Regeling van de Minister van Economische Zaken van 8 november 2005, nr. WJZ 5712700, houdende regels inzake het verstrekken van subsidies in het kader van programmatisch onderzoek van IOP en TTI (Subsidieregeling IOP-TTI-module van de experimentele Kaderregeling subsidies innovatieprojecten)

Subsidieregeling IOP-TTI-module van de experimentele Kaderregeling subsidies innovatieprojecten

De Minister van Economische Zaken,

Besluit:

§

1.1

Definities

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de minister: de Minister van Economische Zaken;

  • b.

    ondernemer: een natuurlijke persoon of rechtspersoon, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, die een onderneming in stand houdt;

  • c.

    publiek gefinancierde kennisinstelling:

    • 1°.

      een onder a of b van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instelling voor hoger onderwijs en een onder i van de bijlage van die wet bedoeld academisch ziekenhuis;

    • 2°.

      een andere dan onder 1° bedoelde meerjarig en voor tenminste eenderde door de rijksoverheid gefinancierde onderzoeksinstelling zonder winstoogmerk die activiteiten verricht met als doel de algemene wetenschappelijke en technische kennis uit te breiden;

    • 3°.

      een openbare instelling voor hoger onderwijs en een daaraan verbonden ziekenhuis gelijkwaardig aan een instelling respectievelijk academisch ziekenhuis als bedoeld onder 1°, welke meerjarig en voor tenminste eenderde wordt gefinancierd door een ander land, of

    • 4°.

      een onderzoeksinstelling zonder winstoogmerk die activiteiten verricht met als doel de algemene wetenschappelijke en technische kennis uit te breiden, welke meerjarig en voor tenminste eenderde wordt gefinancierd door een ander land;

  • d.

    adviescommissie: Adviescommissie IOP-TTI;

  • e.

    programmacommissie: adviescommissie die wordt ingesteld in het kader van een IOP;

  • f.

    innovatiegericht onderzoeksprogramma of IOP: een op innovatie gericht onderzoeksprogramma met als zwaartepunt fundamenteel onderzoek en bestaande uit een samenhangend geheel van onderzoeksprojecten welke door publiek gefinancierde kennisinstellingen en ondernemers worden uitgevoerd;

  • g.

    strategisch onderzoeksprogramma: een op innovatie gericht onderzoeksprogramma, bestaande uit een combinatie van fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek en/of preconcurrentiële ontwikkeling dat door ondernemers en publiek gefinancierde kennisinstellingen wordt uitgevoerd;

  • h.

    IOP-project: een onderzoeksproject passend binnen een IOP, bestaande uit een voor Nederland nieuw, planmatig en met elkaar samenhangend geheel van activiteiten op het terrein van fundamenteel onderzoek of een combinatie van fundamenteel onderzoek met industrieel onderzoek en/of preconcurrentiële ontwikkeling;

  • i.

    IOP-samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband van publiek gefinancierde kennisinstellingen en ondernemers, waaronder tenminste een Nederlandse publiek gefinancierde kennisinstelling en tenminste twee Nederlandse ondernemers;

  • j.

    Technologisch Topinstituut of TTI: een rechtspersoon, die uitsluitend voor de uitvoering van een strategisch onderzoeksprogramma is opgericht door ondernemers en publiek gefinancierde kennisinstellingen, waaronder tenminste drie Nederlandse ondernemers en tenminste drie Nederlandse publiek gefinancierde kennisinstellingen;

  • k.

    fundamenteel onderzoek: de uitbreiding van de algemene wetenschappelijke en technische kennis, zonder industriële of commerciële doelstellingen;

  • l.

    industrieel onderzoek: onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis met het doel deze te gebruiken bij de ontwikkeling van nieuwe producten, processen of diensten of om bestaande producten, processen of diensten aanmerkelijk te verbeteren;

  • m.

    preconcurrentiële ontwikkeling: het omzetten van de resultaten van industrieel onderzoek in plannen, schema’s of ontwerpen voor nieuwe, gewijzigde of verbeterde producten, processen of diensten;

  • n.

    innovatie: technologische innovatie, met inbegrip van niet-technologische aspecten voorzover ze dienstbaar zijn aan technologische innovatie;

  • o.

    IOP-projectsubsidie: subsidie als bedoeld in artikel 2;

  • p.

    TTI-subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 3.

  • q.

    MKB-ondernemer: ondernemer die een kleine of middelgrote onderneming in stand houdt in de zin van de verordeningen (EG) nr. 70/2001 en Verordening 364/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen (PbEG L 10).

§

1.2

Subsidieverstrekking

Artikel

2

De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan de deelnemers aan een IOP-samenwerkingsverband die voor eigen rekening en risico een IOP-project uitvoeren dat past in een IOP als bedoeld in artikel 18.

Artikel

3

De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een TTI, dat voor eigen rekening en risico een strategisch onderzoeksprogramma uitvoert.

