Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 12 juli 2006, nr. BWL/2006282070, houdende Regeling beoordeling reinigbaarheid van grond

Regeling beoordeling reinigbaarheid grond

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Besluit:

Hoofdstuk

1

Algemeen

§

1

Definities

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvraag: een aanvraag van een verklaring;

  • b.

    bijlage 1, 2, 3, en 4: de bij deze regeling behorende bijlage 1, 2, 3 onderscheidenlijk 4;

  • c.

    BRL SIKB 7500: certificatierichtlijn die is aangewezen bij categorie 5 in bijlage C behorende bij de Regeling bodemkwaliteit;

  • d.

    immobilisatie: het zodanig wijzigen van de fysische of chemische eigenschappen van een afvalstof, dat de kans op verspreiding van milieuverontreinigende stoffen door uitloging, erosie of verstuiving wordt verminderd zonder gebruik te maken van hitte;

  • e.

    Minister: Minister van Infrastructuur en Milieu;

  • f.

    SIKB-protocol 7510: onderdeel SIKB-protocol 7510 dat is aangewezen bij categorie 5 in bijlage C behorende bij de Regeling bodemkwaliteit;

  • g.

    verklaring: een verklaring als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdelen 17a, 17b, 30 en 31, van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen;

  • h.

    SIKB-protocol 1001: onderdeel SIKB-protocol 1001 dat is aangewezen bij categorie 9 in bijlage C behorende bij de Regeling bodemkwaliteit;

  • i.

    NEN 5707: NEN 5707, Bodem – Inspectie en monsterneming van asbest in bodem en partijen grond, augustus 2015, met correctieblad van augustus 2016 en correctieblad C2:2017;

  • j.

    NEN 5897: NEN 5897, Inspectie en monsterneming van asbest in bouw- en sloopaval en recyclinggranulaat, augustus 2015, met correctieblad van augustus 2016 en correctieblad C2:2017;

  • k.

    NEN 5898: NEN 5898, Bepaling van het gehalte aan asbest in grond, waterbodem, bouw- en sloopafval en granulaat, augustus 2015, met correctieblad van augustus 2016.

Artikel

2

§

2

Waarden

Artikel

4

Met normen, richtlijnen, protocollen of accreditatieprogramma’s als bedoeld in deze regeling worden gelijkgesteld normen, richtlijnen, protocollen of accreditatieprogramma’s die zijn vastgesteld in een andere lidstaat van de Europese Unie dan wel een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een daartoe strekkend of mede daartoe strekkend verdrag dat Nederland bindt, en een beschermingsniveau bieden dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat met de nationale eisen wordt nagestreefd.

Artikel

7

Vervallen

Artikel

8

Voor de beoordeling van stoffen waarvoor geen waarden zijn vastgesteld in deze regeling, kunnen na overleg met het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu en door tussenkomst van de inspecteur milieuhygiëne waarden worden bepaald door de Minister.

§

3

De beoordeling van de reinigbaarheid en immobiliseerbaarheid van verontreinigde grond

Artikel

9

Artikel

10

Vervallen

Artikel

12

Artikel

12a

In afwijking van de artikelen 9, 11 en 12 wordt verontreinigde grond in elk geval aangemerkt als niet-reinigbaar en niet-immobiliseerbaar, indien het betreft:

  • a.

    verpakte grondmonsters;

  • b.

    de minerale stof die resteert na de destillatie van het mengsel van oliehoudende boorspoeling en boorgruis;

  • c.

    de minerale stof die resteert na de reiniging van ballastbedgrind.

Artikel

13

§

4

De beoordeling van de reinigbaarheid van residu dat is vrijgekomen bij de procesmatige reiniging van partijen verontreinigde grond waaruit naar verwachting niet-reinigbaar te storten residu zal ontstaan

Artikel

14

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    procesmatige reiniging: het, met behulp van een installatie en daarmee samenhangende voorzieningen, beheerst verwijderen van verontreinigingen zodat nuttige toepassing of hergebruik mogelijk wordt;

  • b.

    partij waarop de BRL SIKB 7500 van toepassing is en waaruit naar verwachting niet-reinigbaar te storten residu zal ontstaan: partij waarop de BRL SIKB 7500 van toepassing is en waarin een of meer van de parameters voor anorganische stoffen zijn gelegen op of boven de tussenwaarde.

Artikel

15

Het residu van de procesmatige reiniging van een partij waarop de BRL SIKB 7500 van toepassing is en waaruit naar verwachting niet-reinigbaar te storten residu zal ontstaan, en die is gereinigd overeenkomstig het bepaalde in BRL SIKB 7500 en SIKB-protocol 7510, door een persoon of instelling die daartoe op grond van het Besluit bodemkwaliteit is erkend, wordt aangemerkt als niet-reinigbare verontreinigde grond.

§

5

De beoordeling van de reinigbaarheid van verontreinigde grond waarvan is gebleken dat zij evident niet-reinigbaar is

Artikel

16

Vervallen

Hoofdstuk

2

De beoordeling van verontreinigde grond in het kader van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen

§

1

De aanvraag van een verklaring

Artikel

17

§

2

Bepalingen met betrekking tot het onderzoek van verontreinigde grond

Artikel

18

Deze paragraaf is niet van toepassing op:

  • a.

    verontreinigde grond met betrekking waartoe § 3 van toepassing is;

  • b.

    partijen met betrekking waartoe toepassing wordt gegeven aan § 4, en

  • c.

    verontreinigde grond waarvan is gebleken dat zij evident niet-reinigbaar en niet-immobiliseerbaar is.

