Besluit van 28 januari 2005, houdende nieuwe regels inzake de financiering van de rechtspraak in verband met het invoeren van een baten-lastenstelsel en het verrekenen van productieverschillen (Besluit financiering rechtspraak 2005)

Besluit financiering rechtspraak 2005

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 7 december 2004, Directie Wetgeving, nr. 5323045/04/06;
De Raad van State gehoord (advies van 6 januari 2005, nr. W03.04.0591/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 21 januari 2005, Directie Wetgeving nr. 5331152/05/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Wet op de rechterlijke organisatie;

  • b.

    zaak: een door een gerecht te behandelen of afgehandelde gerechtelijke procedure;

  • c.

    productie: het totaal aantal behandelde of afgedane zaken;

  • d.

    landelijke prijzen: de naar productgroep gedifferentieerde bedragen per zaak die worden gebruikt voor de vaststelling van de productiegerelateerde bijdrage aan de rechtspraak;

  • e.

    lokale prijzen: de naar productgroep en gerecht gedifferentieerde bedragen die worden gebruikt voor de vaststelling van de productiegerelateerde bijdrage aan een gerecht;

  • f.

    zaakscategorie: een deel van de productie dat binnen een gerechtscategorie op gelijksoortige wijze wordt behandeld;

  • g.

    productgroep: een aantal samenhangende zaakscategorieën;

  • h.

    gerechtscategorieën:

    • 1°.

      de rechtbanken;

    • 2°.

      de gerechtshoven;

    • 3°.

      het College van Beroep voor het bedrijfsleven;

    • 4°.

      de Centrale Raad van Beroep.

Hoofdstuk

2

Ondersteunende systemen en modellen

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Hoofdstuk

3

Bijdragetoekenning door Onze Minister aan de Raad

Afdeling

1

Algemeen

Artikel

9

De jaarlijks aan de Raad toe te kennen bijdrage ten behoeve van de activiteiten van de Raad en de gerechten gezamenlijk is gelijk aan het bedrag dat ten behoeve van de Raad is opgenomen in de voor het desbetreffende begrotingsjaar vastgestelde begroting van het Ministerie van Justitie.

Artikel

10

De aan de Raad toe te kennen bijdrage bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a.

    een productiegerelateerde bijdrage;

  • b.

    een bijdrage voor gerechtskosten;

  • c.

    een bijdrage voor overige uitgaven.

Afdeling

2

De aan de Raad toe te kennen bijdrage

Artikel

11

De productiegerelateerde bijdrage wordt bepaald door de voor het desbetreffende jaar geldende landelijke prijzen te vermenigvuldigen met het aantal in de begroting van het Ministerie van Justitie opgenomen zaken per productgroep.

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Afdeling

3

Aan de bijdragetoekenning te verbinden voorschriften

Artikel

16

De door Onze Minister aan de jaarlijkse bijdragetoekenning te verbinden voorschriften kunnen slechts betrekking hebben op:

  • a.

    de door de gerechten gezamenlijk te realiseren zaaksaantallen per productgroep;

  • b.

    te realiseren doelstellingen zoals opgenomen in het in artikel 15 bedoelde plan;

  • c.

    het realiseren van in arbeidsvoorwaardenoverleg gemaakte afspraken.

Afdeling

4

Vermogen en verrekening van productieverschillen

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

Bij een dreigend exploitatieverlies dat leidt tot een negatief vermogen van de rechtspraak, een exploitatiewinst die uitkomt komen boven de in artikel 17, derde lid, bedoelde grens dan wel een ingrijpende wijziging van omstandigheden met aantoonbare gevolgen voor de productie, overleggen Onze Minister en de Raad over te nemen maatregelen en passen zo nodig, onverminderd artikel 17, vijfde lid, tweede volzin, de productieaantallen van de rechtspraak en de landelijke prijzen aan.

Afdeling

5

Informatievoorziening

Artikel

22

Hoofdstuk

4

Bijdragetoekenning door de Raad aan de gerechten

Afdeling

1

Splitsing bijdrage minister in delen centraal en gerechten

Artikel

23

De Raad splitst de in artikel 11 bedoelde productiegerelateerde bijdrage van Onze Minister in de volgende delen:

  • a.

    een productiegerelateerde bijdrage voor de gerechten;

  • b.

    een bijdrage aan de gerechten voor huisvesting;

  • c.

    een bijdrage aan de gerechten voor specifieke uitgaven;

  • d.

    centraal door de Raad te beheren uitgaven.

