Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 juni 2005, nr. WJZ/2005/24012 (8158), houdende vaststelling van het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2005 (Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2005)

Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2005

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gehoord de departementale ondernemingsraad;

Besluit:

Artikel

1

Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    ministerie: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

  • b.

    bewindspersoon: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of een Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

  • c.

    minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

  • d.

    staatssecretaris: Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

  • e.

    secretaris-generaal: secretaris-generaal van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

  • f.

    plaatsvervangend secretaris-generaal: plaatsvervangend secretaris-generaal van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

  • g.

    directeur-generaal: directeur-generaal van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

  • h.

    inspecteur-generaal: inspecteur-generaal van het onderwijs,

  • i.

    hoofd van het agentschap: hoofddirecteur van het agentschap Centrale Financiën Instellingen of directeur van het agentschap Rijksarchiefdienst,

  • j.

    directeur: directeur van een directie, een programmadirectie of een dienst als bedoeld in bijlage 1,

  • k.

    budgethouder: functionaris die verantwoordelijk is voor een rechtmatig en doelmatig financieel beheer van de aan hem toegewezen budgetten,

  • l.

    budget: aan een budgethouder toegewezen verplichtingen- en kasbedrag(en) alsmede de te realiseren ontvangsten ter uitvoering van een deel van de begroting,

  • m.

    bestedingsplan: plan ter uitvoering van de begroting, opgesteld ten behoeve van het aangaan van verplichtingen, anders dan:

    • in het kader van de reguliere of aanvullende bekostiging van instellingen voor onderwijs of onderzoek op grond van een onderwijswet,

    • in het kader van het aangaan van verplichtingen uit hoofde van de cultuurnota,

    • subsidies op grond van artikel 34 van de Monumentenwet 1988, en

  • n.

    managementafspraak: afspraak omtrent de vertaling van beleidsdoelen in de begroting en de doelstellingen voor de interne bedrijfsvoering naar concrete acties en activiteiten, benodigde middelen en bevoegdheden of de prestatie- en kwaliteitsnormen ten aanzien van de te leveren producten of diensten, dan wel beide, met inbegrip van het bestedingsplan.

Artikel

2

Mandaat, volmacht en machtiging

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt met de verlening van mandaat gelijkgesteld de verlening van:

  • a.

    volmacht om in naam van een bewindspersoon privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten, en

  • b.

    machtiging om in naam van een bewindspersoon handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel

3

Organisatie van het ministerie

Artikel

4

Voorbehouden aan bewindspersonen

Artikel

5

Mandaat aan SG en PSG

Artikel

6

Mandaat aan DG’s

Artikel

7

Mandaat aan hoofden van de inspecties

Artikel

8

Mandaat aan hoofden van de agentschappen

Artikel

9

Mandaat aan directeuren

Artikel

10

Managementafspraken

Artikel

11

Ondermandaat en mandaatregister

Artikel

12

Voorbehouden aan secretaris-generaal

Artikel

13

Voorbehouden aan DG, hoofd inspectie en hoofd agentschap

Artikel

14

Afwezigheid of verhindering

Artikel

15

Personele aangelegenheden

Artikel

16

Wijze van ondertekening

De gemandateerde is gehouden in de ondertekening van stukken zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid tot uitdrukking te brengen door opneming van de formule:

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

namens deze,

functie van de gemandateerde,

handtekening van de gemandateerde,

naam van de gemandateerde.

Artikel

17

Intrekking

Artikel

18

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2005.

Artikel

19

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2005.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,M.J.A. van derHoeven

Bijlage

1

Organisatie van het Ministerie van OCW

Organogram van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Minister, mw. M.J.A. van der Hoeven

Staatssecretaris, dhr. drs. M. Rutte

Staatssecretaris, mw. mr. M.C. van der Laan

Secretaris-generaal

plaatsvervangend secretaris-generaal (PSG)

directeur-generaal Hoger Onderwijs, Beroepsonderwijs (DGHBW)

directeur-generaal Primair en Voortgezet Onderwijs (DGPV)

directeur-generaal Cultuur en Media (DGCM)

directoraat-generaal Hoger Onderwijs, Beroepsonderwijs (DGHBW)

directoraat-generaal Primair en Voortgezet Onderwijs (DGPV)

directoraat-generaal Cultuur en Media (DGCM)

Ondersteunende directies:

Beleidsdirecties:

BOA

DI

BVE

PO

DK

ASEA

FM

HO

VO

DCE

VL

AD

OWB

AP

MLB

T&H

HRM

SFB

ICT

ICN

FEZ

WJZ

RDMZ

IB

ROB

Programma-directies:

Dialoog

Apollo

Leren en werken

Onderwijspersoneel

Cultuur en School

Projecten:

Departementaal Coördinator Innovatie (DCI)

Programma-management cultuur

DIORR

Inspecties:

Inspectie van het Onderwijs

Erfgoedinspectie

Agentschappen:

CFI

RAD

Ondersteunende bureaus voor:

COS

AWT

OR

RvC

1. Managementteam OCW

Secretaris-generaal (SG), Plaatsvervangend Secretaris-generaal (PSG), Directeuren-generaal (DG)

De SG is ambtelijk eindverantwoordelijk voor het functioneren van het ministerie en voor de voorbereiding en uitvoering van het beleid waarvoor de politieke leiding de politieke verantwoordelijkheid draagt. De SG heeft als hoogste ambtenaar tot taak te zorgen voor een goede onderlinge afstemming van de verschillende beleidsterreinen en voor de uitvoering en uitvoerbaarheid van het ontwikkelde beleid.

De SG wordt in de ambtelijke leiding van het departement bijgestaan door een vrijgestelde PSG. Deze vervangt hem bij zijn afwezigheid in al zijn taken en behartigt, namens de SG, de SG-taken op het gebied van het beheer van het departement.

Daarnaast wordt hij in zijn taak bijgestaan door de DG’s. Deze zijn ambtelijk verantwoordelijk voor de beleidsterreinen van de onder hen ressorterende directies en voor de samenhang tussen die beleidsterreinen. Zij zijn daarnaast ambtelijk eindverantwoordelijk voor één of meer specifieke beleidsonderwerpen of -projecten, die niet zonder meer tot de hierboven genoemde beleidsterreinen kunnen worden gerekend.

2. Ondersteunende directies

Directie Bestuursondersteuning en Advies (BOA)

De directie BOA stelt de ministerstaf en de algemene leiding van het departement in staat te sturen op politiek-bestuurlijke en organisatorische samenhang zodat het verkeer tussen de politieke top en de ambtelijke organisatie goed verloopt. De directie ondersteunt de bewindslieden en de ambtelijke top inhoudelijk, procesmatig, instrumenteel en logistiek.

Directie Algemeen Strategische en Economische Advisering (ASEA)

De directie ASEA ondersteunt de ambtelijke top op het terrein van de kennisontwikkeling en verbindt daarbij de diverse departementale beleidsprocessen met (inter)departementale overkoepelende thema’s.

Directie Voorlichting (VL)

De directie VL ondersteunt de ambtelijke top op het terrein van de interne en externe communicatie.

Directie Toezicht- en Handhavingsbeleid (T&H)

De directie T&H ondersteunt de ambtelijke top bij:

  • De control op de toezichtketen, zowel de opzet als de werking hiervan;

  • De kwaliteit van het handhavend optreden naar aanleiding van signalen en bevindingen;

  • De kwaliteit van de regelgeving wat betreft toezicht- en handhaafbaarheidaspecten.

Ten behoeve van het gehele departement is de directie T&H verantwoordelijk voor de ontwikkeling (en het beheer) van de departementale expertisefunctie, beleid en instrumenten op het gebied van handhaving en toezicht.

Specifiek bestaat verantwoordelijkheid voor het houden van toezicht ex artikel 62 tot en met 64 van de Wet bescherming persoonsgegevens op departementale persoonsverwerkingen en de advisering op dit terrein.

Ten slotte ondersteunt T&H de SG in de aansturing van de inspecties.

Directie Financieel-Economische Zaken (FEZ)

De directie FEZ is verantwoordelijk voor het begrotingsproces en bewaakt de uitkomsten daarvan. Tevens is de directie verantwoordelijk voor de interne planning & control cyclus van het ministerie. Vanuit de financiële expertise ondersteunt zij de ambtelijke leiding over alle aspecten van beleid en bedrijfsvoering. Dit gebeurt zowel op het niveau van de DG (DG control) als op het niveau van SG respectievelijk minister (Concern control).

Directie Internationaal Beleid (IB)

De directie IB ondersteunt de ambtelijke top bij de inbreng van Nederland overal waar onderwerpen op het terrein van OCW in internationale verbanden aan de orde zijn. Omgekeerd brengt de directie relevante informatie uit het buitenland op de tafel van betrokken directies binnen het ministerie – en via hen – van relevante delen van het onderwijs-, onderzoek- en cultuurveld.

