Besluit van 11 mei 2007, houdende regels van administratieve en technische aard ter uitvoering van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Uitvoeringsbesluit Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken)

Uitvoeringsbesluit Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 19 februari 2007, nr. DJZ2007004710, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
De Raad van State gehoord (advies van 22 maart 2007, nr. W08.07.0047/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 4 mei 2007, nr. DJZ2007041683, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

2

Artikel

3

Indien in een in het gemeentelijke beperkingenregister in te schrijven beperkingenbesluit, een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de wet, de kadastrale aanduiding van de onroerende zaak of zaken waarop het document betrekking heeft niet is vermeld, voorzien burgemeester en wethouders het desbetreffende document alsnog van de kadastrale aanduiding door deze op een overzichtelijke en eenduidige wijze aan het document toe te voegen. Deze toevoeging wordt door burgemeester en wethouders ondertekend, met inachtneming van artikel 6.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

5a

Bij de inschrijving in het gemeentelijke beperkingenregister krachtens artikel 17a, eerste lid, van de wet van een beperkingenbesluit dat op basis van artikel 100e, tweede lid, van de Woningwet, zoals dat artikel luidde tot het tijdstip van inwerkingtreding van de wet, is aangeboden ten behoeve van inschrijving in de openbare registers, wordt aan het document toegevoegd de aantekening «besluit waarop artikel 100e, eerste lid (oud), van de Woningwet van toepassing is».

Artikel

6

Indien een beperkingenbesluit, een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de wet, in elektronische vorm in het gemeentelijke beperkingenregister wordt ingeschreven, geschiedt de ondertekening door burgemeester en wethouders, bedoeld in de artikelen 3 en 5, derde lid, door middel van een elektronische handtekening. De artikelen 15a, eerste tot en met vijfde lid, en 15b van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel

7

Artikel

8

Bij ministeriële regeling worden nadere regels gegeven met betrekking tot de ingevolge artikel 6 van de wet in de gemeentelijke beperkingenregistratie op te nemen soorten gegevens.

Artikel

9

Artikel

10

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gegeven met betrekking tot het bijhouden van de gemeentelijke beperkingenregistratie.

Artikel

11

De in het gemeentelijke beperkingenregister en in de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen persoonsgegevens, bedoeld in artikel 12 van de wet, worden afgeschermd door het onherkenbaar maken of weglaten van de desbetreffende persoonsgegevens.

Artikel

12

Burgemeester en wethouders verlenen in ieder geval ten kantore van de gemeente inzage in het gemeentelijke beperkingenregister en de gemeentelijke beperkingenregistratie.

Artikel

14

Artikel

16

Bij ministeriële regeling worden regels gegeven met betrekking tot het berichtenverkeer met de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de wet.

Artikel

17

De Dienst verleent de inzage, bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de wet, gelijktijdig en in samenhang met het verlenen van inzage in de kadastrale registratie.

Artikel

18

Artikel

20

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J. M.Cramer
De Minister van Justitie, E. M. H.Hirsch Ballin