Artikel

24

De Raad splitst de in artikel 15 bedoelde bijdrage van Onze Minister voor overige uitgaven in de volgende delen:

  • a.

    een bijdrage aan de gerechten voor overige uitgaven;

  • b.

    centraal door de Raad te beheren overige uitgaven.

Afdeling

2

De aan het gerercht toe te kennen bijdrage

Artikel

25

De door de Raad aan het gerecht toe te kennen bijdrage bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a.

    een productiegerelateerde bijdrage;

  • b.

    een bijdrage voor gerechtskosten;

  • c.

    een bijdrage voor huisvesting;

  • d.

    een bijdrage voor specifieke uitgaven;

  • e.

    een bijdrage voor overige uitgaven.

Artikel

26

Artikel

27

Artikel

28

Artikel

29

De Raad verdeelt het bedrag van de in artikel 23, onder b, bedoelde component huisvesting over de gerechten op grond van ramingen van de gerechten ter zake.

Artikel

30

Artikel

31

De Raad verdeelt het bedrag van de in artikel 24, onder a, bedoelde component overige uitgaven over de gerechten op grond van ramingen van de gerechten ter zake.

Afdeling

3

Aan de bijdragetoekenning te verbinden voorschriften

Artikel

32

De aan de toekenning van de jaarlijkse bijdrage door de Raad te verbinden voorschriften kunnen slechts betrekking hebben op de in het desbetreffende jaar:

  • a.

    te realiseren zaaksaantallen, onderscheiden naar zaakscategorie;

  • b.

    met de in de artikelen 25, onder c, d en e, bedoelde bijdragen te realiseren doelen;

  • c.

    het realiseren van in arbeidsvoorwaardenoverleg gemaakte afspraken.

Afdeling

4

Overige voorschriften

Artikel

33

Het bestuur van het gerecht is verplicht medewerking te verlenen aan de metingen en onderzoeken, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 5 en 7.

Artikel

34

Het bestuur van het gerecht kan de ingevolge artikel 28 aan het gerecht toegekende bijdrage voor gerechtskosten in civiele en bestuursrechtelijke zaken uitsluitend voor deze kosten aanwenden.

Artikel

35

Het bestuur van het gerecht verstrekt aan de Raad:

  • a.

    de in artikel 22, eerste lid, genoemde gegevens;

  • b.

    de gegevens die de Raad nodig heeft om aan de afspraken in het in artikel 22, tweede lid, bedoelde informatieprotocol te voldoen;

  • c.

    informatie over aantallen en categorieën van af te handelen zaken van het gerecht en aantallen en categorieën van af te handelen zaken als nevenzittingsplaats voor een ander gerecht, alsmede aantallen en categorieën van zaken die in een nevenzittingsplaats buiten het rechtsgebied worden behandeld.

Afdeling

5

Vermogen en verrekening productieverschillen

Artikel

36

Artikel

37

Artikel

38

Bij een dreigend exploitatieverlies dat leidt tot een negatief vermogen voor een gerecht, een exploitatiewinst die uitkomt boven de in artikel 36, derde lid, bedoelde grens dan wel bij een ingrijpende wijziging van omstandigheden met aantoonbare gevolgen voor de productie, overlegt de Raad met het betreffende gerecht over te nemen maatregelen en passen zij zonodig, onverminderd artikel 36, zevende lid, tweede volzin, de gemaakte afspraken over productieaantallen en de lokale prijzen aan.

Hoofdstuk

5

Overige bepalingen

Artikel

39

Artikel

40

Voor onder de Raad ressorterende diensten is artikel 36 van overeenkomstige toepassing.

Artikel

41

De door de gerechten te maken gerechtskosten in strafzaken komen ten laste van het College van procureurs-generaal.

Artikel

42

Hoofdstuk

6

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

44

Wijzigt het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren.

Artikel

45

Wijzigt het Besluit uitoefening rechtspositionele bevoegdheden gerechtsambtenaren en ambtenaren bureau Raad voor de rechtspraak.

Artikel

46

Artikel

47

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit financiering rechtspraak 2005.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie , J. P. H.Donner
De Minister van Justitie , J. P. H.Donner