Artikel
1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
de wet: de Wet op de jeugdzorg;
-
b.
indicatiebesluit: een besluit waarbij wordt vastgesteld of een cliënt is aangewezen op zorg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet;
-
c.
aanvrager: degene die de aanvraag indient voor een indicatiebesluit;
-
d.
jeugdhulp: jeugdhulp als bedoeld in artikel 3;
-
e.
verblijf: verblijf als bedoeld in artikel 4;
-
f.
observatiediagnostiek: observatiediagnostiek als bedoeld in artikel 5;
-
g.
inrichting: een justitiële jeugdinrichting als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;
-
h.
vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet 2000;
-
i.
advies- en meldpunt kindermishandeling: de stichting bij de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder e, van de wet;
-
j.
advies: advies over de handelingsmogelijkheden bij een vermoeden van kindermishandeling;
-
k.
melding: een melding van kindermishandeling of van een vermoeden daarvan;
-
l.
jeugdreclassering: de stichting bij de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder c en d, van de wet;
-
m.
gekwalificeerde gedragswetenschapper: degene die lid is van het Nederlands Instituut voor Psychologen en is opgenomen in het Register Klinisch Psychologen of het register Kinder- en Jeugdpsychologen en beschikt over de Basisaantekening Psychodiagnostiek van dit instituut of degene die lid is van de Nederlandse Vereniging van Orthopedagogen en Onderwijskundigen en geregistreerd is als Orthopedagoog-Generalist dan wel een BIG-geregistreerde gezondheidszorgpsycholoog;
-
n.
voogdijwerker: medewerker van de stichting die belast is met de uitoefening van de taak, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder a, van de wet;
-
o.
gezinsvoogdijwerker: medewerker van de stichting die belast is met de uitoefening van de taak, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder b, van de wet;
-
p.
jeugdreclasseringswerker: medewerker van de stichting die belast is met de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder c en d, van de wet.