Tijdelijke regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 december 2004, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/AL/04/83596, tot verstrekking van een financiële tegemoetkoming aan herbeoordeelde arbeidsongeschikten (Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten)
inkomen uit of in verband met arbeid: inkomen uit of in verband met arbeid in het bedrijfs- en beroepsleven als bedoeld in het Inkomensbesluit Toeslagenwet;
f.
valutadag: de op de rekening-courantafschriften aangegeven dag van betaling.
Hoofdstuk
2
De tegemoetkoming
Artikel
2
Het recht op tegemoetkoming
1
Het UWV stelt op aanvraag vast of recht op een tegemoetkoming bestaat.
2
De herbeoordeelde heeft recht op een tegemoetkoming voor de duur van zes maanden indien hij op de datum van verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering geen recht heeft op een werkloosheidsuitkering. Het recht op een tegemoetkoming gaat in op de eerste dag waarop de arbeidsongeschiktheidsuitkering van de herbeoordeelde is verlaagd of ingetrokken.
3
Indien de herbeoordeelde op de datum van verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering recht heeft op een werkloosheidsuitkering waarvan de resterende duur minder bedraagt dan zes maanden, heeft hij na afloop van de duur van die uitkering recht op een tegemoetkoming, met dien verstande dat de tegemoetkoming eindigt indien zes maanden zijn verstreken vanaf de datum van verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering.
4
Indien de herbeoordeelde op de datum van verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering recht heeft op een werkloosheidsuitkering, maar de hoogte van deze uitkering niet wordt aangepast in verband met de verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering, heeft hij in afwijking van het tweede en derde lid recht op een tegemoetkoming voor de duur van zes maanden vanaf de datum waarop zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering is verlaagd of ingetrokken.
5
Indien de herbeoordeelde geen recht heeft op een werkloosheidsuitkering omdat hij een uitkering ontvangt op grond van hoofdstuk 3 van de Wet arbeid en zorg of omdat hij ziekengeld ontvangt op grond van de Ziektewet, wordt laatstgenoemde uitkering of dat ziekengeld voor de toepassing van het tweede, derde en vierde lid gelijkgesteld met een werkloosheidsuitkering.
Voor de toepassing van andere wetten dan de Kaderwet SZW-subsidies en de daarop berustende bepalingen, wordt een tegemoetkoming op grond van deze regeling aangemerkt als uitkering op grond van de verplichte verzekering op grond van de Werkloosheidswet, met dien verstande dat de tegemoetkoming:
De herbeoordeelde ontvangt een tegemoetkoming ter hoogte van het verschil tussen de arbeidsongeschiktheidsuitkering waar hij recht op had op de dag voor de datum van verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering en de arbeidsongeschiktheidsuitkering waar hij recht op heeft vanaf die datum. Hierop wordt in mindering gebracht de toename van het inkomen uit of in verband met arbeid vanaf de datum van verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering ten opzichte van het inkomen uit of in verband met arbeid voor die datum.
Van een toename als bedoeld in het eerste lid is sprake, indien het inkomen uit of in verband met arbeid in de periode waarover recht op een tegemoetkoming bestaat, gemiddeld per dag hoger is dan het inkomen uit of in verband met arbeid in de zes kalendermaanden voorafgaand aan de datum van verlaging of intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering.
4
Voor de toepassing van het derde lid wordt een periode waarover de tegemoetkoming op grond van artikel 5, eerste lid, niet wordt betaald, aangemerkt als een periode waarover geen recht op tegemoetkoming bestaat.
Artikel
4
Betaling tegemoetkoming
1
De tegemoetkoming wordt door het UWV bij wege van een naar redelijkheid vast te stellen voorschot betaalbaar gesteld.
2
Het UWV betaalt het voorschot in de regel per maand.
3
De hoogte van de tegemoetkoming wordt zo spoedig mogelijk na het verstrijken van de periode waarover de herbeoordeelde recht heeft op een tegemoetkoming op grond van artikel 2, definitief vastgesteld overeenkomstig artikel 3.
4
Indien bij de vaststelling blijkt dat het door het UWV op grond van het eerste lid betaalde voorschot:
a.
te hoog is, wordt de te veel betaalde tegemoetkoming teruggevorderd van de herbeoordeelde;
b.
te laag is, wordt de te weinig betaalde tegemoetkoming door UWV betaald aan de herbeoordeelde.
