Regeling van de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties van 24 juli 2006, nr. 2006-0000245874, CZW/WVOB, houdende regels tot bevordering van de inburgering van allochtone vrouwen in de G31 (Regeling inburgering allochtone vrouwen G31)

Regeling inburgering allochtone vrouwen G31

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,
Handelende in overeenstemming met de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie;

Besluit:

Hoofdstuk

1

Begripsomschrijvingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Hoofdstuk

2

Aanvraag en verlening aanvullende uitkering en verlening voorschot

Artikel

2

Artikel

3

Onze Minister neemt een beschikking tot verlening van de aanvullende uitkering binnen zes weken na het tijdstip waarop de in artikel 2 bedoelde aanvraag is ontvangen.

Artikel

4

De normvergoedingen welke ten aanzien van de resultaten, genoemd in artikel 2, derde lid, worden gehanteerd, zijn:

  • a.

    € 1854,– voor iedere allochtone vrouw, behorend tot de categorie ‘niet-werkend en niet-uitkeringsgerechtigd’, respectievelijk € 1271,– voor iedere allochtone vrouw, behorend tot de categorie ‘uitkeringsgerechtigd’, met wie in 2006 een overeenkomst is gesloten;

  • b.

    € 4807,– voor iedere allochtone vrouw, behorend tot de categorie ‘niet-werkend en niet-uitkeringsgerechtigd’, respectievelijk € 3294,– voor iedere allochtone vrouw, behorend tot de categorie ‘uitkeringsgerechtigd’, die uiterlijk 31 december 2009 heeft deelgenomen aan het inburgeringsexamen.

Artikel

5

Hoofdstuk

3

Inburgeringsvoorziening, inburgeringsexamen en overeenkomst

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Hoofdstuk

4

Slotbepalingen

Artikel

9

Wijzigt de Uitvoeringsregeling brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid.

Artikel

10

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

11

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling inburgering allochtone vrouwen G31.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties a.i.,S.M.Dekker

Bijlage

, behorend bij artikel 2, vierde lid

Procentueel aandeel in de middelen voor bevordering van de inburgering van allochtone vrouwen

Alkmaar

3.350

1,10%

Almelo

2.597

0,85%

Amersfoort

5.093

1,67%

Amsterdam

71.357

23,40%

Arnhem

6.925

2,27%

Breda

4.788

1,57%

Deventer

3.480

1,14%

Dordrecht

5.565

1,82%

Eindhoven

8.755

2,87%

Emmen

1.499

0,49%

Enschede

6.000

1,97%

Groningen

4.766

1,56%

Haarlem

4.952

1,62%

Heerlen

2.033

0,67%

Helmond

2.807

0,92%

Hengelo (O.)

2.390

0,78%

Leeuwarden

2.528

0,83%

Leiden

5.063

1,66%

Lelystad

3.427

1,12%

Maastricht

2.893

0,95%

Nijmegen

5.614

1,84%

Rotterdam

61.357

20,12%

Schiedam

4.888

1,60%

’s-Gravenhage

43.387

14,23%

’s-Hertogenbosch

3.726

1,22%

Tilburg

7.569

2,48%

Utrecht

15.304

5,02%

Venlo

2.807

0,92%

Zaanstad

5.774

1,89%

Zwolle

2.587

0,85%

Totaal G301G31: Sittard-Geleen; aantal oudkomers vrouwen: 1651, in % van totaal: 0,54%.

303.281

99,46%