Artikel

19

De aanvraag heeft betrekking op een ontgraven en in depot geplaatste partij.

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

De voorbehandeling en de analyse van de monsters wordt uitgevoerd overeenkomstig het accreditatieprogramma Keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, Onderdeel: Samenstelling grond, AP04-SG, door een persoon of instelling die daartoe op grond van het Besluit bodemkwaliteit is erkend.

Artikel

23

§

3

Bepalingen met betrekking tot het onderzoek van grond waarvan is gebleken dat zij is verontreinigd met asbest

Artikel

24

Artikel

26

Artikel

27

§

4

Bepalingen met betrekking tot de aanvraag van een verklaring voor residu dat is vrijgekomen bij de procesmatige reiniging van partijen verontreinigde grond waaruit naar verwachting niet-reinigbaar te storten residu zal ontstaan

Artikel

28

Artikel

29

Tenzij in de aanvraag anders is aangegeven, heeft de aanvraag betrekking op de afgifte van een verklaring die zal gelden voor het residu als bedoeld in artikel 28 dat bij de aanvrager van de verklaring ontstaat in de periode van zes maanden nadat de verklaring is afgegeven.

Artikel

30

Artikel

31

Indien de aanvrager in de periode van zes maanden voorafgaand aan de datum van indiening van de aanvraag de beschikking heeft gehad over een verklaring als bedoeld in deze paragraaf, wordt zijn aanvraag niet in behandeling genomen zolang hij niet heeft voldaan aan het bepaalde in artikel 35.

§

5

Bepalingen met betrekking tot een verklaring voor residu dat is vrijgekomen bij de procesmatige reiniging van partijen verontreinigde grond waaruit naar verwachting niet-reinigbaar te storten residu zal ontstaan

Artikel

32

Artikel

33

Tenzij in de verklaring anders is aangegeven, is een verklaring die met toepassing van § 4 van hoofdstuk 2 is verleend, geldig voor alle residu dat bij de houder van de verklaring ontstaat in de periode van zes maanden nadat de verklaring is afgegeven en dat is vrijgekomen bij de procesmatige reiniging van partijen waaruit naar verwachting niet-reinigbaar te storten residu zal ontstaan, en die zijn gereinigd overeenkomstig het bepaalde in BRL SIKB 7500 en SIKB-protocol 7510, door een persoon of instelling die daartoe op grond van het Besluit bodemkwaliteit is erkend.

Artikel

34

Degene op wie deze paragraaf van toepassing is, houdt de navolgende partijen verontreinigde grond gescheiden:

  • a.

    partijen waarop de BRL SIKB 7500 van toepassing is en waaruit naar verwachting niet-reinigbaar te storten residu zal ontstaan;

  • b.

    partijen waarop de BRL SIKB 7500 van toepassing is en waaruit naar verwachting reinigbaar residu zal ontstaan;

  • c.

    partijen waarop de BRL SIKB 7500 niet van toepassing is.

Artikel

35

§

6

De reikwijdte en geldigheid van een verklaring

Artikel

36

In de verklaring wordt aangegeven binnen welke minimum- en maximumwaarden de beoordeling van de reinigbaarheid of immobiliseerbaarheid van verontreinigde grond van kracht is.

Artikel

37

§

7

Het wijzigen en intrekken van een verklaring

Artikel

38

Een verklaring kan op verzoek van de houder van de verklaring in elk geval worden gewijzigd:

  • a.

    indien hij de desbetreffende partij wil splitsen in deelpartijen;

  • b.

    in geval de verklaring is gebaseerd op een in situ beoordeling: indien de omvang of de samenstelling van de partij na het ontgraven is gewijzigd.

Artikel

39

Een verklaring kan worden ingetrokken indien:

  • a.

    de verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen, indien bij de beoordeling daarvan de juiste gegevens bekend waren geweest;

  • b.

    de omvang of de samenstelling van de partij zodanig is gewijzigd dat een hernieuwde beoordeling noodzakelijk is;

  • c.

    gedurende ten minste twee jaren van de verklaring geen gebruik is gemaakt.

§

8

De beslistermijn

Artikel

40

Het besluit inzake het afgeven of wijzigen van een verklaring wordt genomen binnen vier weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

Hoofdstuk

3

De beoordeling van verontreinigde grond in het kader van de Wet bodembescherming

Artikel

41

Vervallen

Artikel

42

Vervallen

Hoofdstuk

4

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

43b

Vervallen

Artikel

44

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

45

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling beoordeling reinigbaarheid grond.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P.L.B.A. vanGeel

Bijlage

1

behorende bij artikelen 9 en 10

Vervallen

Bijlage

2A

behorende bij artikel 17

Vervallen

Bijlage

2B

Vervallen

Bijlage

2C

Vervallen

Bijlage

2D

Vervallen

Bijlage

3

behorende bij artikel 17

Vervallen

Bijlage

4

behorende bij de artikelen 25 en 42

Vervallen