Regeling van de Minister van Economische Zaken van 8 november 2005, nr. WJZ 5712700, houdende regels inzake het verstrekken van subsidies in het kader van programmatisch onderzoek van IOP en TTI (Subsidieregeling IOP-TTI-module van de experimentele Kaderregeling subsidies innovatieprojecten)

Subsidieregeling IOP-TTI-module van de experimentele Kaderregeling subsidies innovatieprojecten

De Minister van Economische Zaken,

Besluit:

§

1.1

Definities

Artikel

1

§

1.2

Subsidieverstrekking

Artikel

2

Vervallen

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

§

1.3

Aanvraag en beslissing op de aanvraag

Artikel

6

Artikel

7

De minister geeft een beschikking tot subsidieverlening binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel

8

§

1.4

Verplichtingen van de subsidie-ontvanger

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

§

1.5

Voorschotten

Artikel

13

Artikel

14

Vervallen

Artikel

15

Vervallen

§

1.6

Subsidievaststelling

Artikel

16

§

2

Bijzondere bepalingen IOP

Artikel

17

Vervallen

Artikel

18

Vervallen

Artikel

19

Vervallen

Artikel

20

Vervallen

Artikel

21

Vervallen

Artikel

22

Vervallen

Artikel

23

Vervallen

§

3

Bijzondere bepalingen TTI

Artikel

24

Vervallen

Artikel

25

Artikel

26

Een TTI komt slechts voor subsidie in aanmerking, indien:

  • a.

    het TTI partnerovereenkomsten met de deelnemende bedrijven en publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties afsluit;

  • b.

    er voldoende mogelijkheden zijn voor derden om krachtens een partnerovereenkomst toe te treden tot het TTI;

  • c.

    het TTI gedurende de uitvoering van het onderzoeksprogramma blijft voldoen aan artikel 1, eerste lid, onderdeel j;

  • d.

    het TTI zich slechts richt op een coherent onderzoeksterrein;

  • e.

    de rechten van intellectuele eigendom in de partnerovereenkomsten in overeenstemming zijn met het Europese steunkader voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie en met artikel 12.

Artikel

27

Geen TTI-subsidie wordt verstrekt indien de totale bijdrage van de deelnemende ondernemers aan het strategisch onderzoeksprogramma niet ten minste bedraagt:

  • a.

    15 procent van de kosten voor fundamenteel onderzoek;

  • b.

    25 procent van de kosten voor industrieel onderzoek, of

  • c.

    50 procent van de kosten voor experimentele ontwikkeling.

Artikel

28

Ieder begrotingsjaar wordt bij ministeriële regeling een subsidieplafond vastgesteld voor het in dat jaar verlenen van TTI-subsidies.

Artikel

29

In aanvulling op artikel 8 beslist de minister voorts afwijzend op de eerste aanvraag indien hij van oordeel is dat ten aanzien van het voorgestelde strategisch onderzoeksprogramma onvoldoende sprake is van:

  • a.

    focus en samenhang van het onderzoek;

  • b.

    kwaliteit van het onderzoek;

  • c.

    uitzicht op waardecreatie voor de Nederlandse economie;

  • d.

    meerwaarde ten opzichte van de bestaande publiek gefinancierde kennisinfrastructuur;

  • e.

    inhoudelijke, financiële en bestuurlijke betrokkenheid van de ondernemers en de publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties;

  • f.

    kracht en effectiviteit van de programmaleiding of uitvoerend management;

  • g.

    internationale dimensie van het onderzoeksgebied;

  • h.

    openbaarheid van de ontwikkelde kennis;

  • i.

    aandacht voor en opzet van de verslaglegging over duurzaamheid op projectniveau.

Artikel

30

De minister kan subsidie verlenen onder de opschortende voorwaarde dat de subsidieontvanger uiterlijk dertien weken na de subsidieverlening, behoudens voorafgaande schriftelijke verlenging door de minister, heeft aangetoond te beschikken over rechtspersoonlijkheid.

Artikel

31

Het is de subsidie-ontvanger toegestaan de naam Technologisch Topinstituut te voeren gedurende de periode dat ingevolge deze regeling subsidie wordt verstrekt.

Artikel

32

De minister kan besluiten dat subsidie wordt verstrekt met wederom een nieuwe periode van ten hoogste vier boekjaren indien:

  • a.

    de deelnemers in het TTI bereid zijn hun inhoudelijke, financiële en bestuurlijke betrokkenheid met tenminste vier jaar te verlengen;

  • b.

    het TTI heeft laten zien dat het strategisch onderzoeksprogramma overeenkomstig de subsidieverlening is uitgevoerd;

  • c.

    het TTI heeft aangetoond dat het in belangrijke mate effect heeft op zijn onderzoeksgebied en internationaal zichtbaar is geworden;

  • d.

    voldaan is aan de vereisten als genoemd in artikel 29.

Artikel

33

§

4

Slotbepalingen

Artikel

34

De Subsidieregeling innovatiegerichte onderzoeksprogramma’s wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling, en op subsidies die voor die datum zijn verstrekt.

Artikel

35

De subsidieverstrekking aan een TTI, waaraan reeds op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling subsidieverstrekking plaatsvindt, wordt voortgezet op basis van deze regeling, behoudens wat betreft tijdvakken waarop een vóór 1 januari 2006 ingediende subsidieaanvraag betrekking heeft.

Artikel

36

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

37

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling IOP-TTI-module van de experimentele Kaderregeling subsidies innovatieprojecten.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Minister van Economische Zaken, L.J.Brinkhorst

Bijlage

I

Ligt ter inzage bij SenterNovem te Den Haag.

Bijlage

II

Ligt ter inzage bij SenterNovem te Den Haag.