Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 3 november 2005, nr. 2005-0000266589, tot vaststelling van een regeling met betrekking tot levensloop in verband met de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling (Levensloopregeling rijkspersoneel)

Levensloopregeling rijkspersoneel

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Besluit:

Hoofdstuk

1

Definities

Artikel

1.1

Hoofdstuk

2

Het sparen voor levensloopverlof of andere doelen

§

2.1

Algemene voorwaarden voor sparen voor levensloopverlof of voor andere doelen

Artikel

2.1.1

Artikel

2.1.2

Artikel

2.1.4

Artikel

2.1.5

Artikel

2.1.6

Het levenslooptegoed wordt door het bevoegd gezag gestort op één van de levenslooprekeningen, dan wel overgemaakt als premie voor één van de levensloopverzekeringen of gestort op één van de rekeningnummers van het levenslooprecht van deelneming, zo mogelijk in de maand waarin de door de ambtenaar aangewezen bronnen aan hem zouden zijn uitbetaald.

Artikel

2.1.7

§

2.2

Het levenslooptegoed

Artikel

2.2.1

Artikel

2.2.2

Artikel

2.2.3

Indien de ambtenaar bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, beschikt over een bedrag aan levenslooptegoed, komt dat tegoed tot uitkering, uiterlijk op de dag voorafgaand aan het ingaan van het ouderdomspensioen op grond van die wet.

§

2.3

Einde spaarperiode

Artikel

2.3.1

De spaarperiode wordt beëindigd uiterlijk met ingang van de tweede maand volgende op die waarin de ambtenaar dit aan het bevoegd gezag heeft verzocht.

Hoofdstuk

3

Het opnemen van levensloopverlof

§

3.1

Toekennen van levensloopverlof

Artikel

3.1.1

Artikel

3.1.2

Artikel

3.1.3

Artikel

3.1.4

Indien de ambtenaar na toekenning van het levensloopverlof doch voor de datum waarop de levensloopverlofperiode ingaat ziek wordt, kan het bevoegd gezag de toekenning intrekken en het levensloopverlof geen doorgang laten vinden.

§

3.2

Uitkeringen en aanspraken tijdens het levensloopverlof

Artikel

3.2.1

Artikel

3.2.2

§

3.3

Pensioenbijdrage tijdens het levensloopverlof

Artikel

3.3.1

Tijdens het levensloopverlof wordt het werkgeversdeel van de pensioenpremies niet op de ambtenaar verhaald.

§

3.4

Ziekte, zwangerschaps- en bevallingsverlof tijdens het levensloopverlof

Artikel

3.4.1

Het levensloopverlof wordt opgeschort in geval van ziekte gedurende een aaneengesloten periode van vier weken of meer.

Artikel

3.4.2

Voor de duur van het zwangerschaps- en bevallingsverlof wordt het levensloopverlof opgeschort.

§

3.5

Terugkeergarantie

Artikel

3.5.1

Voor zover het levensloopverlof niet wordt opgenomen direct voorafgaande aan het pensioen keert de ambtenaar na afloop van het verlof terug in de functie die hij bij aanvang van dat verlof bekleedde.

Hoofdstuk

4

Het aanwenden van levenslooptegoed voor extra pensioen

Artikel

4.1

Hoofdstuk

5

Beëindiging van de dienstbetrekking

§

5.1

Ontslag

Artikel

5.1.1

§

5.2

Overlijden

Artikel

5.2.1

In geval van overlijden van de ambtenaar wordt het voor uitkering beschikbare levenslooptegoed aan het bevoegd gezag uitgekeerd op een door dat gezag aangegeven wijze. Het levenslooptegoed wordt na inhouding van loonheffing en de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet, na overlegging van een verklaring van erfrecht, door het bevoegd gezag uitgekeerd aan de erfgenamen van de ambtenaar.

Hoofdstuk

6

Intrekking voorschriften

Artikel

6.1

Vervallen

Hoofdstuk

7

Overgangsregeling

§

7.1

Compensatie in vrije dagen (Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 25 november 1996, kenmerk AD96/U1026, Stcrt. 233)

Artikel

7.1.1

§

7.2

Verlofspaarregeling rijkspersoneel

Artikel

7.2.1

Hoofdstuk

8

Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel

8.1

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Artikel

8.2

Deze regeling wordt aangehaald als: Levensloopregeling rijkspersoneel.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W.Remkes