Artikel
1.1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
andere overheidsinstantie: een andere overheidsinstantie als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van verordening 2006/2004;
-
b.
bevoegde autoriteit: een bevoegde autoriteit als bedoeld in artikel 3, onderdeel c, van verordening 2006/2004;
-
c.
Consumentenautoriteit: de Consumentenautoriteit, bedoeld in artikel 2.1;
-
d.
consumentenorganisaties: stichtingen of verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid die krachtens hun statuten tot taak hebben het behartigen van de collectieve belangen van consumenten;
-
e.
financiële dienst of activiteit:
-
1°.
een financiële dienst als bedoeld in artikel 1 van de Wet financiële dienstverlening;
-
2°.
het aantrekken, ter beschikking verkrijgen of hebben van opvorderbare gelden, dan wel het in enigerlei vorm bemiddelen ter zake van het aantrekken of ter beschikking verkrijgen van opvorderbare gelden als bedoeld in artikel 82, eerste lid, van de Wet toezicht kredietwezen 1992;
-
3°.
een geldtransactie als bedoeld in artikel 1 van de Wet inzake geldtransactiekantoren;
-
4°.
het houden van een effectenbeurs als bedoeld in artikel 1 van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;
-
1°.
-
f.
inbreuk: elk handelen of nalaten dat in strijd is met een van de wettelijke bepalingen, bedoeld in de bijlage bij deze wet, en dat schade toebrengt of kan toebrengen aan de collectieve belangen van consumenten;
-
g.
intracommunautaire inbreuk: een intracommunautaire inbreuk als bedoeld in artikel 3, onderdeel b, van verordening 2006/2004;
-
h.
lidstaat: een lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;
-
i.
Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken;
-
j.
overtreder: degene die een overtreding pleegt of medepleegt;
-
k.
overtreding: een inbreuk of intracommunautaire inbreuk;
-
l.
verbindingsbureau: verbindingsbureau als bedoeld in artikel 3, onderdeel d, van verordening 2006/2004;
-
m.
verordening 2006/2004: verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (PbEU L 364);
-
n.
wettelijke bepalingen: de communautaire wetgeving ter bescherming van de belangen van de consument bedoeld in de bijlage bij deze wet, zoals geïmplementeerd in het Nederlands recht en het recht van de lidstaten.