing is berekend;

  • d.

    het totaal van de heffing, en

  • e.

    een dagtekening.

Artikel

3:6

Artikel

3:7

Artikel

3:8

De heffingsplichtige, die niet of niet geheel binnen de in artikel 3:7 bedoelde termijn heeft betaald, worden de daaruit voortvloeiende extra kosten van € 22,50 in rekening gebracht, alsmede de wettelijke interest over het niet betaalde bedrag, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling diende te zijn verricht, ingevolge de aanmaning als bedoeld in artikel 127, tweede lid, van de wet.

Artikel

3:9

De invorderingskosten voortvloeiend uit het niet betalen binnen de termijn als bedoeld in artikel 3:7 en 3:8. zijn voor rekening en risico van de ondernemer.

Artikel

3:10

De voorzitter is belast met de oplegging en inning van de heffing en de daarmee samenhangende kosten als bedoeld in de artikelen 3:7 tot en met 3:9.

Hoofdstuk

4

Factuurmelding

Artikel

4:1

Iedere ondernemer is verplicht de voor de afnemer bestemde facturen op de dag van uitvoer, onderscheidenlijk het brengen buiten het verzendgebied, aan het productschap toe te zenden.

Artikel

4:2

In afwijking van het bepaalde in artikel 4:1 zendt iedere ondernemer die bloemkwekerijproducten verhandelt de facturen aan het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel/bloemen en planten.

Artikel

4:3

De ondernemer die bloemkwekerijproducten uitvoert of buiten het verzendgebied brengt, is verplicht om, zodra de buitenlandse afnemer een zending bloemkwekerijproducten heeft betaald, het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel/Bloem en Planten van deze betaling in kennis te stellen.

Artikel

4:4

Het bestuur van het productschap en kan omtrent de uitvoering van het bepaalde in dit hoofdstuk nadere voorschriften stellen.

Hoofdstuk

5

Werkwijze (dagelijks) bestuur, (sector)commissies, overige commissies en werkverbanden

Artikel

5:2

De artikelen 10 en 77 van de wet zijn ten aanzien van (dagelijks)bestuur, (sector)commissies, overige commissies en werkverbanden van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk

6

Bevoegdheden voorzitter

§

1

Algemeen

Artikel

6:1

Artikel

6:2

De voorzitter is belast met de uitvoering van verordeningen en besluiten van het (dagelijks) bestuur en oefent de daarmee verband houdende bevoegdheden uit, tenzij deze bevoegdheden uitdrukkelijk aan het (dagelijks) bestuur zijn voorbehouden en met dien verstande, dat het (dagelijks) bestuur, ingeval het zulks nodig oordeelt, een andere voorziening kan treffen.

Artikel

6:3

De voorzitter is bevoegd de tekst van ontwerp-verordeningen als bedoeld in artikel 100 van de wet, vast te stellen. Het bestuur kan, ingeval het zulks nodig oordeelt, een andere voorziening treffen.

Artikel

6:4

De voorzitter is bevoegd tot het nemen van beslissingen, welke betrekking hebben op, voortvloeien uit of verband houden met het dagelijks beheer als bedoeld in artikel 123, van de wet.

Artikel

6:5

Artikel

6:7

Hoofdstuk

7

Vergoedingen voorzitter

Artikel

7:1

Artikel

7:2

Artikel

7:3

Voor het overige zijn op hem van toepassing de bepalingen zoals opgenomen in de CAO-PBO

Hoofdstuk

8

Vacatievergoedingen

Artikel

8:1

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. commissies:

commissies als bedoeld in artikel 88 en 88a van de wet;

b. overige commissies:

andere door het bestuur van het productschap ingestelde permanente commissies;

c. werkverbanden:

door het productschap ingestelde tijdelijke commissies, stuurgroepen, werkgroepen, begeleidingscommissies, dan wel anderszins genoemd;

Artikel

8:2

Artikel

8:3

Artikel

8:4

Artikel

8:5

Artikel

8:6

Vacatiegelden en kilometervergoedingen zijn inclusief de eventueel verschuldigde omzetbelasting.

Artikel

8:7

De voorzitter kan ingeval artikel 8:3 tot en met 8:4 afwijken van de aldaar genoemde vergoedingen voor de aldaar bedoelden.

Artikel

8:9

Het bedrag wordt op kwartaalbasis betaalbaar gesteld.

Hoofdstuk

9

Bezwaar

Hoofdstuk

10

Geheimhouding

Artikel

10:1

Hoofdstuk

11

Slotbepalingen

Artikel

11:1

Deze verordening treedt in werking de dag na plaatsing in het Verordeningblad Bedrijfsorganisatie.

Artikel

11:2

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT algemene bepalingen 2003.

Deze verordening, de daarbij behorende toelichting en bijlagen zal worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

J. van der Veen voorzitter
C. Kuijvenhoven secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 7 oktober 2004.