Artikel

4

Artikel

5

§

1.3

Aanvraag en beslissing op de aanvraag

Artikel

6

Artikel

7

De minister geeft een beschikking tot subsidieverlening met betrekking tot:

  • a.

    een IOP-project, binnen 13 weken na het einde van de tenderperiode, bedoeld in artikel 19, eerste lid;

  • b.

    een TTI, binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel

8

§

1.4

Verplichtingen van de subsidie-ontvanger

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

§

1.5

Voorschotten

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

De minister kan afwijzend beschikken op een aanvraag om een voorschot, indien de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan ingevolge de subsidieverlening voor hem geldende verplichtingen, dan wel indien hij failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

§

1.6

Subsidievaststelling

Artikel

16

§

2

Bijzondere bepalingen IOP

Artikel

18

Als IOP’s zijn aangewezen de volgende onderzoeksprogramma’s:

  • a.

    genomics;

  • b.

    elektromagnetische vermogenstechniek (EMVT);

  • c.

    precisietechnologie;

  • d.

    integrale productcreatie en -realisatie (IPCR);

  • e.

    mens-machine interactie (MMI);

  • f.

    self healing materials;

  • g.

    generieke communicatie.

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

De subsidie-ontvanger brengt steeds binnen twee maanden na afloop van een periode van een jaar aan de minister schriftelijk verslag uit omtrent de uitvoering van het IOP-project, met inbegrip van een vergelijking van die uitvoering met het projectplan en de bij de subsidieverlening vermelde raming van de projectkosten en met inbegrip van de aangevraagde en overgedragen IE-rechten en over de toepassing van de resultaten van het IOP-project.

Artikel

23

§

3

Bijzondere bepalingen TTI

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Geen TTI-subsidie wordt verstrekt indien de totale bijdrage van de deelnemende ondernemers aan het strategisch onderzoeksprogramma niet ten minste bedraagt:

  • a.

    15 procent van de kosten voor fundamenteel onderzoek;

  • b.

    25 procent van de kosten voor industrieel onderzoek, of

  • c.

    50 procent van de kosten voor preconcurrentiële ontwikkeling.

Artikel

28

Ieder begrotingsjaar wordt bij ministeriële regeling een subsidieplafond vastgesteld voor het in dat jaar verlenen van TTI-subsidies.

Artikel

29

In aanvulling op artikel 8 beslist de minister voorts afwijzend op de eerste aanvraag indien hij van oordeel is dat ten aanzien van het voorgestelde strategisch onderzoeksprogramma onvoldoende sprake is van:

  • a.

    focus en samenhang van het onderzoek;

  • b.

    kwaliteit van het onderzoek;

  • c.

    uitzicht op waardecreatie voor de Nederlandse economie;

  • d.

    meerwaarde ten opzichte van de bestaande publiek gefinancierde kennisinfrastructuur;

  • e.

    inhoudelijke, financiële en bestuurlijke betrokkenheid van de ondernemers en de publiek gefinancierde kennisinstellingen;

  • f.

    kracht en effectiviteit van de programmaleiding of uitvoerend management;

  • g.

    internationale dimensie van het onderzoeksgebied;

  • h.

    openbaarheid van de ontwikkelde kennis;

  • i.

    aandacht voor en opzet van de verslaglegging over duurzaamheid op projectniveau.

Artikel

30

De minister kan subsidie verlenen onder de opschortende voorwaarde dat de subsidieontvanger uiterlijk dertien weken na de subsidieverlening, behoudens voorafgaande schriftelijke verlenging door de minister, heeft aangetoond te beschikken over rechtspersoonlijkheid.

Artikel

31

Het is de subsidie-ontvanger toegestaan de naam Technologisch Topinstituut te voeren gedurende de periode dat ingevolge deze regeling subsidie wordt verstrekt.

Artikel

32

De minister kan besluiten dat subsidie wordt verstrekt met wederom een nieuwe periode van ten hoogste vier boekjaren indien:

  • a.

    de deelnemers in het TTI bereid zijn hun inhoudelijke, financiële en bestuurlijke betrokkenheid met tenminste vier jaar te verlengen;

  • b.

    het TTI heeft laten zien dat het strategisch onderzoeksprogramma overeenkomstig de subsidieverlening is uitgevoerd;

  • c.

    het TTI heeft aangetoond dat het in belangrijke mate effect heeft op zijn onderzoeksgebied en internationaal zichtbaar is geworden;

  • d.

    voldaan is aan de vereisten als genoemd in artikel 29.

Artikel

33

§

4

Slotbepalingen

Artikel

34

De Subsidieregeling innovatiegerichte onderzoeksprogramma’s wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling, en op subsidies die voor die datum zijn verstrekt.

Artikel

35

De subsidieverstrekking aan een TTI, waaraan reeds op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling subsidieverstrekking plaatsvindt, wordt voortgezet op basis van deze regeling, behoudens wat betreft tijdvakken waarop een vóór 1 januari 2006 ingediende subsidieaanvraag betrekking heeft.

Artikel

36

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

37

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling IOP-TTI-module van de experimentele Kaderregeling subsidies innovatieprojecten.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Minister van Economische Zaken, L.J.Brinkhorst