Directie Informatiestrategie en -⁠diensten (DI)

De directie DI is verantwoordelijk voor de ondersteuning bij het realiseren van ambities en doelstellingen op het terrein van informatiestrategie, -beleid en het in stand houden van (geautomatiseerde) informatievoorziening.

Directie Facilitair Management (FM)

De directie Facilitair Management ondersteunt de ambtelijke top bij de uitvoering van de facilitaire dienstverlening aan het Bestuursdepartement. De dienstverlening reikt van locatiegebonden faciliteiten via organisatiegerichte services tot en met persoonsgebonden diensten.

Tevens is de directie Facilitair Management verantwoordelijk voor de totstandkoming van de departementale concernbrede visie, kaderstelling, advisering, toetsing en uitvoering ten aanzien van inkoop, veiligheid, huisvesting, milieu en energie.

Auditdienst (AD)

De Auditdienst is ‘partner in betrouwbare managementinformatie’.

De Auditdienst kent drie strategische functies:

  • De certificerende functie: de controle van de financiële verantwoording.

  • De onderzoeksfunctie: (preventieve) toetsing van en advisering over beheersing en verbetering van bedrijfsvoeringprocessen, als tool of management voor het integraal verantwoordelijk lijnmanagement.

  • Rekenschapsfunctie: certificerende taken en onderzoekstaken gericht op de bekostigde en gesubsidieerde instellingen van OCW.

De Auditdienst werkt primair voor en in opdracht van het verantwoordelijk lijnmanagement van OCW, maar neemt bij de taakuitoefening overeenkomstig de eigen beroepsethiek een onafhankelijke positie in.

Directie Human Resource Management (HRM)

De directie HRM is verantwoordelijk voor de totstandkoming van de departementale concernbrede visie, kaderstelling, advisering, toetsing en uitvoering op het gebied van personeel en organisatie. Zij ontwikkelt en onderhoudt daartoe beleid en instrumenten, ondersteunt bij de eenduidige toepassing daarvan en genereert managementinfomatie.

Directie Wetgeving en Juridische Zaken (WJZ)

De directie WJZ ondersteunt de ambtelijke top bij de totstandkoming van de wet- en regelgeving van OCW, met uitzondering van wet- en regelgeving op het terrein van media, letteren en bibliotheken. Voorts adviseert de directie WJZ op het terrein van bestuurlijke en juridische aangelegenheden en toetst zij internationale- en EU-regelgeving alsmede beleid en regels waarvan de totstandkoming tot de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de andere directies behoort.

3. Beleidsdirecties

A Directoraat-generaal Hoger Onderwijs, Beroepsonderwijs en Wetenschapsbeleid (DGHBW)

Directie Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie (BVE)

De directie BVE is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling op het terrein van het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie.

Directie Hoger Onderwijs (HO)

De directie HO is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling op het terrein van het Hoger Onderwijs en de Academische Ziekenhuizen.

Directie Onderzoek en Wetenschapsbeleid (OWB)

De directie OWB is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling ten aanzien van het publiek gefinancierde onderzoeksbestel en het bestuur van de door OCW gefinancierde onderzoeksorganisaties, de interdepartementale aangelegenheden op het gebied van het wetenschapsbeleid (inclusief de OCW inbreng in het Innovatieplatform en de CWTI), en het internationale wetenschaps- en technologiebeleid voorzover de Minister van OCW daarvoor verantwoordelijk is. Ook is de directie beleidsmatig verantwoordelijk voor de Nederlandse Taal.

Directie Studiefinancieringsbeleid (SFB)

De directie SFB is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling en het behoud van een samenhangend stelsel van studiefinanciering en les- en cursusgelden.

B Directoraat-generaal Primair en Voortgezet Onderwijs (DGPV)

Directie Primair Onderwijs (PO)

De directie PO is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling voor het primair onderwijs.

Tevens is zij verantwoordelijk voor het OCW-beleid tav burgerschap/normen en waarden, het onderwijs in het buitenland, en de departementale inbreng ten aanzien van het minderheden- en asielzoekersbeleid.

Directie Voortgezet Onderwijs (VO)

De directie Voortgezet Onderwijs is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van beleids- en besturingskaders voor het voortgezet onderwijs. In samenhang daarmee ontwikkelt de directie beleidsvoorstellen op onderwijsinhoudelijk, financieel, bekostigingstechnisch, juridisch en personeels gebied. Tevens coördineert de directie de inzet van het departement rond het jeugdbeleid voor de hele onderwijssector en meer in het bijzonder voor de operatie Jong en sport.

