Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van 6 december 2006, nr. LMV 2006 333053, houdende regels met betrekking tot het subsidiëren van maatregelen ten behoeve van de sanering van verkeerslawaai (Subsidieregeling sanering verkeerslawaai)

Subsidieregeling sanering verkeerslawaai

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel

2

De Minister kan subsidie verstrekken ter zake de kosten van projecten met als doel de beperking van de geluidsbelasting vanwege wegen en spoorwegen aan woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen of de beperking van het geluidsniveau binnen woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen.

§

2

Subsidiabele maatregelen

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

De Minister weigert een aanvraag om subsidie in ieder geval, voor zover naar zijn oordeel:

  • a.

    de maatregelen niet sober en doelmatig zijn, of

  • b.

    onvoldoende gebruik gemaakt is van de mogelijkheid dat anderen in de kosten voorzien.

Artikel

6

Niet in aanmerking voor een subsidie komen maatregelen:

  • a.

    die getroffen worden met geldelijke steun op grond van de ‘Nadere regels voor de uitvoering van geluidsanering ten laste van Rijkswaterstaat bij het uitvoeren van werkzaamheden aan rijkswegen ter vergroting van de capaciteit c.q. het uitvoeren van verbeteringswerken aan rijkswegen’ (bijlage bij de circulaires van 24 december 1991, MBG 20d91010 en MBG 23d91003, Stcrt. 1992, 58);

  • b.

    die getroffen worden met geldelijke steun op grond van de ‘Nadere afspraken geluidsanering bij spoorwerkzaamheden’ (bijlage bij de circulaire van 22 november 1995, MBG 21895016, Stcrt. 238);

  • c.

    als bedoeld in artikel 126, tweede lid, van de wet;

  • d.

    voor zover zij getroffen worden met geldelijke steun, verstrekt uit anderen hoofde ten laste van het Rijk;

  • e.

    voor zover deze getroffen worden aan woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen waarvoor al eerder ten laste van het Rijk maatregelen zijn getroffen.

§

3

Subsidies

§

3.1

Voorbereidingssubsidie

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Subsidieaanvragen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, worden jaarlijks gelijktijdig beoordeeld op basis van hun geschiktheid om bij te dragen aan de doelstellingen van deze regeling, met dien vestande dat minimaal 1% van het jaarlijks beschikbare budget beschikbaar is voor aanvragen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder c.

Artikel

10

§

3.2

Uitvoeringssubsidie

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Geluidreducerende maatregelen aan de constructie van een spoorweg komen slechts in aanmerking voor subsidie:

  • a.

    voor zover de kosten niet hoger zijn dan het bedrag dat volgt uit de toepassing van bijlage A, onderdeel 2, bij deze regeling;

  • b.

    voor zover de kosten niet voortvloeien uit het normale beheer en onderhoud van de spoorweg.

Artikel

14

Artikel

15

Niet in aanmerking voor een subsidie komen:

  • a.

    geluidwerende maatregelen aan woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen, welke maatregelen door de Minister zijn vastgesteld, doch ten aanzien waarvan de eigenaar, overeenkomstig hoofdstuk 6 van het besluit heeft verklaard niet in te stemmen met de uitvoering van de maatregelen;

  • b.

    geluidwerende maatregelen aan woningen, waarbij in het maatgevende jaar de geluidsbelasing binnen de woning bij gesloten ramen de 43 dB niet overschrijdt;

  • c.

    geluidwerende maatregelen aan andere geluidsgevoelige gebouwen, waarbij in het maatgevende jaar de geluidsbelasing bij gesloten ramen in categorie a-ruimten de 38 dB en in categorie b-ruimten de 43 dB niet overschrijdt.

Artikel

16

Geluidwerende maatregelen komen slechts in aanmerking voor subsidie voor zover:

  • a.

    zij niet zijn toe te schrijven aan achterstallig onderhoud;

  • b.

    zij worden getroffen ten behoeve van:

    • 1°.

      een woning waarvan ten minste één geluidsgevoelige ruimte een geluidsbelasting ondervindt van meer dan 43 dB;

    • 2°.

      een ander geluidsgevoelig gebouw waarvan ten minste één categorie a- ruimte een geluidsbelasting ondervindt van meer dan 38 dB, of

    • 3°.

      een ander geluidsgevoelig gebouw waarvan ten minste één categorie b-ruimte een geluidsbelasting ondervindt van meer dan 43 dB;