Het UWV beheert en administreert afzonderlijk de middelen, bedoeld in het eerste lid.
5
Met inachtneming van het zesde, zevende en achtste lid brengt het UWV de uitgaven voor de tegemoetkomingen en de uitvoeringskosten in rekening bij de Minister.
6
Op de zesde dag van elke maand verstrekt het UWV aan de Minister:
a.
een raming van de uitgaven verbonden aan de uitvoering van deze regeling in die maand;
b.
een opgave van de gerealiseerde uitgaven verbonden aan de uitvoering van deze regeling over de maand gelegen twee maanden voor die maand.
7
In de raming, bedoeld in het zesde lid, onderdeel a, worden overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage 1, afzonderlijk vermeld:
a.
het totaalbedrag aan geraamde uitgaven voor de tegemoetkomingen op grond van deze regeling inclusief de op grond van enige wet over de tegemoetkomingen door het UWV verschuldigde premies die niet op deze tegemoetkomingen in mindering kunnen worden gebracht en de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op wettelijke rente, proceskosten en rentelasten, en
b.
het totaalbedrag aan geraamde uitvoeringskosten op grond van deze regeling.
8
In de opgave van de gerealiseerde uitgaven, bedoeld in het zesde lid, onderdeel b, worden overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage 2, afzonderlijk vermeld:
a.
het totaalbedrag aan uitbetaalde tegemoetkomingen op grond van deze regeling inclusief de op grond van enige wet over de tegemoetkomingen door het UWV verschuldigde premies die niet op deze tegemoetkomingen in mindering kunnen worden gebracht en de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op wettelijke rente, proceskosten en rentelasten, en
b.
het totaalbedrag aan gerealiseerde uitvoeringskosten op grond van deze regeling.
9
Indien de in het zesde lid bedoelde dag een zaterdag, zondag of een algemeen erkende feestdag is, vindt de verstrekking plaats op de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of een algemeen erkende feestdag is.
10
Met als valutadag de elfde dag van elke maand draagt de Minister het bedrag van de geraamde uitgaven verbonden aan de uitvoering van deze regeling in die maand via de rekening-courant bij de Minister van Financiën af aan het UWV. De Minister kan, na overleg met het UWV, van het geraamde bedrag afwijken.
11
Met als valutadag de elfde dag van elke maand verrekent de Minister het verschil tussen de gerealiseerde uitgaven en de geraamde uitgaven in de maand gelegen twee maanden voor die bedoeld in het tiende lid, met het bedrag, bedoeld in het tiende lid.
12
Indien de in het tiende of elfde lid bedoelde dag een zaterdag, zondag of een algemeen erkende feestdag is, vindt de afdracht plaats met als valutadag de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of een algemeen erkende feestdag is.
13
Uiterlijk op 1 juni dient het UWV de afrekening over het afgelopen kalenderjaar bij de Minister in.
14
In de afrekening, bedoeld in het dertiende lid, wordt, op basis van de jaarrekening, bedoeld in artikel 49 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, de kasstroom inzichtelijk gemaakt, en deze wordt afzonderlijk vermeld voor de tegemoetkomingen op grond van deze regeling inclusief de op grond van enige wet over de tegemoetkomingen door het UWV verschuldigde premies die niet op deze tegemoetkomingen in mindering kunnen worden gebracht en de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op wettelijke rente, proceskosten en rentelasten alsmede voor de uitvoeringskosten verbonden aan de uitvoering van deze regeling.
15
Op grond van de afrekening, bedoeld in het dertiende lid, vindt voor 15 juli een betaling plaats ten gunste of ten laste van het UWV.
16
De Minister stelt jaarlijks voor 31 oktober de omvang van de middelen tot dekking van de uitgaven ter uitvoering van deze regeling vast, gespecificeerd overeenkomstig het achtste lid.
Hoofdstuk
4
Slotbepalingen
Artikel
8
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005 en vervalt met ingang van 1 januari 2009.
Artikel
9
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlagen 1 en 2 liggen ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Den Haag
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.J. deGeus
Bijlage
1
Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Bijlage
2
Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.