De directie is tenslotte verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling voor de onderwijsondersteuning en coördineert dit beleid voor de directies PO, VO en BVE.

Het beleidsterrein van het voortgezet onderwijs omvat de scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo), het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo), voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), praktijkonderwijs en de landelijke ondersteunende instellingen (landelijke pedagogische centra: APS, CPS en KPC-groep, alsmede CITO en SLO).

Directie Arbeidsmarkt en Personeelsbeleid (AP)

De directie AP is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en instandhouding van een adequaat instrumentarium voor de strategische personeelsplanning in het onderwijsveld, in het bijzonder voor het funderend onderwijs.

Directie Informatie- en Communicatietechnologie (ICT)

De directie ICT is verantwoordelijk voor bevordering van het gebruik en de integratie van ict in het onderwijs. In ieder geval valt daaronder het in stand (laten) houden van voorzieningen en het bevorderen van standaardisering.

C Directoraat-generaal Cultuur en Media (DGCM)

Directie Kunsten (DK)

DK is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van het kunstbeleid van de rijksoverheid.

Directie Cultureel Erfgoed (DCE)

DCE is verantwoordelijk voor het beleid voor het cultureel erfgoed verdeeld over de sectoren: archiefdocumenten, museale voorwerpen, archeologische voorwerpen en monumenten.

Directie Media, Letteren en Bibliotheken (MLB)

De directie MLB is verantwoordelijk voor het beleid voor omroep, pers, nieuwe media, het boek en lezen (letteren, bibliotheken en leesbevordering). Doel is dat zoveel mogelijk burgers toegang hebben tot een onafhankelijk, gevarieerd en kwalitatief hoogstaand media- en informatieaanbod.

Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ)

De RDMZ voert, namens de minister, de Monumentenwet 1988 met uitzondering van de archeologische monumentenzorg, uit en fungeert als kenniscentrum voor de instandhouding van het gebouwde en cultuurlandschappelijke erfgoed van Nederland. Tevens is de RDMZ (mede) verantwoordelijk voor het ontwikkelen en uitvoeren van beleid m.b.t. de monumentenzorg.

Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB)

De ROB voert, namens de minister, de Monumentenwet 1988 voorzover het betreft de archeologische monumentenzorg, uit en fungeert als kennisinstituut voor de bescherming van waardevolle sporen van menselijke bewoning. De ROB is (mede) verantwoordelijk voor het ontwikkelen en uitvoeren van beleid m.b.t. de archeologische monumentenzorg.

Instituut Collectie Nederland (ICN)

Het ICN beheert op basis van het KB 21, 1984 de Rijkscollectie voor zover niet ondergebracht bij rijksmusea. Tevens is ICN (mede)verantwoordelijk voor het ontwikkelen en uitvoeren van het beleid ten aanzien van roerend cultureel erfgoed en fungeert het op dat terrein als kenniscentrum.

4. Programmadirecties:

Apollo

De programmadirectie Apollo verzorgt de advisering en voert de regie bij de volgende onderwerpen:

  • a.

    De veranderagenda Apollo plus de bijbehorende communicatieparagraaf.

  • b.

    Realisatie hiervan door directies.

  • c.

    Het trekken of ondersteunen van (deel)projecten die voortvloeien uit Apollo.

Cultuur en School

Hoofddoel van het programma is het bewerkstelligen van meer (structurele) samenwerking tussen scholen en culturele instellingen. Het projectleiderschap is ondergebracht bij de directie Kunsten. De projectgroep is ondergebracht in de portefeuille van de DGPV. Cultuur en School bestrijkt de volle breedte van het onderwijs en cultuurveld. Daarbinnen zijn drie prioritaire aandachtsgebieden geformuleerd: culturele diversiteit, het VMBO en cultureel erfgoed.

Dialoog

Hoofddoel is het inventariseren en aansturen van activiteiten op het terrein van voorkomen/tegengaan van extremisme en radicalisering in het onderwijs. Tevens is de programmadirectie vanuit dezelfde invalshoek verantwoordelijk voor het ontplooien van activiteiten m.b.t. sociale cohesie, integratie en veiligheid.

Onderwijspersoneel

Hoofddoel van het programma onderwijspersoneel is de positie van onderwijsinstellingen PO, VO en BVE op de onderwijsarbeidsmarkt dusdanig te verstevigen dat zij zelfstandig in staat zijn in te spelen op conjuncturele schommelingen en beleidswijzigingen. Tevens is het doel meer samenhang aan te brengen in de kwalificatiestructuur en het opleidingenstelsel voor beroepen in het onderwijs.