  • c.

    zij strekken tot een verlaging van de geluidsbelasting tot de volgende waarden:

    • 1°.

      binnen de geluidsgevoelige ruimten van een woning: 38 dB, dan wel een door het gemeentebestuur doelmatig geoordeelde hogere waarde van ten hoogste 43 dB;

    • 2°.

      binnen categorie a-ruimten: 33 dB, dan wel een door het gemeentebestuur doelmatig geoordeelde hogere waarde van ten hoogste 38 dB;

    • 3°.

      binnen categorie b-ruimten: 38 dB, dan wel een door het gemeentebestuur doelmatig geoordeelde hogere waarde van ten hoogste 43 dB, en

  • d.

    de kosten ervan in redelijke verhouding staan tot kwaliteit, aard en gebruik van de woning of het andere geluidsgevoelige gebouw en tot het geluidwerend effect van de maatregelen.

Artikel

17

Geluidwerende maatregelen komen, in geval van autonome gevelsanering, slechts voor een subsidie in aanmerking:

  • a.

    indien zij geen wijziging inhouden van de gebruiksmogelijkheden van de gevel vóór de sanering;

  • b.

    indien zij een wijziging inhouden van de gebruiksmogelijkheden van de gevel vóór de sanering, die niet leidt tot meerkosten die ten laste van de subsidie worden gebracht;

  • c.

    voor zover voor de eventueel aan te brengen ventilatievoorzieningen, waar mogelijk, gebruik is gemaakt van de bestaande ventilatiemogelijkheden, rekening houdend met de eisen die aan het voldoende beperken van de geluidsbelasting worden gesteld, en

  • d.

    tot het bedrag van de werkelijke kosten, zulks met een maximum van het met behulp van bijlage D, onderdeel a, berekende bedrag; bij een eventuele overschrijding van dat bedrag kan ook dat meerdere voor subsidie in aanmerking komen indien die overschrijding naar het oordeel van de Minister voldoende onderbouwd is.

Artikel

18

Artikel

19

Maatregelen tegen wegverkeers- en spoorweglawaai die strekken tot onttrekking aan de bestemming van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen komen slechts in aanmerking voor subsidie, voor zover de kosten niet hoger zijn dan het bedrag dat volgt uit de toepassing van bijlage A, onderdelen 3 en 4.

§

4

Procedureverloop

§

4.1

Procedure voorbereidingssubsidie

Artikel

20

Een aanvraag om subsidie voor voorbereiding, begeleiding en toezicht bevat in ieder geval:

  • a.

    indien het geluidwerende maatregelen betreft: een verklaring dat bij de raming reeds zo veel mogelijk rekening is gehouden met artikel 16, onder c, en met het aantal eigenaren en bewoners van de woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen dat naar verwachting medewerking zal verlenen aan het treffen van maatregelen aan de gevel, en

  • b.

    het kalenderjaar waarin de maatregelen opgenomen zullen worden in een saneringsprogramma als bedoeld in artikel 89, eerste lid, van de wet of in artikel 4.18, eerste lid, van het besluit.

Artikel

21

Een aanvraag voor een subsidie voor voorbereiding, begeleiding en toezicht wordt vóór 1 februari van een kalenderjaar ingediend.

Artikel

22

Artikel

23

In het besluit tot verlening van een subsidie voor voorbereiding, begeleiding en toezicht wordt in ieder geval bepaald binnen welk tijdvak de voorbereiding plaats dient te vinden.

Artikel

24

Voorschotten worden maximaal twee maal, gelijkmatig verspreid over het tijdvak, bedoeld in artikel 23, of aan de hand van een individuele liquiditeitsbehoefte, verstrekt.

Artikel

25

Artikel

26

Indien de eigenaar van een woning of ander geluidsgevoelig gebouw, overeenkomstig hoofdstuk 6 van het besluit heeft verklaard niet in te stemmen met de uitvoering van geluidwerende maatregelen of indien door de subsidieaanvrager is vastgesteld dat wordt voldaan aan de in artikel 16, onder c, genoemde waarden en dat derhalve geen geluidwerende maatregelen zullen worden getroffen, wordt de subsidie vastgesteld op € 250,- per in de aanvraag opgenomen woning of ander geluidsgevoelig gebouw.

§

4.2

Procedure uitvoeringssubsidie

Artikel

27

Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt ingediend bij de Minister.

Artikel

28

Artikel

29

De Minister beslist binnen vier maanden na ontvangst van de aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid.

Artikel

30

Artikel

31

Artikel

32

Voorschotten worden maximaal vier maal, gelijkmatig verspreid over het tijdvak waarin de maatregelen moeten worden getroffen of aan de hand van de individuele liquiditeitsbehoefte, verstrekt.

Artikel

34

Indien de subsidieontvanger de aanvraag tot subsidievaststelling niet tijdig heeft toegezonden of indien de toegezonden stukken naar het oordeel van de Minister onvolledig zijn, stelt de Minister het gemeentebestuur of het bestuur binnen zes weken na de in artikel 33, eerste lid, genoemde termijn dan wel na ontvangst van deze stukken, in de gelegenheid om binnen een door de Minister te stellen termijn van ten hoogste acht weken alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen.

Artikel

35

§

5

Verplichtingen subsidieontvanger

Artikel

37

Indien de maatregelen zullen worden uitgevoerd tegen de kosten van de laagst geprijsde offerte en die kosten niet meer dan 10% hoger zijn dan het bedrag van de subsidieverlening, stelt de subsidieontvanger de Minister schriftelijk in kennis van alle uitgebrachte offertes en van de redenen die ten grondslag liggen aan de gemaakte keuze.

Artikel

38

Bij de subsidieverlening geldt de verplichting dat de maatregelen worden getroffen binnen het aangegeven tijdvak.

Artikel

39

De subsidieontvanger is verplicht:

  • a.

    mededeling te doen aan de Minister van wijzigingen in omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de uitvoering van de maatregelen;

  • b.

    onverwijld mededeling te doen aan de Minister van wijzigingen in omstandigheden die er naar verwachting toe leiden dat de kosten van de maatregelen de verleende subsidie met meer dan 5% overstijgen.

Artikel

40

De subsidieontvanger draagt zorg voor:

  • a.

    een zodanige administratieve organisatie, dat het beheer van de ontvangen subsidies en de rechtmatigheid en doelmatigheid van de hieruit gedane uitgaven kunnen worden gecontroleerd;

  • b.

    het voeren van een zodanige administratie, dat daaraan te allen tijde op eenvoudige wijze de kosten en de financieringswijze van de maatregelen en activiteiten, waarvoor een subsidie is verstrekt, kunnen worden gecontroleerd;

  • c.

    een functiescheiding van de instanties die worden betrokken bij de voorbereiding en controle van de projecten enerzijds en de uitvoering anderzijds;

  • d.

    het bewaren van de administratie en de daartoe behorende bescheiden gedurende tien jaar na gereedmelding;

  • e.

    indien het een subsidie voor geluidwerende maatregelen betreft: een open calculatie voor het werk van de uitvoerende aannemer, zodanig dat een vergelijking met de uitsplitsing volgens formulier GBa indien er sprake is van autonome gevelsanering, of volgens formulier GBb indien er sprake is van gekoppelde gevelsanering, mogelijk is, en

  • f.

    indien het een subsidie voor geluidwerende maatregelen betreft: het rapport van de akoestische controlemeting volgens hoofdstuk 5 van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006, uitgevoerd voor minimaal één op de twintig woningen, met dien verstande dat de te meten woningen representatief moeten zijn voor het project.

§

6

Saneringsprogramma

Artikel

41

Artikel

42

§

7

Slotbepalingen

Artikel

43

Artikel

44

Indien een subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, is verleend voor het tijdstip waarop deze regeling in werking is getreden, blijven voor de berekening van de maximale schermkosten bij wegverkeerslawaai en de berekening van het rekenbedrag voor verkeersmaatregelen het Subsidiebesluit openbare lichamen milieubeheer en de Uitvoeringsregeling sanering verkeerslawaai, zoals deze luidden op dat tijdstip, van toepassing op een daarop volgende subsidie ten behoeve van de uitvoering van de maatregelen.

Artikel

46

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling sanering verkeerslawaai.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Rijnstraat 8, 2515 XP Den Haag.

Den Haag
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P.L.B.A. vanGeel

Bijlage

A

Ligt ter inzage bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Bijlage

B

Ligt ter inzage bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Bijlage

C

Ligt ter inzage bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Bijlage

D

Ligt ter inzage bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Bijlage

E

Ligt ter inzage bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.