Leren en Werken

Hoofddoel van het project is om in lijn met de Lissabondoelstellingen te bereiken dat in verschillende leeftijdscategorieën meer Nederlanders een opleiding in het hoger onderwijs hebben afgerond. Tevens is het doel om het aantal werkenden en werkzoekenden met een startkwalificatie substantieel te verhogen.

5. Projecten

Project Departementaal Coördinator Innovatie (DCI)

Het interne innovatieplatform OCW initieert binnen OCW activiteiten die gericht zijn op innovatie in het onderwijs, en verzorgt daarover de interne communicatie in het departement. DCI valt onder de verantwoordelijkheid van DGHB.

Project dienst in oprichting ROB/RDMZ (DIORR)

Het project DIORR is ingesteld om het reorganisatieproces van beide genoemde diensten voor te bereiden en uit te voeren. Het project moet uitmonden in één samengevoegde en geïntegreerde nieuwe eenheid voor de thans nog op zich staande ROB en RDMZ. DIORR valt onder de verantwoordelijkheid van DGCM.

Project Programmamanagement cultuur

Het project is ingesteld om zorg te dragen voor de implementatie van programmamanagement als sturingsmethode binnen het Directoraat Generaal Cultuur en Media. Dat gebeurt zowel in de organisatorische zin (rollen, taken en bevoegdheden) als via de inrichting en aansturing van concrete programma’s. Daartoe behoren in ieder geval het beleidsprogramma Meer dan de Som (MDDS) en het interne veranderprogramma Cultuur, Sturing en Structuur (CSS). Het project valt onder de verantwoordelijkheid van DGCM.

6. Inspecties

Inspectie van het onderwijs (IvhO)

De Inspectie van het onderwijs houdt met inachtneming van de Wet op het onderwijstoezicht (WOT), toezicht op de kwaliteit van het onderwijs en rapporteert hierover aan bewindspersonen en het parlement. De Inspectie let hierbij op de naleving van de bij of krachtens een onderwijswet gegeven voorschriften en andere aspecten van kwaliteit. Daarnaast rapporteert de Inspectie jaarlijks over de ontwikkelingen in het onderwijs en verricht zij ook bijzondere taken voor zover deze bij of krachtens een wet aan haar zijn opgedragen. Bij de uitoefening van haar taken tracht de Inspectie de kwaliteit van het onderwijs te bevorderen.

Erfgoedinspectie

De Erfgoedinspectie ziet toe op de naleving van:

  • wet en regelgeving op het gebied van het behoud en beheer van de rijkscollectie en van beschermde cultuurgoederen;

  • de Archiefwet en andere regelgeving op het gebied van het archiefbeheer door overheidsorganen;

  • de Monumentenwet 1988 en andere regelgeving op het gebied van archeologische monumenten, opgravingen en vondsten;

  • de Monumentenwet 1988 en Besluiten op het gebied van beheer en behoud van gebouwde monumenten en beschermde stads en dorpsgezichten.

Zij rapporteert via de Secretaris-Generaal aan de bewindspersoon over de bevindingen en doet daarbij aanbevelingen.

7. Agentschappen

Centrale Financiën Instellingen (CFI)

CFI heeft als taak het uitvoeren van wet- en regelgeving voor het onderwijs, het bekostigen van onderwijsinstellingen en in dat verband het ontwikkelen en beheren van informatieproducten. Tevens is zij verantwoordelijk voor de advisering over uitvoering en handhaafbaarheid in alle fasen van het beleidsproces en het adviseren in het kader van Geïntegreerd Toezicht.

Rijksarchiefdienst (RAD, het Nationaal Archief)

De RAD voert, namens de minister en voorzover de Organisatie en Mandaatregeling en de daarbij behorende bijlagen niet anders bepalen, de Archiefwet en het Archiefbesluit uit en functioneert als kenniscentrum op het gebied van digitalisering, conservering en beheer van archieven, als gedocumenteerde verschijningsvorm van het cultureel erfgoed. Artikel 4, lid 2 van het statuut voor het agentschap Rijksarchiefdienst draagt de RAD een aantal specifieke taken op.

8. Ondersteunende bureaus van adviesraden:

  • Onderwijsraad (OR)

  • Raad voor Cultuur (RvC)

  • Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT)

  • Commissie van Overleg Sectorraden (COS)